vrijdag, maart 29

Scorebordjournalistiek: mag het iets meer zijn?

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Voetbal is één van de oneerlijkste sporten die er zijn. In tegenstelling tot basket of volley is het niet altijd de beste ploeg die wint. Het is zelfs waarschijnlijk dat dit één van de belangrijkste aantrekkingspunten van de wereldwijd grootste sport is. Een zekere vorm van onvoorspelbaarheid zorgt voor spanning. En van spanning leeft elke sport. En zeker het voetbal. Elke voetballiefhebber herinnert zich nog wel hoe Dave Platt in de 119e minuut België – volgens tenminste elke landgenoot – ten onrechte uit de achtste finale van het WK 1990 in Italië kegelde. Het voelde absoluut oneerlijk aan. Scifo en Ceulemans troffen de paal, maar we vergeten ook graag het ten onrechte afgekeurde doelpunt van John Barnes. Het (collectief) geheugen kan ons lelijk bedriegen. Uiteindelijk is het al meer dan dertig jaar geleden.

Maar kan het geheugen je ook na hooguit één dag in de steek laten? Dat was de vraag die ik me op maandagmorgen stelde, bij het lezen van de verschillende verslagen van de wedstrijd Antwerp-KV Mechelen in de krant die vooral in die regio wordt gelezen. Laten we duidelijk stellen, op de overwinning van Malinwa valt niks af te dingen. Ze hebben de fouten in de verdediging van Antwerp afgestraft en verder – op zijn minst – samen met Antwerp er een boeiende match van gemaakt. Al zeker voor de neutrale kijker. Terecht gewonnen dus. Op het veld zag je en in de verslagen lees je echter dat ook Antwerp een goeie match speelde en dat de match anders had kunnen verlopen, indien ze niet de vele kansen hadden verkwanseld. Dus, terecht verloren, maar helemaal niet weggespeeld, maar met als en indien maak je geen doelpunten.

Daarom keek ik eens per hoge uitzondering naar de wekelijkse spelersbeoordelingen en dat gaf een compleet ander beeld van de wedstrijd. Als je alle scores optelt kom je tot een merkwaardig resultaat: Antwerp krijgt 61 punten en Mechelen 75 punten. Een verschil van maar liefst veertien punten, waarbij op één speler na alle spelers van KVM een hogere scoren haalden dan de Antwerpspelers. En dat is echt wel ontzettend veel. De landelijke zusterkrant – dus dezelfde journalisten – deed van de scores zelfs de halfjes eraf en kwam voor Antwerp maar tot 59 punten. Mag ik dit vreemd vinden? Neen, ik wil hier niet de integriteit van de betrokken journalisten in vraag stellen. Absoluut niet. Maar ik denk wel dat we hier met een echte vorm van scorebordjournalistiek te maken hebben. Een woord dat ondertussen zelfs in Van Dale staat: “jour­na­lis­tiek die in haar be­oor­de­ling slechts af­gaat op het eind­re­sul­taat van een wed­strijd en niet kijkt naar de ma­nier waar­op dat tot stand is ge­ko­men”. Op één of andere manier kan het ons allemaal overkomen. Onze blik wordt vertroebeld door het resultaat. En vaak ook door de bril waarmee je naar de match kijkt. Een doelpunt in de 94e minuut betekent een wereld van verschil in de punten en soms een reisje van de hel naar de hemel. Of omgekeerd. En dat blijkt ook vaak in de spelersbeoordelingen.

En toch worden die beoordelingen gretig gelezen. Ook en misschien vooral door de spelers zelf, ook al zeggen ze vaak dat ze er geen belang aan hechten. Ooit heel lang geleden gingen de beoordelingen van 1 tot 4. Dat was overzichtelijk. Maar door wedstrijden in de kranten – zoals Megascore – werden die scores opgerekt tot 10. Met zelfs de mogelijkheid tot halve puntjes. Dat betekent dat er precies éénentwintig mogelijkeden zijn om een speler te beoordelen: van 0 over 4 tot 7,5 en 10. Als docent heb ik duizenden studenten beoordeeld op mondelinge examens en ik weet perfect hoe moeilijk het is om een juiste score te geven, die je ook kunt verantwoorden. En daarom weet ik dat het eigenlijk onmogelijk is om gedurende negentig minuten 22 spelers (en de scheidsrechter) in de gaten te houden en een correcte evaluatie te geven.

Deze cijfers geven ook altijd aanleiding tot hevige discussies. Zeker bij supporters. Daarom is er ooit bij wijze van proef een test gedaan met een aantal trainers die dezelde match mochten beoordelen en de spelers punten geven. De totaal uiteenlopende resultaten toonden meteen aan hoe aartsmoeilijk dit wel is. Er was geen touw aan vast te knopen.

Maar toch. Even terug naar de wedstrijd van zondag. Bij de verslaggeving waren minstens drie journalisten betrokken, dan zou je op zijn minst een gewogen assessment mogen verwachten. En dat is hier duidelijk niet gebeurd. En al zeker niet wanneer het de beoordeling van scheidsrechter Lothar D´Hondt betrof. De man floot een vlekkeloze partij, maar kreeg ocharme een vijf. Slechts twee spelers kregen minder. Volgens de uitleg kon de ref het hoge tempo van de match niet aan. Ik heb in deze kolommen al vaak de verdediging van de scheidsrechters opgenomen en wil dat hier en nu ook met aandrang doen. Het is net iets te makkelijk om de referee van dienst met een “net niet onvoldoende” weg te zetten en een etiket van zwakke leider op te kleven. Scheidsrechters zijn kwalitatief niet slechter dan de doorsnee prof in onze eerste klasse.

Als het aan mij lag, dan mogen die onzinnige beoordelingen op de schop. Of op zijn minst teruggebracht naar die 1/2/3/4-evaluatie. En zonder halfjes. Maar ik weet, het is ijdele hoop, want er zijn zelfs heel wat spelers die zich aan dit spelletje laten vangen.

En wat de verslaggeving van zondag betreft. Een vijfje? Neen, laat me toch maar vijf en een half geven.

Paul Catteeuw

PS Een herhaalde oproep aan Filip Joos: een eigen doelpunt is in het Engels een own goal en niet een awngoal. Wanneer maak je daar eens werk van?

Share.

About Author

Paul Catteeuw (1956) bekijkt voetbal vanuit de tribune achter het doel. Hij houdt zo de vinger aan de pols voor wat naast de zijlijn gebeurt en probeert om er dwars doorheen te kijken. Soms vol nostalgie, soms vol verwondering, maar meestal met een vleugje ironie.

Leave A Reply