zaterdag, april 20

Ook De Ligt moet verder zonder Barry Hulshoff

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Het is een wrange samenloop van ongewenste omstandigheden. Op de dag dat Matthijs de Ligt bij Juventus terug moest naar de reservebank (voor hoelang?), overleed zondag 16 februari zijn vertrouwenspersoon, Barry Hulshoff (van 30 september 1946). In welke mate De Ligt bij zijn keuze voor Juventus wél naar Barry Hulshoff heeft geluisterd, is altijd binnenskamers gebleven. 

Barry Hulshoff was circa vijftig jaar geleden de vaste voorstopper van Ajax. De functie bestond nog toen de Amsterdamse club tussen 1969 en 1973 vier keer de finale om de Europa Cup voor landskampioenen haalde, én drie keer won. Hij was voorbestemd als centrale verdediger van Oranje voor het WK van 1974, totdat een ernstige knieblessure Rinus Michels tot nieuwe inzichten dwong. 

Barry Hulshoff was bovenal een voetballer die in gedrag en taal altijd mens is gebleven. Voor Matthijs de Ligt was hij géén wegwijzer in de jungle waar clubs op zaakwaarnemers botsen. Als zij elkaar spraken, ging het over voetbal, over de keuzes die verdedigers moeten maken, over duelleren en koppen.

‘Barry, ik ben onwijs dankbaar dat ik jou heb leren kennen. Je hebt mij altijd geholpen als mentor, zaakwaarnemer maar vooral als beste vriend’, schreef De Ligt op zijn social media. ‘De dagen en uren dat wij samen over voetbal konden praten en lachen zullen mij altijd bij blijven. Je bent en blijft mijn grootste inspiratie. Ik zal je missen, Bar!’

‘GEEN SLIDING’

Voor de zakelijke transacties heeft Matthijs de Ligt zich verbonden aan de in heel Europa gevreesde Mino Raiola. Op  Barry Hulshoff kon hij altijd blijven terugvallen voor wijze raad op het grasveld. ,,Ik slurp alle informatie van hem op”, legde De Ligt wel eens uit. ,,Ik leerde Matthijs dat verdedigen niet alleen betekent dat je erin moet kleunen. Het is het oplossen van situaties en dat vereist veel inzicht. Er zijn duizenden omstandigheden waarin je als verdediger verzeild kunt raken. Als je één keer iets meemaakt, moet je weten hoe je er de volgende keer mee omgaat”, doceerde Hulshoff  in 2016.

Van Hulshoff leerde De Ligt onder meer zuinig te zijn met het inzetten van een sliding, Hulshoff in 2016 in De Telegraaf: ,,Een sliding is het laatste middel , een sliding op het middenveld is gekkenwerk.” De woorden van Hulshoff maakten vaak indruk op De Ligt.

ACHT CLUBS IN BELGIË 

Zó moeten ze twintig tot dertig jaar geleden ook geklonken hebben bij Wuustwezel, Lierse, Westerlo, Beveren, Beerschot, Sint-Truiden, Eendracht Aalst en KV Mechelen. ,,In België ben ik bij acht clubs trainer geweest, bij zes daarvan heb ik nooit een contract getekend. Zij gaven mij hun woord en ik de mijne. Uiteindelijk heb ik maar een keer een probleem gehad en dat was toevallig bij een club waarmee ik wel een papieren contract was aangegaan. Ik heb er tot vier jaar na mijn afscheid voor mijn geld moeten vechten. In het profvoetbal heb ik wel op mijn manier een weg in gevonden. Door eerlijk te zijn en door mijn principes na te leven”, vertelde Hulshoff in 2003 in De Volkskrant.

Barry Hulshoff stond te boek als een apart type in het Ajax van de jaren zeventig. Als voetballer had hij niets van het glamourachtige dat Johan Cruijff, Piet Keizer en Ruud Krol met zich meedroegen. Zijn techniek was beperkt, zijn bewegingen niet altijd gecoördineerd. In de jeugd van Ajax noemden ze hem Het Vraagteken, vanwege zijn lichaamshouding met dat lange lijf van uiteindelijk 1.88 en die wat gebogen nek.

