donderdag, april 18

Duivels dagboek 9 juli St.-Petersburg: de hogesnelheidstrein is traag

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Gisteravond voor de eerste keer op ons nieuw adres gegeten. Door het raam kunnen we beneden ons een heuse ijshockeymatch live volgen. Dit is weer eens iets anders.

De spijskaart is minder uitgebreid dan in Novahoff en de gerechten zien er op papier iets minder verfijnd uit, maar de prijzen zijn ronduit bespottelijk. Een fles Chianti kost één euro meer dan een glas de voorbije weken. Voor een keer mag het meer dan één glaasje zijn. Wat zijn we de voorbije weken belazerd geworden.

Ieder EK of WK probeert het gastland zo veel mogelijk te verdienen aan het evenement. Je weet dat je veel meer dan normaal betaalt voor wat je krijgt. In Rusland is het vaak echter buiten alle proporties. Van een simpele taxichauffeur valt dat nog te begrijpen, maar niet van de directie van een groot hotel.
De eerste nacht in hotel Riga Land is ook weer kort. We hebben onze privéjet ingeruild voor de hogesnelheidstrein. Nou ja, een rit naar het 700 kilometer gelegen St.-Petersburg duurt vier uur. De Thalys legt zo’n rit af in dik twee uur. De Russische hogesnelheidstrein is nogal traag.

Opnieuw reist de Belgische pers in verspreide slagorde. De eerste groep vertrekt om 7 uur, wat betekent dat het busje om vijf uur voor het hotel komt aangereden. Ik heb voor de Sapsan-trein van 9u.18 gekozen. Dat betekent theoretisch twee uur extra slaap.

We vertrekken om kwart over zeven naar het Kurskaiastation, op zo’n uurtje rijden. Tijd zat dus. Hoewel, na vijf kilometer vraagt er achterin in het busje iemand bezorgd of er ook nog plaatsen zijn op een latere trein.

De accordeonfile ( waarom eigenlijk geen harmonicafile?) zorgt voor zenuwachtigheid, maar hoe dichter we het centrum van Moskou naderen hoe vlotter het verkeer verloopt. Dit land blijft me verbazen. Duizenden Moskovieten lopen naar hun werk. Op een stoep zit een oud moedertje ineengedoken te bedelen.

We arriveren tot onze eigen verbazing vijftig minuten te vroeg in Kurskaia, maar dat blijkt geen overbodige luxe. Ook om een spoorwegstation binnen te geraken moet je langs een metaaldetector en wordt de bagage gescreend.

En dan wordt het zoeken naar het juiste perron. Het wemelt hier van de politie en op perron 1 worden de passagiers en hun bagage opnieuw elektronisch gecontroleerd. Prettig is anders, maar ik troost me met het idee dat het dan ook veilig reizen is. Je krijgt van al dat blauw op straat echter wel het gevoel dat je in een politiestaat op bezoek bent.

Het is frisjes op perron 1 en er vallen enkele druppels. De ene trein na de andere dokkert voorbij. Opvallend: niet één wagon met graffiti. Twintig minuten voor tijd arriveert de tgv naar St.-Petersburg vanuit Novgorod. Zo stipt zijn zelfs de Zwitserse treinen niet.

Maar ook dit heeft een reden. De treinconducteur moet de paspoorten van alle reizigers controleren, zodat het alweer aanschuiven is. Maar om klokslag 9u.18 zet de trein zich weer in beweging. Kedeng, kedeng, kedeng, kedeng.

De Sapsan maakt drie tussenstops in steden waar ik nog nooit van gehoord heb. Telkens maar één minuut, want er stapt ook maar één of twee man in of uit per wagon. Het zachte deinen van de trein doet me indommelen. Net voor de tussenstop in Okulovka schrik ik weer wakker. De ober heeft met zijn karretje mijn knie geramd. Nou ja, iets minder.

Hij biedt het ontbijt aan, maar dat ziet er zo appetijtelijk uit dat ik de dag start met Pringles en cappuccino. Er is gratis internet, maar dat is zo onbereikbaar als een spiegelei met knapperig toastbrood. Op de tv-schermen kan ik kijken naar een historisch drama, maar de Engelstalige film is in het Russisch gedubd. Dan heb ik meer aan het LED-scherm met allerlei informatie in twee talen. De hoogste snelheid die de Sapsan haalt, is 219 kilometer per uur. Dat is ruim honderd kilometer minder dan de Thalys of de Eurostar. De temperatuur gaat de goede richting uit: van 16 naar 19 graden, maar het lijkt of de zomer al voorbij is in Rusland.

 

We logeren in de Park Inn Pribaltiyskaya, die tussen de luchthaven en het centrum van de stad ligt. Een mastodont met meer dan 1100 kamers en eindeloze gangen. Ook de bondstop logeert hier. De heren houden het bescheiden in de aanloop naar de finale.

Ik sliep hier twee jaar geleden al, toen het WK officieel van start ging met de loting van de WK-voorrondes. Het hotel heeft een facelift gekregen en ik ben benieuwd naar het uitzicht vanaf de twaalfde en hoogste verdieping op deze buitengewoon mooie stad. Helaas, een aantal troosteloze woonblokken blokkeren het uitzicht.

Het Saint Petersburg Stadium, eigenlijk de Gazprom Arena, lijkt op een UFO die van een andere planeet is neergedaald. Dit is het mooiste WK-stadion van de zes die ik bezocht. Tom Egbers komt even zeggen dat hij ‘ons’ steunt en ik groet Pierre van Hooijdonk, het grote idool van Peter Vandenbempt.

Toen ik tien jaar geleden voor de HollandBelgium Bid werkte, voerde ik met onder andere Gert Verheyen, Jean-Marie Pfaff, Gilles De Bilde, Aron Winter, Ruud Gullit en Pierre van Hooijdonk campagne voor onze kandidatuur in Brazilië en Zuid-Afrika.

‘Als jullie het halen, kan er geen discussie over bestaan dat jullie de beste zijn’, aldus Pi-Air. ‘Dan hebben jullie Engeland, Brazilië en Frankrijk geklopt. ‘Maar Frankrijk is misschien nog beter dan Brazilië en zal niet zo veel ruimte weggeven op het middenveld. Succes.’

 

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply