maandag, november 25

Goals verbloemden de pijn bij Ruud Geels (1948-2023)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Rugnummer 1 droeg Ruud Geels op het WK van 1974,  de spits die overal scoorde maar niet op het Wereldbeker-toernooi in West-Duitsland. Geels, wiens overlijden op 75-jarige leeftijd zaterdag bekend werd gemaakt, keerde gekwetst terug van het WK. Nog geen minuut had hij zijn rugnummer mogen tonen aan het publiek.

Het applaus dat hem verwarmde na zijn talloze doelpunten voor onder meer Feyenoord, Ajax, PSV, Club Brugge en Anderlecht, ging aan Ruud Geels voorbij op het WK, dat Oranje roem en zilver bracht. Rugnummer 1 was hem daar toebedeeld omdat bondscoach Rinus Michels een alfabetische volgorde had bedacht, bedoeld om discussies, speculaties en naijver te voorkomen. Alleen Johan Cruijff mocht zijn eigen voorkeur doordrukken, nummer 14.

Zo kwam Ruud Geels vooraan te staan in de nummering. Daar bleef het bij. De keerzijde leerde hij kennen aan de eettafel. Tien jaar later vertelde hij in het weekblad Vrij Nederland hoe pijnlijk hij was vernederd. ‘Ik ging op het laatst met knikkende knieën de trap af als we moesten eten. (. . .) Alles was gericht op vernederen, op het totaal kapot maken van een ander. Het was altijd ten koste van, die zogenaamde tafelhumor.’

Ruud Geels onderging het pestgedrag met flauwe streken van types als Wim Suurbier, Ruud Krol of Rinus Israel, in een tijd dat er in de sport nog weinig aandacht was voor een sociaal veilig  werkklimaat. Nooit noemden ze hem bij zijn voornaam, altijd was het Geelsie. Ook Rinus Michels greep niet in, en de bondscoach keek hem evenmin nog aan toen Oranje in de finale zo nadrukkelijk naar een pinchhitter hunkerde. Ruud Geels was al te zwaar verminkt.

HANDELSMERK

Dat scoren zijn handelsmerk was had Geels toen al ruimschoots bewezen bij Telstar, Feyenoord, Go Ahead Eagles en Club Brugge (2 jaar). Na het WK vervolgde hij zijn carrière bij Ajax – nota bene vier jaar bij de club van Suurbier en Krol –, gevolgd door Anderlecht, PSV en NAC.

Achttien jaar profvoetballer, 605 doelpunten in 741 officiële wedstrijden. Alleen Willy van der Kuijlen scoorde met 318 goals in de Eredivisie vaker dan  Ruud Geels (265). Vijf keer werd hij topscorer van de Eredivisie. Indruk maakte Geels (1.81 meter) vooral met zijn kopballen,  gebaseerd op timing, sprongkracht en techniek. ‘Ik dacht dat hij uit de lichtmast was komen vallen’, zei Willem van Hanegem na een kopgoal op grote hoogte in een klassieker tussen Ajax en Feyenoord in 1975.

TWEEDE IN EERSTE NATIONALE

Ook in de Belgische competitie scoorde de aanvaller aan de lopende band. In zijn enige seizoen voor Anderlecht (1978-1979) werd hij met 25 goals tweede op de topscorerslijst van de Eerste Nationale. Geels had in zijn carrière ook voor Zuid-Europese clubs kunnen uitkomen, maar wimpelde in 1978 zelfs een aanbieding van FC Barcelona  af.

Zijn interlandloopbaan bleef beperkt tot 20 interlands, met 11 goals. Het WK van 1978 liet hij aan zich voorbijgaan. Zijn ervaringen van vier jaar eerder bleken nog lang niet versleten.

Na zijn afscheid van het profvoetbal in 1983, op 35-jarige leeftijd, ging Ruud Geels aan de slag als schilder, zijn oude beroep. ‘Ik heb de glitter en bekendheid als een last ervaren’, vertelde hij later in het tv-programma  Barend & Van Dorp. ‘Zal ik eens iets heel eerlijks vertellen? Als ik op de ladder was blijven staan, dan was ik misschien veel gelukkiger geweest.’

Share.

About Author

Henk Mees (1948) was 25 jaar actief in de sportverslaggeving voor het Brabants Dagblad met als standplaats 's-Hertogenbosch. In die periode was hij twintig jaar lang vaste verslaggever van Oranje voor regionale krantencombinaties en deed hij ook verslag van Europa Cup-wedstrijden van Ajax, Feyenoord, PSV en AZ. Ook was Henk Mees actief op de EK's en WK-toernooien in de periode 1984-2000. Daarnaast versloeg hij twee keer de Tour de France (1980 en 1981), andere grote wielerwedstrijden en de Olympische Spelen van 2000 in Sydney, waarna hij verder ging in andere functies bij het Brabants Dagblad. Henk Mees schreef of werkte mee aan diverse voetbalboeken, onder meer over de geschiedenis van het Nederlands elftal en diverse Nederlandse clubs.

Leave A Reply