zaterdag, juli 27

Het scoutingsteam van Club Brugge spreekt: Kenneth Brylle, Raymond Mommens en Peter Van Wambeke (deel 2)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

RAYMOND MOMMENS: ‘WE BRENGEN HET HELE LEVEN VAN EEN SPELER IN KAART EN PAS DAN NEMEN WE DE BESLISSING!’

‘In de eerste weken van 2011 organiseerde Henk Mariman een meeting met vijftien scouts. Tijdens het weekend dienden die 45 livematchen te gaan bekijken en ik verzamelde al die rapporten. Sommigen maakten er echter een soort plezierreis van in plaats van te scouten. Vandaag zijn wij de drie honderd procent professionele scouts. We screenen spelers uit de hele wereld. Alles verandert voortdurend. Neem een speler als Carlos Bacca. Die had al flink wat bewezen en veel trofeeën gewonnen toen hij in 2011 bij ons kwam. Dat zou in deze tijd niet meer lukken. We moeten dus nog sneller de juiste keuze maken, inschatten wat de kwaliteit van de speler is. Als wij een voorstel doen, worden we op het einde van de rit toch op de hoogte gebracht. Nemen we hem of niet? Men vraagt onze mening. Dat voelen we als een sterke vorm van waardering aan. Dat is de reden waarom we hier met zijn drie al tien jaar zitten. We voelen ons goed hier.

Terugblikkend op Bacca, want dat is misschien wel de beste die we hier zagen passeren sinds 2011, daarvoor reisde ik vier keer naar Colombia. Ik volgde veel trainingen, ontmoette zijn familie, bestudeerde zijn houding in het uitgangsleven. De livescouting blijft essentieel. Ik moet kunnen zien hoe een speler zich gedraagt in het veld, ten aanzien van de fans. Hoe ernstig neemt hij zijn opwarming. Is van bij het begin bij de zaak? Zijn activiteitsgraad is voor ons heel erg belangrijk. Welke looplijnen doet hij zonder bal? Die dingen wil ik allemaal in kaart brengen en dat gaat alleen door ter plaatse zijn omgeving te bezoeken. Dat kan soms ook tegenvallen. Ik trok ook eens naar Costa Rica en de speler die ik volgde, mocht na zeven minuten opkrassen met een rode kaart. Dus kon ik ook onverrichterzake terug naar België. Ik scout de match nog op ouderwetse wijze en vertrouw volledig op mijn eigen inzichten. Ik noteer niets en ben ook niet met technologie bezig. Ik zie de wedstrijd en verlies die momenten niet. In functie van wat we zoeken, schrijf ik nadien mijn bevindingen in een rapport neer.

We vormen een goed team met ons drie. We zijn complementair en weten van elkaar wat we hebben gezien en wat niet. We kennen elkaar door en door, het vertrouwen is er, net als de ervaring. We weten ook wat de voor- en nadelen van elkaar zijn.

Bij Odilon Kossounou kwam wat ik hierboven beschreef prachtig samen. Daar hadden we samen dat ‘wauwgevoel’ onmiddellijk. Tegelijk met ons drie, dat gebeurt zeer zelden.  Wij ontdekten bij Kossounou: flair, inzicht, spelplezier. Het feit dat Club  hem eerst kon pakken bij het Zweedse Hammarby, zegt ook iets over ons: we scouten beter dan de anderen. We zien het sneller. We leveren fantastisch werk. Na amper één seizoen kon Club hem voor dertig miljoen euro aan Bayer Leverkusen verkopen. Dan heb je een goed scoutingteam. Dat durf ik over ons werk zeggen. Want niet iedereen binnen de club was overtuigd. Als wij erin geloven, blijven we bij ons standpunt. Want wij herkennen kwaliteit Het is een groot voordeel dat we hier met drie voormalige topspelers zitten. Ik voel voornamelijk aan wanneer iemand me aanspreekt. Soms volg ik een speler een uur, zonder dat het me iets zegt. Soms slaat de vonk na een kwartier over. Ik kan dan niet rationeel verklaren.

