Vandaag staat de topper van de Premier League op het programma tussen Manchester City en Liverpool FC. Intussen heeft de landskampioen afscheid genomen van haar historische trainingscomplex.
Wat weten we van Melwood?
Alles dat we van Melwood weten, weten we van de getuigenissen van een select groepje. Veel meer dan bij ons zijn de trainingen bij Engelse topploegen besloten aangelegenheden. Supporters zijn er niet welkom. Journalisten wel, maar nooit van harte. Wie op het trainingscomplex-in-ruste van Liverpool rondloopt, ziet bordjes met in acht talen het verzoek om geen foto’s te maken. Als grasvelden in staat waren publicatietoestemming te weigeren, zouden ze dat vermoedelijk doen voor onderstaand verhaaltje. Of wellicht niet, nu het iconische complex dit weekend voor het laatst gebruikt werd. Wat weten we van Melwood?
Father Melling en Father Woodlock
Melwood is een sportcomplex in West Derby, de stadswijk van Liverpool waar rechtsback Trent Alexander-Arnold vandaan komt. De club kocht de grond in het interbellum over van een katholieke school uit de buurt – een mooie getuigenis van de gebrekkige significantie die de club aan religie gaf, want The Reds zijn orangisten van origine. De naam Melwood is een samenvoeging van twee medewerkers van de school: vader Melling en vader Woodlock. Veel gebruikt werd Melwood niet. Het Liverpool van de jaren dertig, veertig en vijftig deed zijn trainingen graag op de parking aan de hoofdtribune van Anfield, het stadion dat vijf kilometer van Melwood verwijderd ligt. Iedereen die de negentienvoudig kampioen van Engeland enigszins kent, weet dat er zonder Bill Shankly nooit een Europese topclub verrezen was.
Zijn de moffen hier geweest?
De Schotse trainer schrok zich wezenloos toen hij in 1959 het stokje overnam. ‘Zijn de moffen hier geweest?’, vroeg hij zich af. Het trainingscomplex was door jarenlange onbruik ernstig verwaarloosd: hier liet je nog geen hond op trainen. Het zat vol gaten. Shankly zou later een club en bij uitbreiding een hele stad een vernieuwd gevoel van eigenwaarde schenken, maar begon daartoe met het opkalefateren van Melwood. Het veld moest egaal worden, uit de kranen moest water stromen en de muren konden wel een likje verf gebruiken.
Shankly for president!
Er stonden zelfs bomen op het trainingsveld. Het cricketveld werd stante pede omgeturnd tot veldje voor vijf-tegen-vijf, Shankly’s favoriete speelvorm. Liefst van al deed-ie zelf mee. Hij won ook altijd – de training werd immers beëindigd zodra zijn ploeg op voorsprong kwam, en niet eerder. Shankly was een prima presidentskandidaat geweest.
Visionair Shankly had Melwood toekomstbestendig gemaakt: de ploegen van de jaren ’70 en ’80 reden iedere dag naar West Derby om de basis te leggen voor weer een landstitel of Europa Cup en werkten onder grotendeels dezelfde omstandigheden als Shankly had aangebracht in de zestiger jaren.
Whisky in de Boot Room en lachen met Elton John
In de Boot Room, de schoenenruimte op Anfield, werden alle triomfen geplot. Shankly, opvolgers Bill Paisley, Joe Fagan en Roy Evans, alsmede Reuben Beunett en Ronnie Moran, kwamen er iedere week meermaals samen om de tactiek en gang van zaken te bespreken. Na afloop konden de trainers en bestuurders van de tegenpartij er een pintje of glaasje whisky komen halen – na een paar glaasjes scotch kwamen er nog wel eens geheimen boven tafel. Zolang ze maar niet te veeleisend waren: Watford-eigenaar Elton John werd weggehoond toen hij om een pink gin vroeg.
Van Steven Gerrard tot Virgil van Dijk
De eerste veranderingen aan het terrein volgden pas aan het eind van de twintigste eeuw. Omdat het terrein toch wat krap bemeten was voor zowel het eerste als de jeugdopleiding, kregen de beloften van de club hun eigen terrein in Kirkby, een stadje een flink stuk buiten de stadskern. Ondertussen kreeg ook het terrein een laatste upgrade: Steven Gerrard, Fernando Torres, Luis Suarez, Mohamed Salah en Virgil van Dijk lopen intussen rond op een complex dat van alle gemakken voorzien is en voldoet aan de vereisten van modern topvoetbal. Stilaan werden de pottenkijkers geweerd – een pijnlijke maar logische stap. Zou Liverpool nu nog iedere dag open trainen (corona even weggedacht), dan zou de mensenmenigte de ploeg van Klopp het werken onmogelijk maken.
Einde van een tijdperk
In zekere zin had de tijdsgeest het echte Melwood al ingehaald. Europese topclubs als Liverpool kunnen het zich anno 2020 niet meer permitteren om een soort ‘gemeenschapscentrum’ te hebben waar hordes mensen dagelijks op handtekeningen jagen – nog afgezien van de spionagemogelijkheden. De verhuizing naar Kirkby, waar de jeugd dus al speelt, was al langer een wens van de clubleiding. Een nagelnieuwe omgeving wacht de Reds na de interlandperiode. Sponsor AXA heeft zijn naam eraan verbonden om een deel van de kosten te deken. In Kirkby zijn de spelers beter beschermd tegen de buitenwereld – op Melwood konden buurtbewoners met een beetje spitsvondigheid wel manieren vinden om over het hek te gluren.
Werkplaats van Pass & Move tot Gegenpressing
Dat is kort gezegd ook hoe de meeste mensen omgaan met de verhuizing van de selectie: niet leuk, wél te begrijpen. Het grootste pijnpunt zit hem in de sloophamer die binnenkort een bezoekje komt brengen om ervoor te zorgen dat het er weer net zo beroerd komt uit te zien als in de jaren ’50. Een stukje voetbalgeschiedenis en het kloppend hart van een stadswijk in een plaats waar voetbal de belangrijkste hoofdzaak van ’t leven is, die zal verdwijnen. Verdwijnen van de kaart althans, maar voortleven in de herinnering en in het vormen van een groot aantal voetballers van de buitencategorie. Als Anfield Road de expositieruimte was van het pass & move van Shankly en Paisley, het powervoetbal van Houllier en Benítez en nu van Klopps Gegenpressing, dan was Melwood de werkplaats.
6 reacties
Pingback: discover this
Pingback: like this
Pingback: ติดตั้งโซลาเซลล์
Pingback: obeng bet
Pingback: online chat
Pingback: tokens