Een bevriende lezer meldde me dat ik het me nogal gemakkelijk maak om telkens weer de scheidsrechters en de VAR in bescherming te nemen. En dat dit neigt naar populisme, zeker omdat ze vaak fout zijn. Het klopt inderdaad, in veel van mijn vorige columns sta ik pal achter de refs en het systeem VAR. Maar ik moet er wel aan toevoegen dat ik nog nooit heb betwist dat de scheidsrechters en de VAR fouten maken. Meer zelfs, ze doen dit te vaak en verhinderen daardoor in vele gevallen een serene aanpak van het probleem. Andere reacties komen heel vaak vanuit de hoek van supporters die hun club verdedigen. Daar is natuurlijk niets mis mee, want het voetbal is er voor de supporters. En vice versa. We hebben tijdens de pandemie mogen beleven hoe troosteloos zo’n wedstrijd wel kan zijn. Maar supporteren vertroebelt vaak ook wat het gezicht en een scherp beoordelingsvermogen. En tegelijkertijd zorgt dat ook voor het peper en zout bij deze sport. Getuige daarvan zijn de eindeloze discussies op Extra Time en de vele podcasts, waar men zelfs na het veelvuldige bekijken van discutabele fases uit zesendertig hoeken het vaak nog niet eens geraakt over al of niet buitenspel, handspel of een (niet-)intentionele tackle. Het is maar een greep uit enkele mogelijke gevallen waarbij een scheidsrechter in een fractie van een seconde moet beslissen. En liefst juist beslissen.
Er zijn echt wel genoeg wetenschappelijke studies die bewijzen dat het menselijk oog vaak niet in staat is om een correct oordeel te vellen bij een dubieuze situatie. Wie dit niet gelooft moet in google maar eens “flash-lag effect” intikken. De kans bestaat dat je dan meteen wat meer sympathie krijgt voor de lijnrechter die soms een beslissing moet nemen waartoe hij menselijk gezien eigenlijk niet in staat is. Al was het maar omdat hij het beeld van een vertrekkende bal naar een speler (wel of niet in buitenspel) niet kan stilzetten. Optisch bedrog is geen opzettelijke vorm van bedrog, maar het gevolg van een menselijke tekortkoming.
Om al het voorgaande was het daarom weer eens interessant om te kijken wat er tijdens de laatste speeldag is gebeurd. Op verschillende velden was er alweer tumult over beslissingen van de scheids en de tussenkomsten van de Video Assistant Referee. Het is duidelijk, zonder VAR zouden enkele uitslagen er anders hebben uitgezien. Het meest aanwijsbare voorbeeld hiervan was wel de wedstrijd tussen AA Gent en Antwerp. Drie incidenten zorgden voor heel wat animo. Met uiteraard voor en tegen. Het Referee Department – bij monde van de immer houterige Frank De Bleeckere – liet gisteren weten dat er uiteindelijk drie keer correct werd gehandeld en dat de VAR drie keer terecht scheidsrechter Laforge naar het scherm heeft geroepen. Drie keer wijzigde Laforge zijn beslissing. Dat betekent dat hij drie keer moet toegeven dat hij fout zat. Niet zo leuk, mag ik denken. Maar het zijn ook drie momenten dat Hein Vanhaezebroeck drie keer het niet eens is met de uiteindelijke beslissing en dat ook duidelijk te kennen geeft. Eigenlijk is hij het niet eens met de scheidsrechter, maar ook niet met de VAR. Afhankelijk van de fase. En dat is uiteraard niet de eerste keer. En al zeker niet wanneer het Laforge betreft. In zoverre zelfs dat de spelers van de trainer voor de wedstrijd consignes meekrijgen om het fluitgedrag van de “arrogante” Laforge te ontwijken: geef hem niet de kans om te fluiten. Zelfs het woord complot is al gevallen. In de kranten kreeg de scheidsrechter overigens een 4, geen enkele speler scoorde zo laag.
Het is en blijft vreemd. Af en toe hoorde ik tijdens de VAR-loze wedstrijden van de Conference League de vraag naar de VAR. Maar als de VAR er is, dan wordt die weer als schietschijf gebruikt. Naargelang het een trainer uitkomt. Want laten we wel wezen, we hebben hier de wedstrijd tussen Gent en Antwerp eruit gepikt, maar het had even goed een andere wedstrijd kunnen zijn. Deze speeldag en gelijk welke andere speeldag. Het is dan ook voor trainers en spelers makkelijker kritiek te geven op de wedstrijdleiding dan zichzelf in vraag te stellen. Naast en op het veld.
Maar ik wil hier ook pleiten voor een betere opleiding en begeleiding van onze scheidsrechters. En vooral voor een performante VAR die foutloos kan vaststellen wat er aan de hand is. Dat laatste kost geld. Veel geld. En de ploegen zijn niet geneigd om daarin te investeren. En dat is jammer, als je ziet welke bedragen er naar transfers en spelerslonen gaan. Zou het helpen om bij elke transfer vijf procent af te dragen voor een verbeterd VAR-systeem? Zeer zeker. Zal dit ooit gebeuren? Neen, nooit natuurlijk.
Zelf ben en blijf ik voorstander om elke ploeg twee “challenges” per wedstrijd toe te kennen. Naar analogie van het tennis en het hockey. Bij een terechte aanvechting van een beslissing blijft de challenge behouden, anders verlies je dat voordeel. Met uitleg van de scheidsrechter via het public address. Dat zou mogelijk ook heel wat commentaar vanuit de dug-out voorkomen. Maar tot dan zullen we moeten leren leven met fouten van de scheidsrechters. Maar ook van de trainers. En van de spelers. Tegen heug en meug. En tot dan zullen we op datzelfde nageltje moeten blijven kloppen.