Het werk van Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert mag onder de noemer ‘indrukwekkend’ worden geklasseerd. Bart Verhaeghe motiveerde me destijds met de woorden: ‘Je krijgt de kans van mij. Neem ze. We willen de grootste van België worden.’ Die hebben we gegrepen en we willen de lat nog hoger leggen. Daar doen we het voor. Ik voerde mijn eerste opdracht uit op de parking van SV Waregem. En nu verblijven we dagelijks in het Base Camp. Ik ben blij dat ik die kans heb gegrepen, want je krijgt ze maar één keer.’

 

PETER VAN WAMBEKE: ‘WE HEBBEN AL FLINK WAT GEPRESTEERD EN HET BESTE MOET NOG KOMEN!’

‘In tien jaar is alles enorm veranderd. Toen schuimden we alle hoeken van Europa af om in weer en wind matchen te bekijken. In deze tijd, mede door corona, zitten we voornamelijk achter onze computer. Vanuit dat scherm scrollen we door de hele wereld. Om acht uur in de ochtend meeting in Nederland, om 12 uur in bespreking in Denemarken en om 16 uur kennismaking in Argentinië. We zoeken naar spelersprofielen onder de 25 jaar, die nog moeten openbloeien. Hopelijk doen ze dat bij ons en kunnen we hen dan met winst doorverkopen. Dat is ons streven.

Stel dat we iemand vinden, dan organiseren we samen de evaluatie. Is hij sportief goed genoeg voor ons? Gemeenschappelijk check. Vervolgens kijken we naar zijn handel en wandel buiten het veld. Is hij daar niet volledig betrouwbaar, dat zullen we zeer zelden een risico nemen. Past hij wel bij de mentaliteit van Club Brugge van ‘Blu’ven Goan’?

Je kunt niet alles voorspellen. Soms wordt het een onverwachte meevaller, soms mislukt het tegen alle inzichten in. Ik denk spontaan aan spelers als Gedoz en Diagne. Ze liepen over van talent, maar het ontbrak hen zowel aan mentale kracht als aan groepsgeest. Ik denk intussen: zulke types moeten we in de toekomst vermijden. Laten we die niet meer brengen.

Scouting is een zeer intensief proces. De combinatie ‘computer’ met ‘reizen’ kan behoorlijk vermoeiend zijn. Om vier uur in de ochtend in Polen uit je bed komen, om vervolgens de vlucht naar Zweden te nemen…dat kruipt in de kleren. Bovendien zit je zelden alleen in het stadion. Het wemelt er soms van de scouts, maar je weet nooit voor wie ze komen. Dat verhoogt ook de spanning. Zullen we op tijd zijn? Dat vergt dus een hoge graad van flexibiliteit. Zeg maar dat je altijd beschikbaar dient te zijn. Toch steekt deze job me geen seconde tegen. Ik kijk er nog altijd naar uit om erop uit te trekken en een tegelijk snelle en doordachte beslissing te nemen. Gelukkig is de voorbije zes jaar stabiliteit gegroeid op gebied van het hoofdtrainerschap: Michel Preud’homme, Ivan Leko, Philippe Clement. Soms zien we dingen die ons niet zinnen en dan laten we daar niet bij. Zo zei Leko op een bepaald moment over Diatta: ‘Ik heb hem nog niet echt gezien.’ Wij stelden vast dat hij hem alleen liet lopen op de training omdat hij conditioneel zich diende bij te werken. Toen we dat zagen, stelden we daar onze vragen bij. We nemen ook de opvolging van een transfer voor onze rekening en dat kan soms wel eens confronterend zijn. We gaan die niet uit de weg.

Ik sta er soms nog altijd van te kijken wat we hier hebben gepresteerd. In de vroege jaren negentig begeleidde ik de jonge voetballer Vincent Mannaert, een grappige gast die toen nog studeerde, bij zijn eerste stappen in de selectie van Eendracht Aalst. Bijna dertig jaar later is hij de CEO van de beste ploeg van België en werk ik voor hem. Het kan verkeren in het leven. Ik voel me hier bijzonder goed, in dit scoutingteam. Ik heb helemaal niet het gevoel dat we al aan het einde van ons Latijn zijn. Integendeel, we hebben nog heel wat in onze mars. Misschien moet het beste nog komen.’

 

 

 

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply