maandag, november 25

Gouden Schoen 70: Top 11 van Rik Coppens tot Toby Alderweireld: 2. Paul Van Himst- FC

Pinterest LinkedIn Tumblr +

De Gouden Schoen viert dit jaar zijn zeventigste editie. De eerste werd in 1954 uitgereikt aan Rik Coppens van Beerschot. In 2024 is er slechts één kandidaat-winnaar: Toby Alderweireld van Antwerp. François Colin & Raf Willems brengen de volgende dagen elf portretten van de ‘beste Gouden Schoenen’ aller tijden. De portretten verschenen eerder in hun boek ‘Top 1000 van het Belgisch voetbal’. Nog steeds te koop! Aflevering 2: Paul Van Himst.

Gouden Schoen: 1960, 1961, 1965, 1974

Gouden Schoen van de Eeuw: 1995

Paul Van Himst is de meest gelauwerde Belgische voetballer van de twintigste eeuw. Hij won vier Gouden Schoenen (1960, 1961, 1965, 1974) en kreeg daar in 1995 ‘de Gouden Schoen van de Eeuw’ bovenop. Hij behaalde acht landstitels en vier bekers met Anderlecht, werd drie keer topschutter en laureaat van de Nationale Trofee voor Sportverdienste. Van Himst werd in 1964 uitverkoren voor een selectie van ‘de Rest van de Wereld’ en kreeg de bijnaam ‘de blanke Pelé’.

De kleine Van Himst was pas acht toen hij zich met zijn vader in het Astridpark aanmeldde. Constant Vanden Stock, toen verantwoordelijk voor het jeugdbeleid, had meteen door dat hij bijzonder getalenteerd was. Hij liet hem terstond een aansluitingskaart tekenen, hoewel dat toen pas vanaf tien jaar mogelijk was, en stopte de krabbel twee jaar lang in zijn kluis.

‘Eén van mijn neven ging vaak sjotten op een van de terreinen van Sporting aan ’t Rad’, aldus Van Himst. ‘Op een dag mocht ik samen met mijn tante eens mee naar het jeugdcentrum, dat toen geleid werd door meneer Vanden Stock. Ik trapte natuurlijk meteen een balletje mee en meneer Vanden Stock legde onmiddellijk een aansluitingskaart voor mijn neus. Ik heb die kaart altijd bewaard. Ik ben een jaar verder blijven spelen op ’t Rad en werd daarna uitgenodigd om op Anderlecht zelf te komen trainen.’

Van Himst maakte in december 1959 in Beringen zijn opwachting in het eerste elftal van paars-wit met een 1-5 zege. Hij was nauwelijks zestien. Minder dan een jaar later (oktober 1960) trok hij in Zweden voor het eerst het Belgische shirt aan (2-0). Hij was nog geen twee weken voordien zeventien geworden. Twee weken na zijn debuut opende hij de score tegen Hongarije (2-1).

Nog een jaar later had hij al een Gouden Schoen aan beide voeten en op zijn 22ste zat hij al aan drie stuks. Zijn Anderlecht domineerde in de jaren ‘60 dan ook het Belgische voetbal zoals geen enkele andere ploeg dat ooit deed. Paars-wit werd vijf jaar op rij kampioen. ‘Het werd een beetje monotoon, ook omdat de titel soms al weken voor de laatste speeldag binnen was. Het gebeurde zelfs dat we niet eens meer een ereronde liepen’, aldus Van Himst.

Zijn vierde Gouden Schoen liet nog even op zich wachten, omdat er een nieuw reglement werd ingevoerd zodat ex-winnaars niet meer in aanmerking kwamen. Misschien was de trofee van 1974 dan ook de mooiste. Een bekroning van een carrière. Van Himst was intussen aanvoerder van een team met allemaal nieuwe namen, zoals Swat Van der Elst en Ludo Coeck..

 

Blanke Pelé

 

Van Himst voetbalde op intuïtie. De gratie waarmee hij aan het slalommen ging, was een lust voor het oog. Ongezien was ook dat hij alles kon met de buitenkant van de voet: passen, dribbelen en schieten. De man uit het Pajottenland speelde in het WM-systeem bij voorkeur als linksbinnen. Met een diepe spits, bij voorkeur van het type stormram, voor hem: Jacky Stockman, Johan Devrindt of Jan Mulder bijvoorbeeld. Hij verwende hen met assists, maar had zelf ook een neus voor goals en werd drie keer Belgisch topschutter.

Hij won acht keer het landskampioenschap met paars-wit en vier bekerfinales. In de eerste twee finales was hij de held van de wedstrijd. In 1965 opende hij tegen Standard de score en legde in de 112de minuut de eindstand vast (3-2). Zeven jaar later maakte hij tegen Club Luik het enige doelpunt (1-0).

