zondag, mei 5

Gouden Schoen 70: van Rik Coppens tot Toby Alderweireld: 8. Michel Preud’homme – FC

Pinterest LinkedIn Tumblr +

De Gouden Schoen viert dit jaar zijn zeventigste editie. De eerste werd in 1954 uitgereikt aan Rik Coppens van Beerschot. In 2024 is er slechts één kandidaat-winnaar: Toby Alderweireld van Antwerp. François Colin & Raf Willems brengen de volgende dagen elf portretten van de ‘beste Gouden Schoenen’ aller tijden. De portretten verschenen eerder in hun boek ‘Top 1000 van het Belgisch voetbal’. Nog steeds te koop! Aflevering 8: Michel Preud’homme.

Gouden Schoen: 1987 en 1989

Michel Preud’homme kende aanvankelijk een carrière van vallen en opstaan, zowel op clubniveau als bij de Rode Duivels. Hij is echter de enige doelman die twee keer de Gouden Schoen won en in 1994 uitgeroepen werd tot beste keeper van het WK en van de wereld.

Preud’homme zag het levenslicht in Plainevaux, in de schaduw van Sclessin. Zijn vader Guy stond onder de lat bij de plaatstelijke club. Zijn buurman, die klusjesman was bij de Rouches, nam hem al als kind mee naar Standard. Zijn eerste trainer was niemand minder dan Christian Piot.

Hij was pas achttien toen coach Robert Waseige hem op 21 augustus 1977 als tweede keeper meenam bij een uitwedstrijd in Boom. Piot was out en Jean-Paul Crucifix viel uit na een botsing met Eddy Koens. Drie dagen later behield hij zijn plaats tegen Anderlecht. Standard verloor met 3-1, maar de jonge doelman droeg geen blaam.

‘Het leek alsof ik een sprookje beleefde’, vertelde hij. ‘De journalisten overrompelden mijn klas in het atheneum van Seraing.’

In het sprookje was nog niet uit. Op 19 april 1979 werd hij bij de schooldirecteur geroepen. Michel vreesde een standje, maar kreeg de boodschap dat hij zich holderdebolder naar Zaventem moest begeven. Hij moest in Maagdeburg tegen Oost-Duitsland de plaats innemen van tweede keeper Theo Custers.

Op 7 mei 1979 bracht de nauwelijks twintigjarige goalie zijn eerste echte interland tot een goed einde. In het EK-kwalificatieduel in de Weense Prater hield hij Oostenrijk op 0-0. Het was het begin van de wederopstanding van de Rode Duivels. Na overwinningen tegen Portugal en Schotland plaatste België zich voor het EK. Preud’homme maakte het toernooi mee als derde doelman.

Zwaarste tol

De toekomst lachte de jonge god toe. In 1981 won hij met Standard de beker (4-0 tegen Lokeren). Een maand voordien had hij met de Rode Duivels geblunderd in het Parijse Prinsenpark en dat werd door Michel Platini afgestraft (3-2). Het zou tot oktober 1987 duren vooraleer hij opnieuw geselcteerd werd door Guy Thys.

Alle pech van de wereld leek hem te overvallen. Op de slotspeeldag  van het seizoen 1981-1982 werd hij met de Rouches kampioen, maar die wedstrijd eindigde in een drama voor de jonge Luikenaar. Tegen Waterschei kwam hij in botsing met de IJslandse spits Gudmundsson van Waterschei en liep een handblessure op. Vier dagen later speelde hij in Nou Camp met pijnstillers de finale van Europacup II tegen FC Barcelona (2-1 nederlaag).

Achteraf bleek dat in de hand een beentje gebroken was. Hij moest in het gips en afzeggen voor het WK in Spanje. Het was nog maar het begin van de ellende. Twee jaar later werd onthuld dat de match tegen Waterschei ‘omgekocht’ was. De Luikse spelers hadden hun winstpremie afgestaan om zeker te zijn van de titel en … o ironie, geen blessures op te lopen. Preud’homme had zich als jonge gast akkoord verklaard met de afspraken, ook al was hij niet helemaal op de hoogte. ‘Ik heb mee geboet voor een fout die in de naam van de hele groep werd begaan’, treurde hij.

