Van een minister als Frank Vandenbroucke verwacht je in een interview in De Morgen (20/12/2025) uitspraken over het artsensyndicaat en de ziekteverzekering, maar zeker niet van welke voetbalploeg zijn hart iets sneller gaat slaan. Toch had hij het over voetbal. En hij zei iets waarvan mijn hart een slag oversloeg. Ik citeer hier letterlijk uit de krant:
Dat soort extravagante sponsoring van voetbalclubs, was het punt waarop het brak of overeind bleef voor mij. […] De regering was bijna gevallen, ja. Niet over de centenindex, maar wel over de belastingvoordelen voor voetballers. […] Moeten we nu echt met zoveel geld uit de sociale zekerheid naar de voetballers gooien, terwijl iedereen moet besparen?
Dat is toch gewoon onvoorstelbaar, voetbalgerelateerde geldzaken die de moeizame begrotingsgesprekken van de laatste maanden in die mate bemoeilijkten dat ze de regering konden laten vallen. Daarvan breekt toch gewoon je klomp? Voetballers die een regering laten vallen.
Het is hierbij niet moeilijk om de olifant in de kamer te benoemen. Uiteraard gaat het hier om de voorzitter van Francs Borains die als hobby ook nog de MR leidt. Indien je hier enig sarcasme en cynisme bemerkt, dan hebt u ook volkomen gelijk. Het is toch gewoon te gek voor woorden dat een aberrante vorm van bevoordeling van een groepje verwende en overbetaalde profvoetballers tot de val van een regering zou kunnen zorgen.
Laten we daarom even beginnen met waar het foutloopt.
Een poetsvrouw verdient bruto gemiddeld een goeie 30.000 euro per jaar, terwijl het gemiddelde jaarloon van een Belgische voetballer met bruto circa 400.000 euro – een minimale inschatting – veel meer dan het tienvoudige is. Hierbij dient aangemerkt te worden dat de verschillen tussen de hoogst- en de laagstbetaalde poetsvrouw in principe minimaal is, terwijl je ook profvoetballers hebt die in dit land meer dan één miljoen, met uitschieters tot twee miljoen euro, verdienen.
De dooddoener is natuurlijk dat een voetballer een korte carrière heeft. Voor een voetballoopbaan van 15 jaar betekent dat voor die modale prof zes miljoen euro. Een poetsvrouw heeft ter vergelijking na een loopbaan van 45 jaar 1.350.000 euro kunnen verzamelen. Dat is in totaal nog niet een vierde van die doorsneeprof. Een poetsvrouw zou dus twee eeuwen voltijds moeten werken om aan het loon van die voetballer te raken. Nog even vermelden: voor beide jobs heb je geen diploma nodig.
Schandalig was vooral het feit dat die voetballers tot 2022 minder moesten bijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) dan de poetsvrouw. Tot die tijd moest een voetballer die een miljoen verdiende slechts bijdragen op een bedrag dat ver onder 100.000 euro was geplafonneerd. Reden om dit systeem schaamteloos te verdedigen: zogezegd om onze competitie competitief te houden.
Sinds 2022 zijn ook de voetballers gebonden door het normale, dus gewone werknemersstelsel. Alles in orde, zou je denken. Mis poes. De clubs krijgen nog altijd enorme structurele RSZ-kortingen, waardoor de netto-inkomsten van een voetballer nog altijd uitzonderlijk hoog zijn, aangezien de totale loonkost voor clubs aanzienlijk lager ligt.
Een poetsvrouw betaalt de volledige sociale bijdrage. Van plafonds of uitzonderingen is in haar geval geen sprake. Er mag dan wel iets veranderd zijn, de fundamentele ongelijkheid, zeg maar onrechtvaardigheid, is gewoon in stand gehouden.
Conclusie: van een poetsvrouw – die qua loon altijd modaal is – wordt honderd procent solidariteit geëist, voor elke euro die ze verdient, draagt ze ook bij, terwijl die modale prof structureel kortingen blijft krijgen. En dan spreken we nog niet eens over tekengeld, winstpremies, beeldrechten en andere vormen van loon, waaronder ook een bedrijfswagen.
Het klopt dat een profvoetballer nu, zoals elke Belg, belastingen en RSZ betaalt, maar de cijfers bewijzen dat dit nog altijd disproportioneel is en het getuigt van kwade wil om dit niet als de waarheid te aanvaarden.
Om al het voorgaande is het des te ergerlijk dat dit probleem – dat we op onze website van De Witte Duivel al meermaals en herhaaldelijk hebben aangeklaagd – maar blijft aanslepen. In een maatschappij waarin omwille van de moeilijke tijden van iedereen solidariteit wordt gevraagd en verwacht, is het net weer een groep van grootverdieners die hieraan ontsnapt.
Juist, Georges-Louis Bouchez, die olifant in de kamer, blijft zich weren als een duivel in wijwatervat om die regeling in stand te houden. En dat doet hij met absurde redenen, zoals het mogelijke talentverlies, of de return on investment, alhoewel hier helemaal niets wordt geïnvesteerd. Wel integendeel. Het is bovendien een selectieve redenering, die je evengoed voor heel wat andere sectoren kunt aanhalen.
Misschien lijkt het erop dat wij ons hier nu heel hard en duidelijk tegen het voetbal en de spelers opstellen. Nochtans, niets is minder waar. Voetbal is een fantastische sport en het spel is vaak een streling voor het oog. En daarvoor zorgen die spelers. En neen, in een vrijemarkteconomie kunnen we zelfs niet tegen hoge lonen zijn. Wel willen we blijven herhalen dat er vanuit de politiek ook in die sector op gebied van bijdragen op een rechtvaardige manier met zowel poetsvrouwen als voetballers wordt omgegaan. In deze heeft Frank Vandenbroucke gelijk en is het misschien wel tijd om op olifantenjacht te gaan, want waarom blijft de maatschappij accepteren dat wie het minste verdient, proportioneel meer bijdraagt dan een selecte groep? Dat is een ongemakkelijke vraag en het blijft moreel onrechtvaardig, maar bij De Witte Duivel willen we op die nagel blijven kloppen. Tot men het ook in Francs Borains heeft begrepen.