Europese roem bleef echter uit voor paars-wit en dat werd vooral Van Himst aangerekend. Hij opende weliswaar de score bij zijn Europese debuut in 1962 tegen het Real Madrid van Di Stefano, Puskas en Gento (3-3), waarna Jef Jurion in het Astridpark de Koninklijke de doodsteek gaf (1-0). De verloren finale van 1970 tegen Arsenal om de Jaarbeursstedenbeker was echter de enige, echte uitschieter. Na een riante 3-1 zege in Brussel ging Sporting echter kopje onder op Highbury (3-0).

Desondanks stond Van Himst internationaal in hoog aanzien. Het was het Franse publiek dat hem bij een toernooi in Parijs met de bijnaam ‘de blanke Pelé’ bedacht. Hij eindigde in 1964 vijfde bij de verkiezing van de Ballon d’Or, de onderscheiding voor de beste voetballer van Europa, en een jaar later werd hij zelfs vierde. Hij werd uitgenodigd voor de jubileumwedstrijd van de Portugees Mario Coluna van Benfica en de Russische doelman Lev Yashine in Moskou. Hij trad ook aan met een Europese selectie in een wedstrijd ter ere van de Deense voetbalbond. De internationale waardering die hij genoot, bleek ook in 1981 toen hij een rol kreeg in de film ‘Escape to Victory’, waarin naast Sylvester Stallone ook voetbalvedetten als Pelé, Osvaldo Ardiles en Bobby Moore tot de cast behoorden.

 

Polle Gazon

 

In eigen land kreeg Van Himst de bijnaam ‘Polle Gazon’, omdat hij zich al te gemakkelijk liet vallen om een strafschop te kunnen claimen. Kritiek viel er ook bij de Rode Duivels te horen. De Belgische ploeg liet zich in de barragewedstrijden voor deelneming aan het WK 1966 opzijzetten door de brutale Bulgaren. Het Laatste Nieuws noemde hem ‘een spookvoetballer’. ‘Wij zijn te braaf’, sakkerde Popol. ‘Het is altijd hetzelfde, we kunnen geen belangrijke wedstrijd winnen.’

Daar kwam verandering in met de komst van bondscoach Raymond Goethals in 1968. Joegoslavië, de verliezende finalist van het EK ’68 kwam naar Brussel om oorlog te maken. De Belgen waren gewaarschuwd en zetten dit keer hun voet. Niemand minder dan Paul Van Himst werkte zijn bewaker over de balustrade. België won (3-0) en nam ook de maat van Spanje. Na zestien jaar mochten (de inmiddels) Witte Duivels nog eens naar een WK.

De verwachtingen waren hooggespannen, maar de expeditie was slecht voorbereid. De ploeg vertrok vier weken voor de eerste wedstrijd en de spelers mochten nauwelijks bewegen in het afzonderingsoord. De verveling sloeg vroeger toe dan de hitte en de heimwee groeide sneller dan het gras. Het gonsde al snel van de verhalen. Over spelers die ’s nachts op stap gingen. Over kliekjesvorming. Over de deal met een voetbalschoenenfabricant. En bijna altijd kreeg Van Himst de zwarte piet toegeschoven. Hij zou al na de eerste week terug naar huis gewild hebben en Club Brugge-spits Raoul Lambert geweigerd hebben aan te spelen. Na een zege tegen het nietige El Salvador en nederlagen tegen de Sovjet-Unie en Mexico mochten de Duivels naar huis.

Van Himst, net als ploegmaat Wilfried Puis, weigerde de schuld voor de afgang op zich te nemen en ze dienden schriftelijk hun ontslag als international in. Na twee interlands kwamen ze op hun beslissing terug. Gelukkig maar, tegen Schotland maakte Van Himst het verschil met drie goals (3-0). Het publiek scandeerde ‘Merci Popol, Merci!’. In Luik!

 

Football de champagne

 

‘Ik was bang de hoon van het publiek over me heen te krijgen’, zei de Dilbekenaar. ‘Maar het hele stadion scandeerde mijn naam. Dat moment veegde alle narigheid, frustraties en affronten uit waar ik zo lang slachtoffer van was geweest.’

‘Na het WK moest ik terugvechten. Ik heb na Mexico geen dag vakantie genomen en ben meteen keihard beginnen werken, vooral in het powerzaaltje onder de tribune op Anderlecht. Op zoek naar revanche, ja. Na Mexico ’70 heb ik echt wel bewezen dat ik karakter heb.’’

De Witte Duivels klopten ook Portugal met Eusebio en schakelden in de kwartfinales ook Italië, regerend Europees kampioen en verliezend finalist van het WK ’70, uit. De eindronde had in België plaats. In de halve finales werd verloren van West-Duitsland, maar tegen Hongarije werd de bronzen medaille gewonnen.

