vrijdag, maart 29

De scheidsrechter: altijd maar kop van jut

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Het Belgische voetbal heeft echt wel al betere tijden meegemaakt. Je moet wel onder een steen of op een andere planeet hebben geleefd om dat niet te weten. Ook de meest verstokte voetbalhater in dit land weet wat er aan de hand is. Meer zelfs, alles wat er de afgelopen veertien dagen is gebeurd is koren op de molen van de antivoetballobby. En geef die maar eens ongelijk. Want vaak is de realiteit gewoonweg hallucinant.

Broodzakken

Van de vuurpijl en het supportersgeweld op het Kiel over de rellen op Sclessin naar uitspattingen op de Bosuil. Op en naast het veld gebeurde genoeg om verschillende columns te vullen. En dan moest de klap op die andere vuurpijl nog komen, het interview met Dejan Veljkovic in Pano. Je zult als echte supporter maar elke veertien dagen je dure ticket kopen om je geliefde ploeg aan het werk te zien en dan horen hoe er werkelijk op een misdadige manier achter de schermen met onder andere je geld blijkbaar wordt omgegaan. Door mensen die ze kennen en voor wie ze misschien zelfs hebben geapplaudisseerd. In de schriftjes van Veljkovic staan namen zoals Georges Leekens, Peter Maes en Ivan Leko. Ooit voetbalden zij voor de grootste ploegen in dit landje: Club Brugge, Standard en Anderlecht. En met zijn drieën samen zijn ze in haast elke Belgische ploeg in eerste klasse als trainer aan de macht geweest. Leekens spant de kroon met meer dan tien ploegen, maar ook Maes heeft er zes op de teller staan. En de astronomische bedragen die worden genoemd, die tarten werkelijk elke verbeelding. Twee miljoen euro zwart geld in broodzakken. Ik kan me zelfs niet voorstellen hoeveel brood je moet eten om genoeg zakken te hebben.

Het moge duidelijk zijn, Dejan Veljkovic is een echte schurk, maar we mogen daarbij niet vergeten dat het de clubs en de clubleidingen zijn die deze man een platform hebben gegeven, waarop hij zijn frauduleuze activiteiten kon ontplooien en waaraan ze met veel enthousiasme hebben meegewerkt. Zij zijn evenzeer schuldig en moeten bij bewezen schuld ook worden gestraft, zonder onderscheid des persoons of van rang en stand van de club. De Augiasstal moet letterlijk worden uitgemest. Het heeft echt geen zin om die zwerende wonde verder te laten etteren. Tot op het bot proper maken en herbeginnen. Want laten we wel wezen, het lijkt ons gewoon onmogelijk dat Veljkovic al die verhalen zou hebben verzonnen.

Ooit in een ver verleden sprak Yves Leterme de gevleugelde woorden: “Wie gelooft die mensen nog?” Nooit zijn die woorden meer van toepassing geweest dan nu. De geloofwaardigheid is weg en ik kan me niet voorstellen dat Maes of Leekens die ooit zal terugkrijgen, om maar die twee te noemen. In hetzelfde interview met Veljkovic ging het over de scheidsrechters, Sébastien Delferière en Bart Vertenten. En dat brengt ons naadloos bij de titel van deze column. De rol van de scheidsrechter in het voetbal.

Testosteron

Neen, scheidsrechters horen geen zoete broodjes te bakken met makelaars. Vroeger niet, nu niet en nooit niet. Punt uit. Een scheidsrechter moet onpartijdig te zijn. In het Duits heet een scheidsrechter zelfs der Unparteiische, duidelijker kan het niet zijn. Hij moet te allen tijde boven elke vorm van twijfel verheven zijn. Onkreukbaar. Het is dus volledig terecht dat Vertenten en Deferière op een zijspoor zijn gezet. Maar het betekent niet dat omwille van die twee referees het volledige scheidsrechterkorps telkens weer, en deze week zelfs vaker, als zondebok moet worden naar voor geschoven. Niet in dit dossier van Propere Handen, maar ook niet wanneer het over een wedstrijd in de lopende competitie gaat.

Dat de wedstrijd tussen Antwerp en Standard in een veldslag ontaardde, schreef een journalist maandag in De Standaard toe aan de ondermaatse prestatie van scheidsrechter Visser. Zo’n uitspraak getuigt van kwade trouw of van incompetentie. De journalist verwart oorzaak en gevolg. Ik heb een echt slechte eerste helft gezien van twee ongeïnspireerde ploegen (cfr. de voetbalverslagen in alle media) die zeer matig voetbal op de mat legden en waarin Visser één terechte gele kaart aan een Standardspeler gaf. Er viel weinig tot niks aan te merken op de leiding van de ref tot het incident tussen Seck en Amallah. En toen gingen de poppen aan het dansen. Neen, dat kwam niet door de slechte leiding van Visser, maar door het aberrante gedrag van twee spelers. Wat je de man wel voor de voeten kunt werpen is de vraag of hij dit onvervalste stukje kinderachtig gedrag goed heeft aangepakt. Post factum is het natuurlijk makkelijk om te zeggen wat hij had moeten doen, maar hou je hoofd maar eens koel als er een hoop heethoofden zijn testosterongehalte test en dreigt elkaar verrot te slaan. Dat de sfeer daardoor in de tweede helft enigszins anders was kun je Visser daarom ook moeilijk kwalijk nemen. Net zomin als dat het daarna nog eens helemaal ontspoorde met terechte rode kaarten en na de wedstrijd nog twee gele kaarten die rood hadden moeten zijn. Om nog te zwijgen over een kopstoot die helemaal door de mazen van het net is geglipt en waarop zelfs achteraf helemaal geen reactie is geweest.

Juiste vijanden

Misschien heeft Visser de situatie en de gevolgen verkeerd ingeschat, maar hij is op geen enkel ogenblik de oorzaak van deze veldslag geweest. Daarvoor zijn enkel en alleen de spelers op het veld verantwoordelijk. En niemand anders. Maar ook hier weer, de scheidsrechter is een zwakke schakel en daardoor vaak aangeschoten wild, want ze kunnen of mogen niet reageren. Maar het zou menig journalist sieren om de man in het zwart in bescherming te nemen en hem niet telkens de zwarte piet toe te sturen. En ja, scheidsrechters maken fouten, maar minder dan spelers. Vergelijk het eens met het aantal totaal foute passen of ongeoorloofde fouten tijdens een wedstrijd.

De journalist in De Standaard zegt dat het niveau van de scheidsrechters in ons land laag is. Als het zou kloppen, dan kan je meteen de vraag stellen of dat niveau lager is dan wat de Belgische competitie biedt. Mijn antwoord hierop is ondubbelzinnig neen. De scheidsrechters hebben zich aangepast aan het niveau van de competitie. Het wordt tijd dat het Belgische voetbal de juiste vijanden kiest, de bonafide scheidsrechters beschermt en zich vooral bescheiden opstelt. Nu over RSZ of fiscale voordelen discussiëren zou alleen maar verder bewijzen in welke parallelle wereld het voetbal leeft. Anders past maar één vraag: wie gelooft die mensen (van de voetbalbond) nog?

Share.

About Author

Paul Catteeuw (1956) bekijkt voetbal vanuit de tribune achter het doel. Hij houdt zo de vinger aan de pols voor wat naast de zijlijn gebeurt en probeert om er dwars doorheen te kijken. Soms vol nostalgie, soms vol verwondering, maar meestal met een vleugje ironie.

Leave A Reply