woensdag, november 20

De Paleizen van Koning Voetbal – San Siro (7)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

In dit boek neemt de woordvoerder van de Rode Duivels en voormalig verslaggever Stefan Van Loock u mee op zijn reizen naar 66 mythische Europese voetbaltempels. Elke week leidt Stefan u rond door de catacomben en het verleden van een voetbalpaleis waar daags nadien een belangrijke wedstrijd gespeeld wordt. Vandaag San Siro, want zondag wordt daar de befaamde Milanese stadsderby gespeeld, ook wel derby della Madonnina genoemd. Al wordt vooral uitgekeken naar de confrontatie tussen Romelu Lukaku en Zlatan Ibrahimovic. De twee sterren clashten tijdens het vorige duel enkele weken terug voor Coppa. Aan sfeer op het veld zal het dus niet ontbreken, maar de tribunes blijven helaas leeg om de alom gekende reden. Stefan Van Loock was al eens getuige van de derby in een vol San Siro. Hier alvast zijn relaas. Het volledige stadionverhaal leest u in zijn boek ‘De Paleizen van Koning Voetbal’.

San Siro, Milaan (80.018 plaatsen)

 Het scala van het calcio

6 april 2005. Terwijl in Rome duizenden pelgrims in de rij staan om het lichaam van Paus Johannes Paulus II een laatste groet te brengen, gaat in Milaan het leven zijn gewone gang. De prille lentezon stuwt het kwik naar twintig graden. De Piazza del Duomo maakt zich op voor alweer een doorsnee dag. Toeristen, al dan niet met camera in de aanslag, laten de duiven opvliegen, her en der gaan de kraampjes met prullaria open en in de poepsjieke ‘Galeria del duomo’ worden de eerste espresso’s besteld. Milaan op z’n best. Aan de ingepakte voorgevel van de Dom – het lijkt wel of de Bulgaarse inpakkunstenaar Christo langs is geweest – is het aanschuiven voor de lift die ons voor zes euro naar het dak van de imposante kathedraal brengt. Van daaruit zien we door de optrekkende smogresten die andere kathedraal opdoemen: San Siro waar onze dag straks zal eindigen.

Niets wijst er nu al op dat de betonnen mastodont enkele uren later de gedaante zal aannemen van een vulkaan in volle eruptie waarvan het gebulder tot in de verre omtrek hoor- en voelbaar zal zijn. Vanavond staan de twee vaste bespelers van deze tempel, AC Milan en Internazionale, tegenover elkaar in de heenwedstrijd van de kwartfinales van de Champions League. Een wedstrijd die de Milanees voor geen geld wil missen. En wij al evenmin. We zijn met een groepje van vijf collega’s op midweekse voetbaltrip onder de noemer ‘teambuilding’. Voor zover teambuilding nog nodig was.

San Siro versus Meazza

AC Milan is de thuisploeg vanavond en dus gaan we naar San Siro. Als Inter thuis speelt, wordt de arena Giuseppe Meazzastadion genoemd. San Siro verwijst naar de naam van de parochie, Meazza naar één van de succesrijkste spelers uit de clubgeschiedenis van Inter. Giuseppe Meazza maakte 272 goals voor de Nerazzurri en 33 voor Italië, de Squadra Azzurra. Toenmalig bondscoach Vitorio Pozzo zei over Meazza: “Wie hem in de ploeg heeft, begint de wedstrijd met een 1-0 voorsprong”. Aangezien Meazza op het einde van zijn carrière nog twee seizoenen voor rivaal AC Milan uitkwam, werd het San Sirostadion bij zijn dood in 1979 officieel omgedoopt tot Giuseppe Meazzastadion. Al klinkt San Siro zoveel mooier. Maar gezien zijn verdienste voor beide clubs is dit eerbetoon hem wel gegund.

De drijvende kracht achter het San Siro-project, was bandenmagnaat en Milan-voorzitter Piero Pirelli. De vorm van het oorspronkelijke San Siro is in geen enkel opzicht nog te vergelijken met de moderne tempel die er nu staat. Het oude stadion met 35.000 plaatsen was er één naar Engels model met vier afzonderlijke tribunes kort op het veld. De inhuldigingswedstrijd op 19 september 1926 ging – hoe kan het ook anders – tussen de twee stadsrivalen Inter en AC Milan, die tot 1908 onder de gemeenschappelijke naam FC Milan speelden. FC Milan werd opgericht in 1899 door enkele ingeweken Engelsen, maar hanteerde desondanks de filosofie om alleen maar Italiaanse spelers op te stellen. Omdat enkele vennoten het daar niet eens mee waren, richtten die in 1908 het meer kosmopolitische Internazionale op. Inter vernederde zijn gewezen broer AC Milan in die openingsmatch met 6-3.

De zwarte markt

Het is inmiddels bijna half zes en dus de hoogste tijd om ons weer richting San Siro te begeven. Eerst van het metrostation Moscova tot Cadorna en vandaar de rode lijn tot Lotto, de eindbestemming voor wie naar het voetbalheiligdom wil. De combinatie van avondspits en de massa tifosi op weg naar het stadion maakt van die laatste ondergrondse rechte lijn, een hachelijke onderneming. We zitten als sardienen op elkaar. De paal in het midden van het treinstel begeeft bijna onder de immense druk.

Wanneer vijf haltes later de deuren weer openklappen en de hele mensenmassa als een tsunami naar de uitgang wordt gestuwd, kunnen we opnieuw ademhalen. Ik merk helaas ook dat in de massa mijn fototoestel is gestolen. Nog voor we de uitgang hebben gevonden, worden we opgewacht door tientallen tifosi die kaartjes aanbieden. Dit is de zwarte markt. Open en bloot. Geen geheim gedoe. “Ik heb de tickets aan dertig euro gekocht”, vertrouwt ene Renato ons toe, “voor zestig euro zijn ze van jullie.” Er lijken wel honderden, misschien zelfs nog duizenden kaartjes in voorraad voor de ‘Third tier’, de derde ring. “Hoog maar wel met een behoorlijk uitzicht”, ratelt hij in een nieuwe poging om ons vertrouwen te winnen. Wat ons betreft, kan hij zich de moeite besparen. Wij hebben onze tickets al.

 Adembenemend indrukwekkend

We lopen verder door naar het stadion. De richting wijst zichzelf uit. Gewoon de mensenzee volgen en afgaan op de geur die uit de smaakvol ingerichte braadworst-, hamburger- en pizzatenten waait. Twintig minuten later, terwijl de zon zich stilaan achter de horizon verschuilt, doemt San Siro op, als een neergedaald ruimteschip. Adembenemend indrukwekkend. Terwijl we stilaan bekomen van de eerste kennismaking aan de buitenkant begint de vulkaan aan de binnenkant te borrelen. De enkele duizenden fans die zich ruim twee uur voor de aftrap al in het stadion bevinden, roeren zich. Op ons ticket staat ‘3 OVEST ROSSO’. Derde ring in de hoofdtribune.

Anderhalf uur voor de aftrap hebben we onze bestemming via de befaamde wenteltrappen in de cilindertorens bereikt. De minuten schrijden voorbij en het stadion loopt met 78.958 toeschouwers vol. Meer mogen er vanavond niet in. Van op mijn plaats kijk ik recht op de oosttribune waar de derde ring onderbroken wordt. Dat komt omdat die anders te fel over de aanpalende hippodroom “del Trotto” zou hangen. Daardoor hebben we een mooi uitzicht op de skyline van Milaan, dat zich stilaan in de duisternis hult. De tifosi zorgen voor een zinderende sfeer. De ultra’s op de tweede ring dansen en springen zodat het stadion schrikwekkend begint te daveren.

160.000 handen gaan op elkaar

San Siro zal vanavond voor driekwart rood en zwart kleuren. ‘Undedici leoni , oggi mai che nunca’ – elf leeuwen, vandaag meer dan ooit – staat er op een indrukwekkend spandoek. Het andere kwart, aan de Curva Nord, wordt ingenomen door de bezoekende Inter-fans. Een kwartier voor de aftrap wordt het plots heel stil en verschijnen er op het scorebord beelden van de pas overleden paus, begeleid door gregoriaanse muziek. Daarop ontstaat een spontaan applaus. De bijna 160.000 handen gaan op elkaar en klappen zich rood. Twee minuten lang. Onafgebroken. Indrukwekkend. Een emotionele rilling rolt over de tribunes van San Siro. De scala van het voetbal wordt twee minuten lang een echte kathedraal. Ingetogen. Ook San Siro is devoot katholiek. Als na de plechtigheid de spelers hun opwachting maken, ontploft San Siro en wordt het stadion gehuld in een rood aan de ene en een blauw-geel rookgordijn aan de andere zijde. Daardoor valt er de eerste tien minuten amper een bal te bespeuren. Gelukkig is de rook volledig opgetrokken als Jaap Stam kort voor de rust de openingsgoal binnenkopt. Daarop volgt een nieuwe uitbarsting en bij de 2-0 voor Milan opnieuw. Dit is San Siro op zijn best, een vulkaan in volle eruptie.

De paleizen van Koning Voetbal | Stefan Van Loock

Share.

About Author

Comments are closed.