ÉÉN BOKSHANDSCHOEN
Op 24 augustus 2008 droeg Vincent voor de eerste keer het hemelsblauwe shirt van Manchester City. Tegen West Ham speelde hij op het middenveld, samen met Stephen Ireland, Michael Johnson en Martin Petrov. The Citizens haalden het met 3-0, dankzij twee treffers van de Braziliaan Elano.
Manchester City was geen vanzelfsprekende keuze voor Vincent, want toen geenszins vergelijkbaar met de club die het nu is. Het trainingscomplex was totaal verouderd. Het perslokaal was een container, er zat geen deur aan het toilet van het spelershome en, veel erger voor Kompany, er was niet eens een koffiemachine. ‘Als je een partijtje wilde boksen in de fitnesszaal moest je dat met één bokshandschoen doen’, aldus de nieuwe aanwinst. ‘Er was immers maar één bokshandschoen.’
Eigenaar was de Thai Thaksin Shinawatra, die de club een jaar eerder voor zo’n honderd miljoen euro gekocht van John Wardle, nadat hij vergeefs geprobeerd had Fulham of Liverpool over te nemen. Shinawatra was na een militaire staatsgreep in zijn vaderland was afgezet als eerste minister. Hij werd beschuldigd van corruptie en sloeg op de vlucht. ‘Het was de bedoeling dat ik de eigenaar zou ontmoeten nadat ik mijn handtekening had gezet’, vertelde Vincent Kompany aan David Conn van The Guardian. ‘Toen kreeg ik te horen dat dit niet doorging, omdat hij zich ergens schuil hield. Het was een grappige situatie.’
BEVROREN TEGOEDEN
Potjaman, de vrouw van Thaksin, was op 31 juli in Bangkok schuldig bevonden aan het overtreden van de regels bij de verkoop van een stuk grond en tot drie jaar cel veroordeeld. Thaksin en zijn vrouw overtraden de voorwaarden van hun borgtocht door naar Peking te vliegen voor de openingsplechtigheid van de Olympische Spelen. Van Peking trok het koppel naar Londen. Ze werden officieel voortvluchtig verklaard en hun goederen bevrozen. Thaksin Shinawatra kon niet over zijn eigen geld beschikken en elke penny die hij in de club stopte, was geleend geld. De banken eisten een woekerintrest van 11,83 procent.
De Thai kampte in zijn eerste en enige seizoen als eigenaar van Man City daardoor constant met cashflowproblemen. De club maakte een verlies van bijna veertig miljoen euro en onderschreef een nieuwe lening met als onderpand de tv-rechten voor het komende seizoen. Desondanks werd naast Kompany ook nog de Braziliaanse spits Jo overgenomen van CSKA Moskou voor 23 miljoen euro.
CEO Gary Cook, die een jaar eerder was vertrokken bij Nike, bekende dat hij een enorme stommiteit had begaan door bij zijn aanwerving geen onderzoek te doen naar de financiële achtergrond van de familie Shinawatra. Het gonsde van de geruchten over een overname, maar die bleven aanslepen. Op 1 september, niet lang na de komst van Kompany, geraakte dan toch bekend dat de Abu Dhabi United Group een meerderheidsaandeel in de club had verworven voor ruim tweehonderd miljoen euro. Man City kwam in handen van sjeik Mansour bin Zayed Al Nahyan, de vice-eerste minister van Abu Dhabi en de halfbroer van de president.
MET OLIEDOLLARS NAAR DE TOP
Khaldoun Al Mubarak, de nieuwe voorzitter, maakte prompt de plannen van de nieuwe eigenaars duidelijk. Bij Real Madrid werd Robinho weggeplukt voor 39 miljoen euro, op dat moment een recordbedrag voor de Premier League.
De toekomst van Manchester City en Vincent Kompany zou een dramatische wending krijgen. Sjeik Mansour zou immers een fortuin in zijn nieuwe speeltje investeren en een stoet wereldvoetballers maakte in de komende jaren, dankzij de oliedollars uit de Verenigde Arabische Emiraten, zijn opwachting.
Met het rugnummer 33 maakte Kompany op 28 september bij Wigan Athletic zijn eerste doelpunt voor zijn nieuwe werkgever. Het leverde niets op, want de thuisploeg haalde het met 2-1. Vincent wilde liefst op het middenveld spelen, maar Mark Hughes, die in de zomer Sven-Goran Eriksson was opgevolgd als manager, zag hem liever achterin opereren. Tussen Vedran Corluka, Tal Ben-Haim en Michael Ball. Inderdaad, niet meteen de ronkende namen waar The Citizens al een decennium mee geassociëerd worden.
Tijdens de winterstop arriveerde echter al de eerste lading topvoetballers: Shay Given, Craig Bellamy, Wayne Bridge en Nigel de Jong. Het eerste seizoen van de nieuwe machthebbers werd echter nog geen succes. Meer dan een tiende plaats in de Premier League zat er niet in. Geen nood. In de zomer van 2009 maakten Carlos Tevez, Kolo Touré, Joleon Lescott, Sylvinho, Roque Santa Cruz en Emmanuel Adebayor hun opwachting. AC Milan weigerde een recordtransferbod op Kaká. Van de selectie van voor de komst van sjeik Mansour maakte alleen Kompany en Pablo Zabaleta de opmars van de club naar de top mee.