SJAAK SWART

Hij kwam ook niet uit Amsterdam wat altijd al voor een natuurlijke achterstand zorgt. Barry Hulshoff werd geboren in Deventer, in het oosten van Nederland. Anderhalf jaar jong was hij nog maar toen hij met zijn moeder na een scheiding van zijn ouders in de Amsterdamse Dapperbuurt terecht kwam. Even verderop runde Sjaak Swart, vanaf 1956 al speler in het eerste elftal van Ajax, een winkel in rookwaren en ander gerief. Bij Swart klopt Hulshoff aan toen hij zich op zijn zestiende onrechtvaardig behandeld voelde als jeugdspeler van de amateurclub Zeeburgia.

Hulshoff  zocht iemand die hem bij Ajax kon aanbevelen, zo ging dat in die tijd. Tweeënhalf jaar later al, een jaar na de komst van Rinus Michels naar Ajax, debuteerde hij in de Eredivisie; in één team met Sjaak Swart, met een 1-1 gelijk spel in de Rotterdamse Kuip tegen Feyenoord.

MUZIEKKEUZES

Er werd raar tegen hem aangekeken destijds. Hulshoff bekende zelf zich vaak onzeker te voelen. De Amsterdamse flair was hem vreemd. Met zijn lange haren en woeste baard was hij een uitzondering, hij gedroeg zich vaak ook anders dan zijn meeste medespelers. Zijn voorkeur voor agressieve muziek werd niet altijd begrepen. Hulshoff  dweepte met The Rolling Stones, Them en The Pretty Things.

Om zo snel mogelijk nieuwe elpees in huis te kunnen hebben, ging hij in een platenzaak werken. ,,De nieuwste Led Zeppelin, die moest je gewoon hebben”, vertelde hij  ooit. ,,Binnen Ajax was ik geen buitenbeentje. Ik heb altijd zeer goed in groepen gefunctioneerd, maar ging wel mijn eigen weg. Mijn keuzes waren anders. Extremer. Ik sympathiseerde met de provo’s en de flowerpower-generatie. Kunst en literatuur hadden ook mijn interesses. Moderne schrijvers als Wolkers, Vestdijk en Reve spraken me aan. En een boek als Ik Jan Cremer natuurlijk Verplichte stuff, hét boek van mijn generatie. Een sensatie in die tijd.”

‘NIET GEMEEN GENOEG’

Pas anderhalf jaar na zijn debuut werd hij vaste keus voor Rinus Michels, vanaf begin 1967. ,,Michels vond me aanvankelijk te sof, niet gemeen genoeg”, verklaarde Hulshoff  in het alweer vergane weekblad Sportweek. ,,Ik heb bewezen dat het op mijn manier ook kon, zonder gemeen te zijn. Mijn kracht was het positioneel verdedigen. Ik kon een tegenstander in een positie dwingen waarin ík me sterk voelde. In 1972 werd ik zevende bij de verkiezing van Europees voetballer van het jaar. In die tijd noemden ze me de beste voorstopper ter wereld.”

Een kruisbandblessure knakte begin 1974 zijn carrière, op 27-jarige leeftijd. ,,Mijn kruisband scheurde af en omdat ze dat niet tijdig hebben geconstateerd, is die band helemaal weggesleten. Ik miste daarna toch de scherpte van vroeger. In 1977 ben ik naar MVV gegaan, eerste divisie. Ik heb er een schitterend jaar gehad, we promoveerden via de nacompetitie. Maar uiteindelijk bleven de blessures terugkomen. Op mijn 32ste ben ik ermee gestopt. Het ging gewoon niet meer.”

TWITTER: @hmees  

Share.

About Author

Henk Mees (1948) was 25 jaar actief in de sportverslaggeving voor het Brabants Dagblad met als standplaats 's-Hertogenbosch. In die periode was hij twintig jaar lang vaste verslaggever van Oranje voor regionale krantencombinaties en deed hij ook verslag van Europa Cup-wedstrijden van Ajax, Feyenoord, PSV en AZ. Ook was Henk Mees actief op de EK's en WK-toernooien in de periode 1984-2000. Daarnaast versloeg hij twee keer de Tour de France (1980 en 1981), andere grote wielerwedstrijden en de Olympische Spelen van 2000 in Sydney, waarna hij verder ging in andere functies bij het Brabants Dagblad. Henk Mees schreef of werkte mee aan diverse voetbalboeken, onder meer over de geschiedenis van het Nederlands elftal en diverse Nederlandse clubs.

1 reactie

  1. Pingback: important link

Leave A Reply