maandag, mei 6

Toen de voetballers nog spraken: 6. een verjaardag in Tirana

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Het is weer zover. Weer een jaartje erbij. 75, ik kan het zelf nauwelijks geloven. Wat een ouwe zak. Straks komen de voetbalvrienden langs. Twee van hen kunnen er helaas niet bij zijn: Peter (operatie) en Eddy (helaas alom bekend). Op een dag als deze moet ik immer terugdenken aan 22 december 1984. Eén van de meest gedenkwaardige interlands uit mijn carrière en misschien de grootste blamage uit de geschiedenis van de Rode Duivels.

De voorronde van het WK 1986: Guy Thys en de Belgische voetbalbond keken na de loting erg op tegen de verplaatsing naar Albanië. Het land stelde op voetbalgebied nog veel minder voor dan nu, maar de reis en het verblijf schrok iedereen af. Om de pijn zo kort mogelijk te maken, werd beslist de uitduels tegen Griekenland en Albanië te combineren. Op woensdag werd er in Athene gevoetbald, op vrijdag doorgevlogen naar Tirana, waar op zaterdagnamiddag gespeeld werd (er was geen verlichting in het Qemal Stafastadion) en na afloop werd er meteen naar Brussel teruggevlogen. Iets meer dan 24 uur Tirana was meer dan genoeg.

Drie op vier (een overwinning leverde toen slechts twee punten op) was het minimale doel van wat de beruchte Balkantrip zou genoemd worden. In Griekenland werd gelijkgespeeld (0-0), zodat in Albanië gewonnen moest worden. Zoals gepland.

De aankomst op de luchthaven was bijzonder en tijdens de busrit naar het hotel zagen we langs beide kanten van de weg overal bunkertjes voor één man. Bestemd voor soldaten bij een vijandelijke aanval. Het werd alleen maar vreemder. Pers en spelers logeerden in hetzelfde hotel (ik denk zelfs dat het het enige hotel was van de hoofdstad) en we hadden allemaal gezelschap op de kamer: kakkerlakken.

Toen we met de collega’s in de namiddag iets gingen drinken in het stadscentrum werd ik, samen met RTBF-radiocollega Jean Duriau, aangegaapt alsof ik van een andere planeet kwam. We hadden (hebben) immers een baard en dat was ongezien. Albanië was het meest geïsoleerde land van Europa. Het werd geleid door de communistische dictator Enver Hoxha, die zelfs met de Sovjetunie gebroken had en alleen met China vriendschappelijke relaties onderhield.

Godsdiensten waren er verboden en een baard werd beschouwd als een symbool van de geestelijkheid. Tot enkele maanden voor ons bezoek mochten buitenlanders zelfs het land niet in met een baard. Wij behoorden tot de eerste bebaarde wezens die de inwoners van Tirana te zien kregen.

Geroezemoes

De wandeling door het stadscentrum nadien was onvergetelijk. Er waren winkels, maar in die winkels lag niets. Echt, werkelijk niets. Het land was doodarm. ’s Avonds werd het nog vreemder. Ons hotel lag op het grote centrale plein. Op dat plein liepen honderden, misschien wel een paar duizenden mensen. Maar je hoorde niets dan geroezemoes. Auto’s waren verboden. Alleen regeringsleden werden door een chauffeur rondgereden. Telkens een auto passeerde, stoof de massa uit elkaar.

Ik vierde de avond voor de match mijn verjaardag in het hotel, een andere gelegenheid was er niet. In de kelder was een nachtclub, met alleen een overvloed aan wit neonlicht. Behalve de bij elkaar geschoven tafels waar de Belgische pers aan zat, was er in de hoek nog een tafeltje bezet. Drie mannen in kostuums waar je alleen leden van de plaatselijke KGB kon in vermoeden. Wij werden nauwgezet in de gaten gehouden. Echt een vrolijke boel.

Een dag later werd het alleen maar erger. De Rode Duivels slaagden erin te verliezen in Tirana (2-0). De WK-kwalificatie kwam zowaar in het gedrang. De Albanezen waren in alle staten. De Belgen werden gewoon uitgelachen. Rond de pers- en spelersbus danste de plaatselijke jeugd. Jongens van tien, twaalf jaar. Half of niet gewassen. Eén gezicht staat nog steeds in mijn geheugen gegrift. De knaap droeg van die kleurloze plastic sandalen – die je bij ons al enkele decennia niet meer ziet. Of beter gezegd: hij droeg één sandaal. Een tweede had hij niet of niet meer. Armoe troef. Zelden iemand een zege tegen de Rode Duivels meer gegund dan dat jochie.

En o ja, zoals je wellicht nog weet: de kwalificatie voor het WK in Mexico kwam er toch nog, dankzij barragewedstrijden tegen Nederland.

 

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply