In dit boek neemt de woordvoerder van de Rode Duivels en voormalig verslaggever Stefan Van Loock u mee op zijn reizen naar 66 mythische Europese voetbaltempels. Elke week op vrijdag of midweek op dinsdag leidt Stefan u rond door de catacomben en het verleden van een voetbalpaleis waar daags nadien een belangrijke wedstrijd gespeeld wordt.
Deel twee: Stade Louis II van AS Monaco. Hét voetbalstadion van het prinsdom met het veld op het dak van een parkeergarage, zelden kolkende sfeer maar toch een paar bijzondere kenmerken. Zondag wacht dé wedstrijd van het jaar: ASM tegen L’OM. Monaco tegen Marseille.
Parel aan de Middellandse Zee.
Zomer 1993. Van op één van de vele panoramische uitkijkposten in de stad heeft het Stade Louis II veel weg van een kasteel of een klooster, dat is opgetrokken in terracotta en met de groene grasmat als patio. In perfecte harmonie met de natuurlijke omgeving. Het stadion is voor driekwart overdekt. Op de bovenste treden van de open zijde rusten negen immense arcades die het hele bouwwerk een kerkelijke aanblik geven. Daarachter ligt de onzichtbare grens met Frankrijk. Wat verderop klotst het zeewater tegen de boorden van het prinsdom.
Perfect uitzicht voor de prins
Aan de voorgevel van het stadion prijkt de naam van Louis II in gouden letters. De in 1949 overleden Prins van Monaco liet in 1939 langs de Avenue des Castelans het oude Louis II-stadion bouwen. Het oude stadion lag ingesloten tussen de spoorweg en de haven, maar is door de bouwwoede al lang van de kaart geveegd. Van op de rots had de prins een perfect uitzicht over de arena, al verkoos hij de wedstrijden in het stadion zelf bij te wonen.
AS Monaco, dat in 1924 werd opgericht en in 1948 als gast mocht toetreden tot de Franse hoogste klasse, behaalde er vier landstitels alvorens het bijna vier decennia later zijn intrek nam in de gloednieuwe arena.
Het nieuwe stadion, waarvoor de plannen al in 1979 waren getekend, werd ingehuldigd op 25 januari 1985 en telt 18.523 plaatsen. Op het plein vóór de hoofdingang staat een sculptuur, die zowel een doelman, een discuswerper als een zwemmer uitbeeldt. Beter kan het multifunctionele karakter van het stadion niet benadrukt worden.
Hard en hobbelig
Leek het stadion daarstraks van op de helling op een Provençaals klooster, dan oogt het van dichtbij, als ik pal vóór de hoofdtribune sta, al wat minder fraai. Ik zie nauwelijks verschil met de kantoorgebouwen in de buurt. Die indruk krijg ik ook binnenin. Te beginnen bij de gigantische parking met 1.500 plaatsen van waaruit een lift de toeschouwers naar de immense inkomhal brengt. Ik heb nog steeds niet het gevoel dat ik in een voetbalstadion ben, maar eerder in een hotel of een administratief centrum. Van een voetbalveld is geen spoor.
Dat blijkt achteraf ook logisch. De parkeergarage ligt niet onder het stadion maar palmt wel de eerste vier verdiepingen in. Het veld ligt er gewoon bovenop en fungeert als dak van de parking. Dat verklaart allicht de vaak slechte staat van het veld: hard en hobbelig. Al is ook de zoute zeelucht mee verantwoordelijk voor de kale plekken die her en der zichtbaar zijn.
De prinselijke loge
Aan de binnenzijde is deze arena echter een pareltje inzake architectuur, met veel gevoel voor de natuurlijke elementen van de streek. Het dak, met zijn typisch okerkleurige pannen, hangt in brede segmenten over de tribunes en wordt in de hoeken gedragen door grote beige cilinders, die tot diep in de zeebodem staan. Samen met de gele zitjes geven zij het stadion een erg rustgevend Provençaals karakter. De arena straalt daardoor een natuurlijke warmte uit, al oogt het door zijn open karakter even vaak klinisch kil.
De rode atletiekpiste vormt de perfecte overgang naar de kort geschoren grasmat waar de krijtlijnen worden bijgewerkt. In de eretribune gaat de zonnewering van de prinselijke loge naar beneden. De prins moet in de allerbeste omstandigheden van de match kunnen genieten. De negen hoge arcades op de Cap d’Ail-tribune laten de mistralwind binnenwaaien waardoor het veld kan verluchten. Daarachter ligt het bergachtige hinterland van het prinsdom.
Raymond Goethals
De match van het jaar in het Stade Louis II is de derby tegen Olympique Marseille. Een beladen duel. Prinselijke protserigheid tegen pure passie. Qua aanhang bestaat er nauwelijks meer tegenstelling dan tussen deze twee clubs. Het is zowat de enige wedstrijd waarvoor het stadion volloopt. Doorgaans zit er nauwelijks meer dan 5.000 man op de tribunes.
Kwart over acht en het stadion zit eivol. Vanzelfsprekend is ook de persbelangstelling enorm. Op de atletiekpiste wemelt het van de cameramensen en fotografen. Ook in België komt de topper live op de buis via betaalzender Canal Plus, dat voor de gelegenheid Raymond Goethals als consulent heeft ingehuurd. Al heeft die het tot kort vóór de aftrap erg druk met het uitdelen van handtekeningen.
Het haar van Arsène Wenger
In de spelerstunnel in de hoek van het veld wachten de spelers op het sein om het strijdperk te betreden. Op het reusachtige scorebord, boven de spionkop van Olympique Marseille aan de open kant van het stadion, flikkeren de 22 namen.
Het haar van Arsène Wenger, de trainer van Monaco, is nog bruin. De jonge Elzasser (43) heeft hier al zes jaar de sportieve leiding en rekent vanavond op zijn grote namen: doelman Jean-Luc Ettori, Youri Djorkaeff, Enzo Scifo, Victor Ikpeba en Emmanuel Petit. Olympique Marseille probeert het met onder meer Rudi Völler, Marcel Desailly en Alan Boksic.
Enzo Scifo
Uit de spionkop van Monaco stijgt Bengaals vuur op als beide ploegen het harde veld oplopen. De spionkop heeft zijn vaste plaats op Le Rocher, de overdekte tribune aan de kant van de beroemde rots waar het paleis van de Grimaldi’s op gebouwd is.
Enzo Scifo is bij tal van acties betrokken en als hij zich klaarmaakt voor een vrijschop flitsen en ratelen de fototoestellen. Het Monegaskische publiek toont zich vanavond van zijn fanatiekste zijde. Dat moet ook wel om op te tornen tegen het verbale geweld uit Marseille. Maar de wedstrijd heeft weinig om het lijf. Op dit veld kan je niet voetballen. Al snel wordt duidelijk dat beide ploegen tevreden zijn met 0-0. De wedstrijd heeft echt niks om het lijf. Net als 18.000 toeschouwers keren ook wij van een koude kermis terug.