Henk Houwaart is de belangrijkste trainer van Club Brugge geweest, na de legendarische Ernst Happel. In de periode 1984-1989 stapte hij in de voetsporen van zijn leermeester Happel en volgde diens keuze voor risicovol aanvalsspel: het DNA van blauw en zwart werd door de Nederlandse coach verankerd. Hij schreef geschiedenis in 1987-’88 met de Europese mirakelavonden rond het trio Franky Van der Elst – Marc Degryse – Jan Ceulemans. De zegetocht eindigde dramatisch in de halve finale tegen Espanyol Barcelona. Ik haalde met hem herinneringen op in de zomer van 2021 in functie van mijn boek Bluv’n Goan. De sterkhouders en straffe verhalen van de Club. Naar aanleiding van de 130 ste verjaardag van Club Brugge.
Het Europese mirakeljaar: ‘Verdedigen stond niet in mijn woordenboek’
Het Europese mirakeljaar! En vergeet niet: tegelijk het Belgische kampioenenjaar! Wat een seizoen voor Club Brugge. We waren zo sterk. We lieten het KV Mechelen van Aad de Mos en Michel Preud’homme achter ons nadat ze de Europacup der Bekerwinnaars hadden gewonnen. Wij faalden jammerlijk in de halve finale van de UEFA Cup tegen Espanyol Barcelona, de akeligste voetbalavond uit mijn leven. Anderzijds hou ik een zielsgelukkig gevoel over aan de heerlijke zeges tegen Zenit Leningrad (5-0), Rode Ster Belgrado (4-0) en vooral Borussia Dortmund (5-0). We zetten telkens een onmogelijke situatie recht na 2-0 verlies bij Zenith, 3-1 bij Rode Ster en zelfs 3-0 bij Borussia.
Ik had toen een geweldige groep, die heel sterk aan elkaar hing. Bovendien geloofden ze in mijn aanpak. Ik kon na tien minuten vaststellen waar de zwakke plekken van de tegenstander zaten. Dan dacht ik na wat wij daar tegen konden doen en veranderde onze tactiek door sommige spelers door te schuiven. Zelfs na de 3-0 nederlaag in Dortmund verklaarde ik aan de pers dat mijn vertrouwen in de groep ongeschonden bleef. Ik verwees toen naar onze twaalfde man: het publiek. Dat klonk een beetje als grootspraak, maar de band tussen spelers en fans was uniek en vroeger nog hechter dan vandaag. We mogen gerust spreken over een vorm van liefde. Het vroor die avond dat het kraakte en toch zat het stadion stampvol zingende supporters een uur voor de aftrap. Ondanks de kracht van Borussia motiveerde ik mijn spelers toch met de woorden: ‘Wat betekent 3-0? We maken snel 1-0 en de na pauze 2-0 en dan kan het allemaal nog!’ We zetten de druk naar voor. Als je verdedigt, moet je ‘vooruit verdedigen’ en dan krijg je minder goals tegen. Zelfs na die 3-0 in Dortmund stond ‘verdedigen’ niet in mijn woordenboek. Ik bleef bij mijn standpunt: aanvallen! En meer dan de tegenstander deed. Wie alleen verdedigt, krijgt vroeg of laat toch een doelpunt tegen. Wat is er uiteindelijk leuk aan dat je geen doelpunt incasseert? Ik heb liever dat je er drie maakt. En zo gebeurde het uiteindelijk ook tegen Dortmund. Die avond blijft mijn mooiste herinnering.’
Mijn spelers zakten wenend op de grond in Barcelona
In de kwartfinale versloegen we ook nog Panathinaikos met 1-0 en 2-2 uit. Het was onze enige slechte thuismatch want in de halve finale zetten we probleemloos Espanyol Barcelona met 2-0 op zij. Zo kwamen we uit op een 17-0 doelpuntensaldo in vijf Europese thuiswedstrijden. Ondanks onze aanvallende stijl. We stevenden af op de finale. Dan gebeurde het drama. Drie dagen voor de terugmatch liep Caje een spierscheur op in Lokeren. We verloren onze aanvoerder. Ik riep Luc Beyens bij mij, een polyvalente speler die qua lengte en uiterlijk wat aan Jan Ceulemans deed denken. Ik zette hem op de plaats van Caje en vergeleek hem voor de Spaanse pers met hem. Vijf minuten voor de pauze pakte hij ongelukkig rood. En toch haalden we verlengingen, want het bleef 2-0. Toen viel ook nog onze sterke Afrikaanse verdediger Mamadou Tew uit met een blessure. We strompelden naar minuut 120 en ik schreef de namen van de strafschopnemers op mijn papiertje. Enkele seconden voor de tijd kreeg onze keeper Fluppe Vandewalle een voorzet niet onder controle en scoorden de Spanjaarden. Ik zag mijn spelers in elkaar stuiken. Ze zakten op hun knieën neer en lagen wenend op de grond. Die halve finale blijft dé gemiste kans van mijn carrière. We zaten er zo dichtbij en geloof sterk, vanuit mijn zelfvertrouwen, dat we de finale van Bayer Leverkusen hadden kunnen winnen. Ik zat toen ook in zak en as, maar haalde mijn levenswijsheid boven: de volgende dag is de belangrijkste. We toonden nadien onze sterke mentaliteit en drie weken later wonnen we toch het kampioenschap.