Wat zegt het je nog? WOW. Of Waardig Ouder Worden. Een politieke partij die in de jaren negentig een kort leven beschoren was en zich vooral richtte op ouderen. Dat woordje spookte de laatste weken enkele keren door mijn hoofd bij het afscheid van enkele sporters. Natuurlijk, het woordje “oud” heeft echt wel een andere betekenis in topsport. Nina Derwael is 20 en wordt als een ancien omschreven, Kim Clijsters (nu 37) speelt straks tegen meisjes die nog niet geboren waren toen zij haar eerste finale op Roland Garros speelde en slechts nipt met 10-12 in de derde set verloor tegen Jennifer Capriati. Clijsters en Derwael, allebei nog jong (tenminste in mijn 65-jarige ogen), maar dus oud tot zeer oud in hun sporttak.
Deschacht
Maar wat dan te zeggen van Olivier Deschacht. Die is vorige maand veertig geworden, maar blijkt nog altijd een zeer nuttige schakel bij Essevee. Het is ook daarom dat Franky Dury erop aandringt dat Deschacht er nog een jaartje zou bij doen. Ik ken de man niet persoonlijk en zijn leven buiten het voetbal interesseert me al helemaal niet, maar ik heb alle respect voor de afgelegde weg en de manier waarop hij nu met zijn carrière omgaat. Want laten we wel wezen, die carrière is absoluut niet uitsluitend over rozen gegaan. Alle verhoudingen in acht genomen kunnen we stellen dat Deschacht geen supertalent is, maar dat hij wel alles uit zijn meer dan 20-jarige carrière als topvoetballer haalt/heeft gehaald.
Hij weet precies wat hij kan en hij speelt ook volgens dat credo. Hoe vaak is hij bij de club van zijn hart niet afgeschreven, maar heeft hij telkens weer – en overigens volkomen terecht – zijn plaats afgedwongen. Waarschijnlijk is ook geen enkele Anderlechtspeler zo vaak en zo veel uitgefloten geworden als Olivier Deschacht, maar hij leek zich daar dan toch telkens te kunnen over zetten. Hoe pijnlijk moet dat afscheid bij Anderlecht geweest zijn? Het doelpunt dat hij in een truitje van Lokeren tegen Anderlecht scoorde en het applaus van het Anderlechtpubliek moeten deugd hebben gedaan, maar waren toch niet meer dan een zalfje op een open wonde van een topclub die niet weet hoe die met zijn iconen omgaat.
Olivier Deschacht is heus niet de enige, maar hij is wel iemand met de langste staat van dienst. En toch gedraagt hij zich waardig. Ik herinner me zijn optreden enkele weken geleden in Extra Time, waar hij het – al dan niet gewild – voor de scheidsrechter opnam en er de analisten op wees dat de ref in een fractie van een seconde moet beslissen waar zij op maandagavond dan een kwartier over discussiëren zonder het eens te raken. Klasse. Nooit ben ik hem in levenden lijve tegengekomen, maar mijn respect als voetballer verdient hij door deze tekst.
Proto
Een andere speler die onlangs afscheid van het actieve voetbal nam, ben ik wel tegengekomen, zij het dan wel zeer kort. Op de luchthaven van Zaventem kruiste ik de ploeg van Anderlecht die terugkwam van een Europese match. Ik ben echt wel vergeten wie de Italiaanse tegenstander was, maar Proto had in zijn eentje de ploeg rechtgehouden. Bij het kruisen wenste ik hem kort maar krachtig proficiat met zijn prestatie. Tot daar mijn ontmoeting met Silvestro (Silvio) Proto. Te kort voor een diepgaande analyse.
Maar mij trof wel de toon en de inhoud van zijn afscheidsbrief. Pure klasse. Voetballers hoeven natuurlijk geen auteurs te worden. En niet iedereen heeft het (column)talent van Jan Mulder, maar het is toch een verfrissende verademing dat Silvio Proto op een dergelijke manier in één van zijn moedertalen afscheid neemt van het profvoetbal (want te veel huidige voetballers en trainers bedienen zich van een krakkemikkig taaltje, waarvan ze beweren dat het Engels is in plaats van hun moedertaal te gebruiken). Sporza noemt het zelfs een lyrische brief, ook al is dat er misschien wel wat over, maar toch te begrijpen omdat we weten hoe uitzonderlijk zo’n ontboezeming eigenlijk wel is.
Ontwapenend eerlijk
Wat echter vooral opvalt is de ontwapenende eerlijkheid van Proto die zich blijkbaar toch nooit helemaal heeft thuis gevoeld in het fake wereldje van het voetbal, maar tegelijkertijd er zich ook niet van afkeert. Wel in tegendeel, hij duidt heel duidelijk aan wat hij aan zijn voetbalcarrière te danken heeft, maar dat hij desondanks zonder spijt of wrok uit het wereldje stapte waar hij niet thuishoorde. Als je een boek verkiest boven een “boek kaarten”, dan ben je eigenlijk al een buitenbeentje. Maar vergeten we hierbij vooral ook niet dat Proto een fantastische carrière heeft gehad met de nodige titels, waaronder zes Belgische titels, twee bekers en drie keer doelman van het jaar. En in 2008 zelfs het doelpunt van het jaar. Als doelman moet dat toch wel een unieke prestatie zijn.
Zijn dankjewel aan zijn “petite femme” met de 35689632 superstitions zijn sterker dan een betoog over de vrouw achter de voetballer, maar vooral de groet aan zijn kinderen die hem de beste voetballer ter wereld vinden (zoals alle kinderen over hun papa of mama denken) is recht uit het hart gegrepen en laten bij mij het beeld na van een sterke persoonlijkheid die de waan van de dag overstijgt en weet wat er in de wereld te koop is, weg van goudkleurige Bentleys en schoudertasjes van Vuitton.
Waardig ouder worden, in topsport is het niet iedereen gegeven.
Eeuwige 25 – Eeuwige 25 van Anderlecht: van Mermans tot Kompany | Raf Willems