maandag, december 23

Straatvoetbal wereldwijd: Ronaldo (Brazilië)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Wanneer Ronaldo vier jaar oud is, krijgt hij voor Kerstmis zijn eerste bal. Het is een witte, van plastic, die hij angstvallig bewaakt als hij er niet mee oefent onder het toeziend oog van zijn vader. De basistechnieken heeft hij al snel onder de knie en de fijne kneepjes van het spel leert hij tijdens de peladas, de geïmproviseerde wedstrijdjes met vriendjes op een braakliggend veldje. De straat bij hun huis loopt omlaag, en helemaal beneden, op een zonovergoten pleintje dat de jongens uit de buurt hebben geannexeerd voor zolang als de hitte draaglijk blijft, laat Ronaldo voor het eerst zien wat hij allemaal kan. Op zijn achtste zegt iedereen die hem ziet voetballen dat hij goed met de bal is. En de mensen in de wijk Bento Ribeiro beweren dat ze verstand hebben van voetbal. 

Toch is het frustrerend dat hij altijd op een pleintje of in een doodlopende straat moet spelen. Om zich echt te kunnen ontplooien heeft hij eigenlijk behoefte aan een veld van min of meer officiële afmetingen. Maar daar zijn er steeds minder van; ondanks de intensieve bebouwing is de noordgrens van Rio in de afgelopen dertig jaar maar een paar kilometer opgeschoven. In Bento Ribeiro zit alles potdicht. Sociologen vrezen dat de koortsachtige speculatie met onroerend goed in Rio de doodsteek zal vormen voor de toekomst van het Braziliaanse voetbal, omdat daardoor alle campas de varzea in de stedelijke agglomeraties verdwijnen. Alleen op deze veldjes, waar de peladas worden gespeeld, kunnen de jochies van de favelas, de krottenwijken, zich presenteren aan de scouts van de profclubs.

Omdat er geen geld voor is, blijft Ronaldo’s droom van een echt grasveld onvervuld, evenals die van toelating tot de voetbalschool van Gavea, waar het trainingscentrum van Flamengo zich bevindt. Op zijn elfde schrijft hij zich – gratis – in  bij de dichtstbijzijnde vereniging die op een halfuur lopen in de naburige wijk Vila Valqueire gevestigd is. De club heeft zich de pretentieuze naam Valqueire Tenis Club aangemeten, maar bij gebrek aan een tennisbaan is er nog nooit een bal geslagen. Het is eigenlijk meer een buurthuis dan een sporthal. Ronaldo speelt peladas op de met brokkelig cement geplaveide binnenplaats, die voor allerlei activiteiten wordt gebruikt. Ongelukkigerwijs beschikt de club niet over velden en zijn er evenmin vaste elftallen. Ronaldo kan niets anders doen dan zijn ambities aanpassen aan zijn financiële middelen en besluit op aanraden van een buurman zijn geluk te beproeven in het zaalvoetbal. Deze met futbol de salao of futsal aangeduide variant met vijf in plaats van elf spelers is erg populair in Brazilië. Het geld voor de verplichte tenniskleding verdient Ronaldo door op straat de tropische vruchten van een boom op zijn binnenplaats te verkopen.

Volkomen in beslag genomen door de peladas en de zondagse vriendschappelijke wedstrijden bij Valqueire TC stelt Ronaldo zijn huiswerk en lessen systematisch uit. Ondanks alle inspanningen van zijn moeder krijgt hij talloze spijbelbriefjes mee naar huis van school. Ronaldo mag dan de slechtste leerling van zijn klas zijn, zijn naam komt veelvuldig voor op het erebord van Valqueire TC. Net als Pelé aan het begin van zijn carriere laat hij zich graag en niet onverdienstelijk gelden als keeper, maar als spits blijkt hij een ware uitblinker te zijn. Na zijn vier doelpunten tegen Vasco da Gama weten de deskundigen op de tribunes het al: deze nieuweling zal niet lang bij Valqueire TC blijven hangen. Aan het begin van het volgende seizoen  verhuist zijn trainer naar Social Ramos, en neemt Ronaldo mee. Op twaalfjarige leeftijd maakt hij zijn debuut in de officiële competitie, in het futsalkampioenschap voor junioren van Rio. Op dat moment is er dus nog geen sprake van een overstap naar het futbol de campo, het veldvoetbal. Ook Social Ramos ontbeert een grasveld. De club neemt zijn reiskosten voor haar rekening en schotelt hem na afloop van wedstrijden en trainingen een stevige maaltijd voor. Bovendien heeft zijn moeder van de directie financiële middelen gekregen om een compleet sporttenue, inclusief schoenen. aan te schaffen.  

Steeds vaker laat Ronaldo zien dat zijn faam van wonderkind niet onterecht is. Tegen Clube Municipal zet Ronaldo een record neer van elf doelpunten plus een assist in één wedstrijd. De scouts houden hem scherp in de gaten. En kort daarop vraagt een van hen of hij een toelatingstest wil doen voor de voetbalschool van Flamengo. Hij wordt echter – na de test met honderd andere straatjochies uit alle uithoeken van Rio afgelegd te hebben – niet toegelaten. Aangemoedigd door zijn vader zet Ronaldo de grote teleurstelling afgewezen te zijn om in een verbeten wil om toch te slagen. Dat fanatisme levert hem de titel van topscorer op. De acht beste junioren van Social Romas, dat tegelijk nationaal vice-kampioen in de futsalcompetitie is geworden, verhuizen naar Sao Cristovao Futbol e Regatas, een traditionele voetbalclub, die uitkomt in de tweede divisie van de deelstaat Rio. Ronaldo verwerft daarmee het lidmaatschap van de officiële voetbalbond (voor veldvoetbal), wanneer hij bijna veertien is. Eindelijk kan hij een belangrijk obstakel overwinnen: nu kan hij oefenen op een terrein van reglementaire afmetingen, ook al is het dan kaal en afgetrapt. Een seizoen lang streeft Ronaldo twee doelen tegelijk na. Hij speelt veldvoetbal bij Sao Cristovao en blijft ook het futsal bij Social Ramos trouw.

Bron: Jean-Jacques Sévilla, Het fenomeen Ronaldo, 2003, blz. 47-48 49, 50, 51, 52-54, 55,  57

Rob Siekmann

Auteur van ‘Het straatvoetbalboek – Over de huidige betekenis van het straatvoetbal van vroeger’ (met een voorwoord van Richard Witschge), Willems Uitgevers, 2023

Share.

About Author

Regelmatig publiceren we artikels van eenmalige gastschrijvers. Ook zin om een artikeltje te plegen? Neem contact op met info@dewitteduivel.com en bezorg ons jouw tekst.

Leave A Reply