De Belgische ploeg speelde onder Goethals eerder catenaccio dan het ‘football de champagne’ dat in het Astridpark werd geschonken. Van Himst stond, tot verbazing van velen, zijn mannetje. Kwalificatie voor het WK van 1974 zat er echter niet in. In het beslissende duel tegen Nederland scoorde Jan Verheyen uit een vrije trap van Van Himst, maar het doelpunt werd door de Russische referee Kazakov ten onrechte vanwege buitenspel afgekeurd.

Van Himst nam op 7 december 1974 in Oost-Duitsland afscheid van de Rode Duivels. Het was zijn 81ste interland, een record dat pas veertien jaar later door Jan Ceulemans werd gebroken. Hij scoorde dertig keer, een evenaring van het toenmalige record van Bernard Voorhoof dat nog veel langer standhield. Ik begon aan die laatste interland met een gescheurde meniscus en moest me dan ook laten vervangen’, herinnert Van Himst zich. ‘Ik heb me moeten laten opereren. Het was het begin van het einde.’

 

Koffiebrander

 

Op 26 maart 1975 organiseerde Anderlecht een benefietmatch voor Van Himst na vijftien jaar in het eerste elftal. Alle groten van het wereldvoetbal, zoals Pelé en Johan Cruijff, waren aanwezig. Enkele maanden later verruilde hij Anderlecht (na 457 officiële wedstrijden en 235 competitiegoals) voor buur Molenbeek. Een beslissing die hem in het Astridpark niet in dank werd afgenomen. Paars-wit had hem verzocht niet naar een andere Brusselse club te trekken.

Van Himst besefte snel dat het een vergissing was en werd bovendien afgeremd door een knieoperatie. Hij raakte moeilijk weer op niveau, was betrokken bij een curieuze dopingaffaire na afloop van een Brusselse derby op Anderlecht en later vrijgesproken. Hij koos in 1976 voor derdeklasser Aalst, waarmee hij kampioen werd. De knie kwam echter nooit meer helemaal goed en hij haakte in 1977 definitief af. Hij stapte in de koffiehandel van zijn vriend Georges De Nil.

Begin jaren ‘80 verzoende hij zich met Constant Vanden Stock en werd jeugdtrainer van Anderlecht. Toen de fanatieke Tomislav Ivic (oktober 1982) door de spelers werd buiten gewerkt, werd Van Himst hoofdcoach. Hij profiteerde van het tactisch concept dat zijn voorganger had neergezet en bezorgde de spelers weer vrijheid en spelvreugde.

In ruim twee seizoenen werd hij twee keer vice-kampioen, won één keer de titel (1985) en bereikte twee keer de finale van de Uefacup. De eerste eindstrijd (1983) werd gewonnen tegen Benfica. Een jaar later bleek Tottenham Hotspur te sterk.

In december 1985 werd hij onverwacht aan de deur gezet. De resultaten waren verre van slecht, maar het bestuur was van oordeel dat de relatie met de spelers vertroebeld was geraakt. Van Himst, die bekendstaat voor zijn minzaamheid en gemoedelijk karakter, werd te week en te braaf geacht voor het veeleisende vak en keerde naar de koffiebranderij terug.

In 1987 kreeg hij de technische leiding over RWDM. Het werd geen succes. Van Himst moest het behoud veiligstellenen verdween het seizoen daarna voor het einde van de rit.

 

BREUK

 

De Brusselaar stapte opnieuw uit het voetbal, maar keerde in mei 1991 terug als bondscoach. Hij erfde van Guy Thys een ploeg die voortijdig was uitgeschakeld voor het EK 1992. Van Himst kwalificeerde de Rode Duivels voor de World Cup 1994. Het toernooi begon uitstekend, met overwinningen tegen Nederland en Marokko (telkens 1-0). Het toernooi in Amerika viel echter nog nauwelijks te redden na de nederlaag tegen Saudi-Arabië (1-0). In plaats van Ierland kreeg zijn team Duitsland op het bord. De uitschakeling werd in de schoenen van scheidsrechte Röthlisberger, die een charge op Josip Weber in de zestien onbestraft liet, geschoven maar de Mannschaft was duidelijk sterker.

De voorronde van Euro ’96 bleek van meet af aan een hachelijke onderneming. Na een zware thuisnederlaag tegen Spanje (1-4) namen Franky Van der Elst en Michel Preud’homme afscheid. MPH, op het WK uitgeroepen tot beste doelman van de wereld, had het al langer moeilijk met de vrij amateuristische werkwijze van de bondscoach. Teegn Duitsland had Van Himst gewaarschuwd voor linksachter Köpke, de reservedoelman, en meer dan eens bleek er een pion te veel te staan op zijn tactisch bord.

Na een half seizoen kreeg Van Himst met Wilfried Van Moer een nieuwe adjunct. België plaatste zich niet voor het eerste EK met zestien teams en Van Himst werd enkele maanden later opgevolgd door Van Moer. Het leidde tot een jammere breuk tussen de vroegere ploegmaats.

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply