zaterdag, december 21

Michel Verschueren

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Interview met Michel Verschueren
Uit het boek ‘Helden met darmkanker’ van Luc Colemont en Piet den Boer.
Interview uitgeschreven door Raf Willems
Verschijningsdatum: oktober 2018

‘Op een bepaald ogenblik dacht ik dat mijn tijd gekomen was, net voor mijn darmoperatie. Ik ben slim genoeg om dat aan te voelen. Maar nu mag ik me weer de oude noemen. Ik voel me gelukkig want ik ben onderdeel van het grote huis van Anderlecht. Mijn persoonlijke top qua verwezenlijkingen? Onze 25ste landstitel in het jaar 2000 met ontvangst op het Koninklijk Paleis en de voltooiing van de bouw van ons stadion. Anderlecht won in zijn geschiedenis 34 landstitels en ik heb er twintig van in de club mee kunnen vieren. Anderlecht is een instituut. Ik heb er, op mijn 87ste, nog altijd mijn bureau. Ik vul er een deel van mijn dagen. En dat houdt mij scherp. Mijn tijd is nog niet gekomen.’

‘Hey Mister Michel, direct naar de kliniek!’

‘“Hey mister Michel, direct naar de kliniek.” Mijn dochter klonk kordaat nadat ik bloedsporen had ontdekt bij mijn ontlasting. Ze draalde geen seconde. Ik begreep meteen de ernst van de situatie. Ik spoedde me vanuit Anderlecht onmiddellijk naar het Academisch Ziekenhuis van Aalst. Plots ramde een grote vrachtwagen me in de flank. Ik hield het hoofd koel en reed door tot in het hospitaal. Daar werd ik opgevangen door dokter Bert Vandenbossche. Die onderzocht me en zag de tumor op de grote darm. Hij opereerde me op het einde van maart 2017. Een week later stelde hij vast: geen metastase! I was happy. En ik zit hier nog steeds op mijn bureau bij Anderlecht. Exact tien jaar eerder – voorjaar 2007 – ontwaakte ik uit een langdurige coma. Ik moest alles opnieuw aanleren: spreken, marcheren, schrijven. Ik was alles kwijt, maar heb het allemaal gevonden. Ik zou zelfs durven zeggen dat ik een beetje slimmer ben geworden dan vroeger. Maar blijkbaar toch niet slim genoeg want het was dus pas op aandringen van mijn dochter dat ik besloot een bezoek aan het AZ van Aalst te brengen. De derde keer zal fataal zijn, dat besef ik, maar dan ben ik hopelijk 99 jaar.’

Ik amuseer me met positieve berichten op mijn Twitteraccount.

‘Intussen amuseer ik mij met mijn Twitteraccount. Ik zit ver over de 9500 volgers en wil naar tienduizend (een aantal dat hij inmiddels heeft bereikt, red.). Ik laat me graag uit over politieke kwesties. Je weet dat ik de Open Vld-lijst geduwd heb van Maggie De Block? Ik behaalde meer dan zevenduizend voorkeurstemmen. Met tweehonderd meer zou ik zijn verkozen. Ik maak geen geheim van mijn liberale overtuiging. Wat ik betreur? Maggie was na de verkiezingen de populairste politica van het land. Als politici noodgedwongen de tering naar de nering zetten en van mensen iets afnemen, dan dreigen ze niet meer verkozen te worden. Terwijl het toch overal crisis is en de mooie jaren voorbij zijn. Deze trend acht ik een van de gevaren voor de toekomst. Ik ben een groot voorstander van de stemplicht. Ik hoop dat men die nooit zal afschaffen. Dat is iets dat mij bezighoudt. Het referendum van de Brexit zou anders zijn verlopen mét stemplicht. Ik hou niet van referenda. De politicus speelt met zijn loopbaan. Er zijn verkiezingen en die mensen zijn verkozen en horen hun werk te doen. Alexander De Croo sprak over de herfederalisering van het land. Ik heb hem geantwoord: “Hartelijk proficiat met die uitspraak, meneer De Croo en wees gerust, veel landgenoten willen het ook zo.” Politicoloog Carl Devos schreef: “De koers is gereden, de N-VA is weg.” Ik twitterde: “Wie te vroeg weg is, kan nog ingelopen worden.” Ik blijf een Belg in hart en nieren en zal dit geloof uitdragen tot het einde van mijn dagen. België moet samenblijven: een land met twee verschillende culturen en met Brussel als bindmiddel.”

Tot mijn 78ste wist ik amper wat een ziekenhuis was.

‘Een knallende vloek: “Godverdoemme!” Dat was mijn eerste reactie toen ik vernam dat ik zelf slachtoffer van darmkanker kon worden. Ik vloog naar Aalst en maakte onderweg mijn rekening want ik zou nog voor dit en voor dat moeten zorgen.’

‘Tot mijn 78ste wist ik amper wat een ziekenhuis of een dokter was. Ik heb tot die leeftijd geen cent moeten krijgen van het ziekenfonds. Ik neem vandaag een bloedverdunner tegen hartkloppingen, dat is alles. Daar kan men honderd jaar mee worden: I’m feeling good!’

‘Tegenwoordig verzorg ik mijn eten en let ik op de drank: maximum twee glazen wijn per dag, maar verder geen alcohol meer. Vroeger dronk ik graag whisky-cola en vodka, maar dat heb ik onherroepelijk geschrapt. Mijn bewondering voor de medische wereld is groot. Als ik zie hoe dokters en verpleegkundigen werken, chapeau! Ik hoop dat ons gezondheidssysteem betaalbaar blijft want het is een van de beste van de wereld. In ons land wordt vandaag over alles gezeurd, maar wie de miserie in Congo of Syrië ziet, mag best beseffen dat wij in een paradijs leven. Onze media spitten echter steeds de negatieve dingen op. Ik herhaal: mijn respect voor de medische wereld is bijzonder groot. Ik ben dokter Colemont met zijn actie enorm erkentelijk.’

Anderlecht van koploper van Europa tot te koop aangeboden: de tijden veranderen.

‘De voorbije twee jaar verloren acht ex-spelers van RSC Anderlecht het leven. Dat doet een mens nadenken. Dan voelt men zich stilaan een survivor. Oud worden, gezond blijven, dat is onbetaalbaar voor een mens. Ik vier in 2018 mijn zestigste jaar activiteit in het voetbal: Boortmeerbeek, Eendracht Aalst, Anderlecht, Daring Molenbeek, RWDM, opnieuw Anderlecht. Als leraar lichamelijke opvoeding specialiseerde ik mij in de fysiektraining bij voetballers. Ik betaalde zelf vijftien zakjes met zand om de spelers weerstand te laten kweken door intervaltraining. Dat deed in die tijd niemand. Het idee van de business-seats kwam in België ook van ons. Ik ontdekte het bij New York Cosmos en Washington Diplomats toen ik in 1980 de transfer van Juan Lozano afhandelde. Ik bezocht ook een paardenkoers waar geen kat langs het parcours stond. Alle toeschouwers zaten immers in een gebouw met vijf verdiepingen. Ik porde mijnheer Constant Vanden Stock even aan: “President, heb je dat gezien?” Hij antwoordde: “Verschueren, je gaat toch niet met paardenkoersen beginnen hé?” In de halve finale van de Europacup der Landskampioenen speelden we in 1982 tegen Aston Villa. Daar ontdekte ik loges en seats. Zo begonnen we in 1983 aan het avontuur en in 1991 hebben we het kunnen afronden. Alles was betaald met het geld van de huurders van de seats. We waren toen koploper en heel Europa bezocht ons. En op het einde van het jaar 2017 stond Anderlecht dus zogezegd te koop. De tijden veranderen. Ik hoop dat onze club het zal overleven.’

‘Ik ben zeer tevreden dat de overnemer een Belg is en geen Chinees of Rus. Een zeer intelligente ondernemer bovendien met grote ambitie en geweldige financiële mogelijkheden. Toen hij officieel begon te praten na de overname heeft hij drie mensen uitgenodigd in het restaurant Saint-Guidon, in het stadion van Anderlecht: Eddy Merckx, Paul Van Himst en Mister Michel. Hij heeft ons toen gezegd: voor mij zijn jullie de drie wijzen van RSCA. En wij hebben nu een gratis plaats voor het leven in de eretribune en mogen ons officieel ambassadeur noemen van Royal Sporting Club Anderlecht. Dat vind ik dus een hele eer.’

Onze darmflora speelt een belangrijke rol bij onze gezondheid.

‘Gezondheid is niet te koop. Ik heb altijd heel hard gewerkt. Van hard werken sterf je niet. Meer en meer weten we dat onze darmflora een belangrijke rol speelt. Er zijn behoorlijk wat ouderen die de aandoening toch krijgen. Bij mij gebeurde dat in 2017 op de leeftijd van 86 jaar. Ik heb gelukkig nooit gerookt. Ik turnde veel en was zelfs lid van de keurgroep van de bekende turnopleider Michel Bottu. Ik liep destijds beter op mijn handen dan op mijn voeten. Dat zal me wel geholpen hebben om gezond door het leven te komen. Bij operaties is een mens zeer kwetsbaar. Ik was blij dat dokter Bert drie keer per dag op mijn kamer kwam. Die voelde dat het iets speciaals was. Op het einde zei hij dat hij bij me bleef wachten op de uitslag en dat ik naar huis mocht als die goed was. Dat gaf me veel vertrouwen. Je beslist zelden zelf over je lot, dat heb je niet onder controle. Als ik zie wat er vandaag gebeurt in de wereld en wat ik nog kan beleven … Ik vertoef nog steeds op de boot, maar bestuur hem niet meer. En daar geniet ik van, dankzij mijn stabiele gezondheid.’

Alles gegeven voor Anderlecht: ik had geen seconde tijd voor mijn gezin.

‘Vroeger werd ik geleefd. In mijn functie als manager van Anderlecht had ik geen seconde tijd. Vandaag ben ik met de wereld bezig. Ik word geraakt door de miserie. Als ik Donald Trump bezig zie, als president van de Verenigde Staten … dat is toch zeer erg! Ik hoop dat het zich blijft beperkten tot het gehakketak, maar gezellig is anders. Mijn levensfilosofie? Ik heb een job gevonden die bij me paste en ik heb alles gegeven aan die job. Mijn vrouw ging twintig jaar tijdens elke vakantie met onze twee kinderen naar de Côte d’Azur en ik kwam nooit af. Mijn zoon durfde dat af en toe aankaarten: “We stonden vroeger soms ook voor je deur hé voadere.” Ik heb daar geen spijt van want het is met de kinderen goed gekomen dankzij mijn vrouw. Als de ouderdom komt, wordt men toch meer filosoof. Tot mijn 73ste had ik geen tijd om daarover na te denken. Altijd gaan en alles geven voor Anderlecht. Toen ik mijn pensioen kreeg, mocht ik nog twee jaar het Europees voetbal volgen en zetelde ik nog vijf jaar in de European Club Association, de organisatie van Europese voetbalclubs. Ik zat dus op de eerste rij bij het Europese topvoetbal. Dat hield me langer jong dan vele andere mensen. Ik heb die wereld echt leren ontdekken tot in de kleinste onderdelen. Mijn zoon Michael is nu voor de derde keer verkozen als member of the board. Ik ben tevreden over mijn gezinsleven. Ik heb het nu wel wat moeilijker met mijn vrouw want die heeft dertien jaar geleden een ernstig auto-ongeluk gehad. Ze was bijna dood. Ze heeft nu last van haar wervelkolom. Ze is 82 maar gedraagt zich zeer moedig. Mocht ik de film van mijn leven opnieuw kunnen afspelen, ik zou hem nergens veranderen. Ik ben tevreden. Ik werkte altijd voor een hele goede baas. Constant Vanden Stock was écht een meneer. Ik heb een heel mooi parcours afgelegd.’

Les vérités de la vie, ik schets ze juist in vandaag.

‘Hij zat te wachten op de dood. Dat deed me pijn. Het waren de woorden van Jean Plaskie, onze verdediger uit het grote elftal van Anderlecht dat in de jaren zestig vijf keer na elkaar het kampioenschap won. Met Paul Van Himst en Jan Mulder. Hij leed maandenlang aan kanker, maar hij onderging de ziekte. Daarom bleef ik van de ochtend tot de avond bezig. Ik wil ook niet denken aan het verleden. Dan wordt men immers nostalgisch en ongelukkig. En dat mag men niet worden. De ziekte heeft mij zeker veranderd. Ik ben aandacht gaan besteden aan de waarheden van het menselijk bestaan. Vroeger raasde ik als een bolide door het leven. Ik kon niet mediteren of stilstaan bij de dingen. Nu wel. Les vérités de la vie, ik schat ze juist in tegenwoordig. Ik stel mezelf de vraag: wie ben ik nu eigenlijk? En ik geef zelf het antwoord: ik besef dat ik niets ben in een wereld van acht miljard mensen. Eén mens!? Je betekent niets. Je hebt uitzonderingen, maar de wereld is iets speciaals. Dan moet men zichzelf in de eigen rol blijven houden en zich daarop concentreren. Dat inzicht heeft me wat nederiger gemaakt. Voor ik nog een uitspraak doe, denk ik twee keer na. Ik stuur een rijmpje op Twitter en eindig altijd positief. Ik vertel wel mijn mening. Ik ben Belgicist, ik had altijd goede vrienden op het Koninklijk Huis. Ik zit in de Club van 21: gepensioneerde topmensen bij wie ik de kleinste in rang ben. Dat zijn zeer aangename bijeenkomsten. Ik ben ook lid van de Leopoldorde. Ik ben koningsgezind. En aan de tegenstanders vraag ik steeds: kost het Koninklijk Huis ons meer dan de Republiek? Of is het net omgekeerd?’

‘Ik ben 87 jaar en zal blijven doen waar ik goed in ben. Elke dag in het restaurant Saint-Guidon in het stadion van Anderlecht de mensen welkom heten en met hen een praatje slaan. Vandaag wachten ze me weer op. Op die manier hou ik mij zinvol bezig en vul ik mijn dagen in. Ik kies voor het leven.’

‘Een boodschap van algemeen nut? Je kent mijn slogan: “Als je het plezier wil laten duren, dan bel je een keer naar Verschueren.” Ik hou van het leven. Ik heb altijd kunnen beslissen over mijn lot. Ik heb nooit een C4 gekregen. Ik zit nog steeds in de boot van Anderlecht. Ik hoop dat het met die boot in de goede richting blijft varen. Het kan immers snel gebeuren: kijk naar

de Titanic, destijds het veiligste schip aller tijden. Er komt echter een einde voor iedereen. Ik ben daar nog niet mee bezig. Ik hoop dat ik mag blijven genieten van het leven. Ik hoop het echt uit de grond van mijn hart. Ik tracht mensen altijd te overtuigen naar het positieve te kijken. Natuurlijk weet ik dat dit moeilijk wordt voor wie echt ziek is en zichzelf dag na dag ziet verslechteren. Ik ga geen scheidsrechter spelen. Ik laat iedereen in zijn of haar waarde. Maar toch: doe zoals ik en hou van het leven.’

 

Michel Verschueren

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply