RSZ for dummies
Een revolutie in het amateurvoetbal. Zo kun je de nieuwe wetgeving in verband met de betaling van spelers in de lagere regionen van ons nationale voetbal wel noemen. Er was sinds enkele jaren wel al een hele weg afgelegd. Maar toch.
Ik herinner me dat ik van twee spelers in eerste provinciale Antwerpen vernam dat ze niet enkel hun bouwgrond, maar ook hun villa hebben kunnen betalen met wat ze in het voetbal hadden verdiend. Die beide mannen hadden (en hebben waarschijnlijk nog) een job buiten het voetbal en bijgevolg een dubbel inkomen: één normaal belast binnenkomen en één totaal onbelast binnenkomen. Ze wilden niet veel hoger spelen, omdat hun (speel)kansen op premies daar een stuk lager was. Deze twee verhalen zijn echt geen alleenstaande gevallen in Vlaanderen.
Het lijkt misschien vreemd, maar in minstens de laatste twee decennia van vorige eeuw waren deze toestanden min of meer de normale gang van zaken. Neen, niet de hoogte van de bedragen van de honderd- en honderdduizenden tot miljoenen Belgische franken, die was buitengewoon, maar wel de transacties zelf die over het hele land gangbaar waren. Zwart geld, gitzwart geld dat nooit het daglicht zag. Het ging in een enveloppe uit de binnenzak van de voorzitter rechtstreeks naar de sportzak van de voetballer en zag het financiële daglicht niet. Duizenden voetballers zullen dit fenomeen wel (her)kennen. Het zou overigens fout zijn om te denken dat dit fenomeen rond de millenniumwende verdween, maar de controles werden indringender en het werd wat moeilijker. Een Belg zou evenwel geen Belg zijn als hij daar niet creatief mee zou kunnen omspringen. Dus neen, het zwart geld is niet uit het amateurvoetbal verdwenen.
En daarom is de nieuwe regeling toch wel echt een revolutie. Spelers mogen per jaar nog maar maximaal 4500 euro verdienen, vrij van RSZ maar niet van belastingen. De bedragen moeten omwille van de transparantie digitaal worden betaald. Een centraal register en een modelcontract moeten verder duidelijkheid verschaffen en de ploegen moeten een financieel plan kunnen voorleggen. Dat moet allemaal de jeugd, de opleiding en de infrastructuur vooruithelpen. Dat is tenminste de bedoeling. Mooie beloftes. Het valt wel nog te bekijken of die beloftes kunnen worden waargemaakt. Want het valt natuurlijk niet uit te sluiten dat nu alles volgens het boekje zal verlopen, omdat bij sommigen creativiteit geen grenzen kent.
Om dit te voorkomen wordt er ook al gedacht aan een meldpunt, een soort kliklijn om de valsspelers te melden. Vals spelen is nergens geoorloofd, maar het lijkt des te vreemder in sport, waar je in principe fair play verwacht. Maar het idee om zo’n punt op te richten houdt meteen in dat men ook verwacht dat er ploegen zullen zijn die dit protocol minstens gedeeltelijk aan hun laars zullen lappen.
Uiteindelijk is dit een enorme stap vooruit. Maar toch wordt ook nu weer een uitzonderingsregime voor het voetbal gecreëerd. Waarom kon men niet gewoon het systeem van de verenigingswerkers toepassen? Een vrijwilliger kan een forfaitaire kostenvergoeding van 40,26 euro per dag krijgen met een maximum van 1626,77 euro per jaar en 2987,70 euro voor enkele sportgerelateerde taken (bijvoorbeeld sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, steward, terreinverzorger-materiaalmeester). Voetballers hadden perfect onder dit systeem kunnen ressorteren. Inderdaad, één derde minder, maar laten we vooral niet vergeten dat amateurvoetballers uiteindelijk niets anders doen dan hun hobby uitoefenen en hiervoor worden betaald. Dat is in tegenstelling tot alle vrijwilligers die wel degelijk een dienst leveren. Met andere woorden, je geliefkoosde sport uitoefenen brengt meer op dan een maatschappelijke taak opnemen. Dat kun je nauwelijks logisch noemen. Ter vergelijking willen we nog op twee zaken wijzen. Het huidige leefloon bedraagt 1640 euro per maand, dat is iets meer dan 33% van het vooropgestelde bedrag voor de voetballers. En veruit de meeste mensen die in ons land een hobby uitoefenen betalen zelfs voor hun tijdverdrijf: het lidgeld, het lesgeld, de toegangsprijs, de kosten voor een terrein of een lokaal, het materiaal dat je nodig hebt, …
Zoals gezegd, dit is een uitzonderingsregime voor voetbal. In andere sporten is dit gewoon niet nodig omdat daar veel minder tot haast geen geld in het spel zit. In heel wat eersteklasseploegen van andere sporten (van hockey over volley naar basket en nog andere sporten zoals atletiek of turnen) verdienen topatleten die meer moeten trainen heel wat minder dan een eersteprovincialer. En dat is toch echt de wereld op zijn kop. Daarbij moeten we nog aanstippen dat dit wel degelijk een Belgisch fenomeen is dat in onze buurlanden echt niet bestaat. Amateurvoetbal is daar – zoals het hoort – een hobby. Dit kan op hoog niveau, maar daar hoeft niet die hoge vergoeding bij.
Toch kunnen we alleen maar hopen dat dit een eerste stap is naar normalisering. Daarbij mogen we niet vergeten dat deze regeling geldt voor het amateurvoetbal en dat in het profvoetbal nog altijd de prehistorische regels gelden, ondanks enkele kleine aanpassingen. Daar moet een profspeler nog altijd minder RSZ betalen dan een poetsvrouw of een postbode. Het blijft en schandalige vaststelling dat dit maar niet opgelost raakt. In een maatschappij waar de armoedegrens voor steeds meer mensen dichterbij komt, is het gewoon onaanvaardbaar dat sporters die duizenden euro per maand verdienen niet of nauwelijks deelnemen aan die maatschappelijke zekerheid die iedereen en vooral de minderbedeelden in onze maatschappij bescherming en ondersteuning zou moeten bieden. Maar tot op heden ontbreekt de politieke wil om deze wantoestand voor eens en altijd uit de wereld te helpen. Vandaar de titel voor deze bijdrage, want hier dragen de zwakste schouders soms de zwaarste lasten.
Tot slot: één markt zal misschien toch wel te lijden hebben onder dit alles. Het gebruik van de enveloppe zal dramatisch in elkaar stuiken en ervoor zorgen dat we binnen de kortste keren een enveloppe alleen nog maar zullen gebruiken waarvoor ze dient. Om brieven te sturen. Maar aangezien een e-mail sneller, makkelijker en goedkoper is, loert ook daar het gevaar om de hoek. De papierindustrie weze bij deze gewaarschuwd.