Er volgde een schorsing van negen maanden, maar voor Preud’homme viel de sanctie nog veel zwaarder uit. ‘Ik was de speler die de zwaarste tol betaalde voor die beruchte match’, stelde hij vast. ‘Eigenlijk zouden er twee WK-deelnames en een EK-eindronde meer op mijn palmares moeten staan.’

Schoonbroer

Preud’homme ging door een hel. Hij was, zoals al zijn ploegmaats van Standard, geschorst voor het EK 1984 in Frankrijk. Pas op 1 januari 1985 mocht hij zijn handschoenen weer aantrekken. Na zijn sanctie twijfelden enkele oudere spelers aan zijn vormpeil. Ze vroegen aan de trainer om de voorkeur te geven aan Gilbert Bodart. Hij ging de concurrentiestrijd met Bodart aan, maar raakte geblesseerd aan de knie. Trainer Michel Pavic kon het niet over zijn hart krijgen een talent als Preud’homme op de bank te laten verkommeren en voerde een beurtrol in. Preud’homme had het er bijzonder moeilijk mee. Niet in het minst omdat Bodart op dat moment zijn schoonbroer was. Het was voor niemand een goede oplossing en Preud’homme verplichtte Standard een keuze te maken. Hoe dan ook, aangezien hij geen vaste keuze was bij Standard mocht hij niet met de Rode Duivels naar Mexico vertrekken.

Preud’homme werd voor 9,5 miljoen frank (240.000 euro) verkocht. Een koopje voor het ambitieuze KV Mechelen. Aad de Mos verzamelde Achter de Kazerne een aantal spelers die zich om allerlei redenen opnieuw wilden bewijzen. Het elftal van de tweede kans was MPH op het lijf geschreven. De perfectionist ging nog harder werken. Pas in Mechelen werd hij een doelman die tot de wereldtop behoorde.

Geweldige reflexen op de lijn, soepel in de lucht en uitstekend in het uitvoetballen. Weinig keepers hadden zo’n goede voeten als de Luikenaar. Bovendien was hij een goalie die meedacht en de verdediging voortdurend bijstuurde.  Een keeper met gezag en uitstraling, die eindelijk de erkenning kreeg waarnaar hij smachtte.

Boegbeeld

In 1987 won hij met Malinwa de beker (1-0 tegen Club Luik) en later dat jaar won hij met een verpletterend overwicht de Gouden Schoen. Hij was uitzinnig van vreugde. ‘Het liefst liep ik nu het veld op’, noteerden de kranten. ‘Alleen. Blij. Juichend. God, wat een heerlijk moment. Gedurende zes maanden heb ik mij nerveus gemaakt voor deze Schoen.’

Een paar maanden voordien, in oktober 1987, werd hij na vijf jaar afwezigheid opneiuw geselecteerd voor de Rode Duivels. Jean-Marie Pfaff was op de terugweg, Preud’homme kreeg vrije baan. In eerste instantie verzamelde hij echter roem met KV Mechelen. In 1988 klopte rood-geel in Straatsburg het grote Ajax in de finale van de Europese beker voor Bekerwinnaars (1-0). In het seizoen nadien werd de landstitel veroverd.

Preud’homme brak het ene record na het andere: het minste aantal doelpunten in een competitie (veertien) en het hoogste aantal wedstrijden op rij (166). In 1989 veroverde hij zijn tweede Gouden Schoen. Preud’homme, die intussen uitstekend Nederlands sprak, was uitgegroeid tot een boegbeeld van de club en een nationaal symbool.

De Wereldbeker in Italië wenkte. Preud’homme werkte als een bezetene naar het toernooi toe. Hij bekeek aan de lopende band videocassettes van de tegenstander en dat maakte hem angstig. Op de Mondiale werd hij slachoffer van stress en overconcentratie, met nerveuze tussenkomsten als gevolg. Niet dat hij fouten maakte, maar dat hij geen wedstrijden won, was de verrassing.

De superprof had zijn grote kans gemist en bleef in Mechelen, ook al werd de selectie seizoen na seizoen afgebouwd. In de aanloop naar het WK in Amerika gingen er zelfs stemmen op om Filip De Wilde tot nummer één te bevorderen. De doelman van Anderlecht had in de beslissende kwalificatiematch tegen de VTS (de Vereniging van Tsjechen en Slowaken) een wereldpartij gekeept en Preud’homme had in de nationale competitie wat van zijn aureool verloren.

De buitenwereld wist niet dat hij van KV Mechelen, dat niets meer te winnen of te verliezen had, toelating gekregen had om een eigen trainingsprogramma uit te werken in het vooruitzicht van de World Cup. Bondscoach Paul Van Himst behield het vertrouwen in Preud’homme en werd daar ook voor beloond.

Sisser

Op 35-jarige leeftijd presteerde hij beter dan ooit. Hij hield de nul tegen Marokko en pakte tegen Nederland met de ene miraculeuze redding na de andere uit. Twee keer was hij de grote uitblinker in een 1-0 zege. Terwijl alle doelmannen hun beklag maakten over de te lichte ballen die alle kanten uitgingen, hield Preud’homme ze gewoon tegen.

Net voor het WK had hij getekend voor Benfica en dat gaf hem rust. ‘De sportieve en financiële zekerheid die de mensen uit Lissabon mij geven, zorgder evoor dat ik met een duidelijk doel voor ogen naar Amerika kon afreizen. Ik wist dat dit WK het mijne kon worden.’

Aan het einde van het jaar werd de Belgische ballenvanger door de historici van de IFFHS verkozen tot beste doelman van de wereld. Een eer die Jean-Marie Pfaff acht jaar eerder ook te beurt was gevallen. MPH was voordien echter ook tot beste keeper van het WK uitgeroepen. In Mexico 1986 was dat Harald Schumacher.

Preud’homme was echter met twijfels omtrent de Rode Duivels uit de VS teruggekeerd. Het toernooi was met een sisser afgelopen en hij stoorde zich enorm aan het amateurisme rond het team. Even overwoog hij meteen na het toernooi een stok in het hoenderhok te gooien. Hij veranderde een paar weken later van gedacht, uit respect voor Van Himst die hem boven De Wilde verkozen had en zo de gelegenheid gegeven had zijn droom waar te maken.

Preud’homme nam in zijn eerste dagen aan de oever van de Taag het besluit nog twee jaar door te gaan als international. In december 1994 verloren de Rode Duivels met 1-4 van Spanje en in maart 1995 kondigde hij zijn afscheid aan. ‘Ik heb het moeilijkste besluit uit mijn carrière genomen, maar ze drong zich op’, meldde hij. ‘Ik stop, omdat ik weet dat de aflossing gegarandeerd is. Ik weet dat er op dat vlak niets te vrezen valt.’

Michel Preud’homme verdedigde nog vijf jaar het doel van Benfica en zette er op veertigjarige leeftijd een punt achter. Hij kreeg in het Estadio da Luz nadien een technische en diplomatieke functie.

Bij het begin van het nieuwe Millennium kon hij echter niet langer aan de lokroep van Standard weerstaan. Hij werd eerst trainer en dan technisch directeur. En dan weer trainer en bezorgde de Vurige Stede zijn grootste volksfeest ooit: Standard vierde na 25 jaar opnieuw een landstitel.

Preud’homme won bij bijna alle clubs en in elk land waar hij werkte zilverwerk en werd in alle landen waar hij aan de slag was ook uitgeroepen tot Trainer van het Jaar. Met AA Gent en FC Twente veroverde hij de nationale beker, met Club Brugge en Al-Shabib, een bescheiden club uit Saoedi-Arabië, de landstitel.

In de trainer Preud’homme zagen we de passie en de zin voor perfectie van de keeper Preud’homme terug. De welopgevoede, sympathieke gentleman was onderweg echter verloren gelopen. Langs de lijn was hij bloedfanatiek, en dat is een understatement, en grossierde in gele en rode kaarten. Na Club Brugge nam hij een sabbatjaar en keerde terug naar Sclessin. Na twee seizoenen beperkte hij zijn rol tot die van ondervoorzitter en adviseur. Het is afwachten of hij definitief afscheid nam van de dug-out.

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply