woensdag, april 24

Hiddink wil nog geen ‘Pompeï’ zijn

Pinterest LinkedIn Tumblr +

In zijn 75ste levensjaar is Guus Hiddink nog eens aan een nieuw baantje begonnen. Hij was al bondcoach in Nederland, Zuid-Korea, Australië, Turkije en Rusland alsmede coach van het olympisch team van China en leidt nu de nationale selectie van Curaçao, een eiland met een kleine 160.000 inwoners in de zuidelijke Caraïbische Zee, vlak voor de kust van Venezuela. Kwalificatie voor het WK van 2022 in Qatar is het nieuwe doel van Curaçao, nummer 81 op de FIFA-wereldranglijst.

Curaçao is een voormalige Nederlandse kolonie, maar maakt nog altijd deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. Het is een populair vakantie-eiland waar niettemin een derde van de bevolking onder de armoedegrens leeft. De band met Nederland is ook terug te zien op het voetbalveld; in de spelers én in de coaching. De  Nederlandse competitie vormt een belangrijke vijver om kandidaat-internationals op te vissen. Ook de bondscoaches komen meestal met opvattingen uit de Hollandse School naar Curaçao.

VOORGANGER WIST VAN NIETS

Hiddink brengt niet alleen reputatie mee, op zijn ambitie zit kennelijk ook nog geen sleet. Drie maanden discussie nam hij voor lief voordat hij vorige week aan zijn eerste trainingsstage kon beginnen. Zijn populaire voorganger Remko Bicentini was al aan zijn WK-voorbereiding begonnen toen diens dochter in augustus op de radio hoorde dat Hiddink was benoemd. Bicentini wist van niets.

,,Een luizenstreek van de voetbalbond, en  Hiddink is daarin meegegaan”, oordeelde Telegraaf-journalist Valentijn Driessen. Het was een sporadische kritische oprisping in de Nederlandse media. De meeste kranten hangen alweer aan de lippen van Hiddink, die als altijd het spel bereidwillig meespeelt. Op de vraag of hij zich niet te oud voelt voor een missie als bondscoach naar het WK van 2022 volgt dan een goedgebekt antwoord.

Zo zei hij in het AD: ,,Ik ben nog geen Pompeï waar de as al lang en breed overheen is gegaan. Als er op het trainingsveld een rondo wordt gespeeld, doe ik nog steeds mee met de linkerpoot. Ik ben natuurlijk niet gek. Want je moet voorkomen dat mensen zeggen: ‘daar heb je hem weer, het bekende plaatje wordt weer grijs gedraaid’. Ik er heb heel bewust mensen opgezet uit mijn omgeving, die dat voor mij ook in de gaten houden. Als die situatie ontstaat, dán moet je stoppen.”

SYMPATHIE EN AUTORITEIT

Met Hiddink heeft Curaçao een bondscoach gekregen, die vooral ook als boegbeeld moet dienen. Hij kan zijn internationale ervaring aanwenden, hij geniet sympathie en autoriteit bij scheidsrechters en bobo’s en van hem wordt verwacht dat nog meer spelers zich laten verleiden tot een keus voor Curaçao.

Onder Remko Bicentini is die trend al ingezet. Bicentini (52) is geboren in Nijmegen en is de zoon van een  international van Curaçao, die in jaren zestig voor NEC Nijmegen speelde. Ook Bicentini junior kwam voor NEC uit. Hij werd in 2017 bondscoach als opvolger van Patrick Kluivert, wiens moeder  uit Curaçao komt. Met Bicentini won Curaçao in 2017 de Carribean Cup door in de finale Jamaica te verslaan. Het succes kreeg een vervolg in de strijd om de Golf Cup, het kampioenschap van Noord- en Midden-Amerika. Daarin reikte het tot de kwartfinale, wat de hoop op WK-kwalificatie heeft versterkt.

PROGRESSIE

De vooruitgang komt tot uitdrukking op de FIFA-ranking. In enkele jaren tijd steeg Curaçao van de 164ste naar de 81ste plaats. Hoger staat het nu dan Europese landen als Wit-Rusland, Cyprus en Georgië. De progressie maakt veel enthousiasme los op het eiland, spelers die niet direct een kans maken op Oranje, willen er graag bij horen. Bicentini maakte zich al op voor de strijd om WK-kwalificatie toen zijn droom vrijdag 21 augustus wreed verstoord door de aanstelling van Guus Hiddink.

Hiddink hield vol van niets te weten. Ja, hij had in februari weliswaar een kopje koffie gedronken met hem, maar om dat gesprek had Bicentini zelf gevraagd. Hij wilde van een ouwe rot wel eens weten hoe het er aan toegaat rond een WK-toernooi. Geen moment had Bicentini de indruk gekregen dat Hiddink op zijn baantje zat te azen. De verbazing werd nog groter toen de voetbalbond van Curaçao in augustus op een persconferentie liet weten dat al in januari een mondeling akkoord was bereikt met Guus Hiddink. Volgens de bond zou Bicentini geweigerd hebben als assistent verder te gaan.

RECHTSZAAK

Tot begin november moest Hiddink wachten voordat hij kon beginnen met zijn eerste trainingsweek als bondscoach. Na een rechtszaak, aangespannen door Bicentini, kwam de voetbalbond uiteindelijk toch tot een schikking die de weg vrij maakte voor een nieuwe bondscoach.

Inmiddels zoekt Hiddink verder naar spelers  die de selectie van Curaçao kunnen versterken. Van de 781 spelers die sinds 1905 in het Nederlands Elftal speelden, hebben er twaalf roots op Curaçao. Het zijn er wel stukken minder dan de ruim vijftig met wortels in Suriname, dat hemelsbreed op 1700 kilometer ten zuidoosten van Curaçao ligt.

AANBOD IN NEDERLAND

Het aanbod in Nederland breidt zich gaandeweg uit. Hiddink mikt vooral op jonge spelers die nog moeten kiezen voor welk nationaal elftal ze straks zouden willen uitkomen. Spelers die jeugdinternational in Nederland zijn, heeft hij daarvoor op de korrel zoals de Ajacieden Quinten en Jurriën Timber, Sontje Hansen en Tahith Chong die bij Werder Bremen in de Bundesliga speelt.  Daarnaast is het oog gericht op (kandidaat-)internationals die de laatste jaren niet meer in aanmerking kwamen voor Oranje, bijvoorbeeld Riechedly Bazoer (Vitesse) en Jürgen Locadia (FC Cincinnati).

Momenteel telt de selectie van Curaçao al veel bekende ­namen uit het Nederlandse voetbal zoals keeper Eloy Room (Columbus Crew), Juriën Gaari (RKC), Leandro ­Bacuna (Cardiff City), Jeremy de Nooijer (Al-Shamal), Juninho Bacuna (Huddersfield Town), Brandley Kuwas (Al-Nasr), Rangelo Janga (NEC), Charlison Benschop (Apollon ­Limassol) en Jarchinio Antonia (SC Cambuur).

‘OP DE RADAR’

,,De bekende jongens zoals ik het noem, de groep Bacunaatjes’’, zo vat Hiddink het samen in het AD. ,,Maar we kijken verder. Er zitten nog veel meer spelers op onze radar. Ik begrijp dat die jonge gasten nog denken: eerst Jong Oranje en dan Oranje. Die stellen hun eventuele keuze voor Curaçao nog even uit. Maar er komt straks misschien een moment dat die weg onbegaanbaar blijkt. Als ze niet in beeld zijn of als er simpelweg te veel concurrentie is? Dan staan wij klaar.”

Kwalificatie voor het WK kan voor zulke spelers als een magneet werken, hoopt Hiddink: ,,Stel dat wij ooit het WK halen. Dat is het doel, daar werken we aan. Het is een lange weg en bepaald geen eenvoudige. Om uiteindelijk daar te komen, moeten we ons meten met landen als Mexico en de Verenigde Staten. Ga er maar aan staan. Maar ik denk deze dagen nog weleens aan Leo Beenhakker. Die stond opeens met Trinidad en Tobago op het WK in Duitsland. Met eigenlijk alleen captain Dwight Yorke als grote naam. Het kan dus wel.’’

Share.

About Author

Henk Mees (1948) was 25 jaar actief in de sportverslaggeving voor het Brabants Dagblad met als standplaats 's-Hertogenbosch. In die periode was hij twintig jaar lang vaste verslaggever van Oranje voor regionale krantencombinaties en deed hij ook verslag van Europa Cup-wedstrijden van Ajax, Feyenoord, PSV en AZ. Ook was Henk Mees actief op de EK's en WK-toernooien in de periode 1984-2000. Daarnaast versloeg hij twee keer de Tour de France (1980 en 1981), andere grote wielerwedstrijden en de Olympische Spelen van 2000 in Sydney, waarna hij verder ging in andere functies bij het Brabants Dagblad. Henk Mees schreef of werkte mee aan diverse voetbalboeken, onder meer over de geschiedenis van het Nederlands elftal en diverse Nederlandse clubs.

Comments are closed.