woensdag, mei 8

Het allerergste aan de Super League: het is een closed shop

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Twaalf grote Europese clubs vinden de andere clubs een verspilling van hun tijd. Dat wisten we al, en zondag zagen we het nog eens bevestigd. Het nieuws verscheen via The Times, en werd zondagavond synchroon gedropt door alle twaalf Founding Members, zes Engelse clubs, drie uit Italië en drie uit Spanje. Ze zoeken nog drie vriendjes die altijd mee mogen doen, en nog vijf die soms mee mogen komen spelen. Dan hebben ze er twintig.

Vijftien vaste vrienden

Arsenal, Chelsea, Liverpool, Manchester City, Manchester United en Tottenham Hotspur zijn de clubs uit Engeland. Van het continent: AC Milan, Atlético Madrid, FC Barcelona, Internazionale, Juventus, en Real Madrid. Dit dozijn apostelen had aan de gulzigste tafel ooit in elk geval drie stoelen gereserveerd voor Paris Saint-Germain, Bayern München en Borussia Dortmund, maar de twee Duitse ploegen hebben geweigerd. Naast die vijftien vaste bespelers, mogen er nog vijf clubs zich kwalificeren. Ze willen over vier maanden beginnen en zijn driftig begonnen met schepen verbranden. Schepen, en ook en masse hun lidmaatschapskaarten van de ECA.

Wat gaan ze doen? Twintig clubs worden in twee groepen van tien verdeeld en treffen elkaar uit en thuis. Na achttien groepswedstrijden gaan de eerste drie door. De nummers vier treft de nummer vijf van de andere poule voor de twee overige plekken in de kwartfinale. Vanaf daar verloopt het volgens het oude Champions League-concept: twee wedstrijden en de finale gaat in één keer. En waar het om draait? Om geld. Om de verzekering van geld. Op het moment van schrijven staan Chelsea, Arsenal, Liverpool en Tottenham allemaal buiten de Champions League-plekken. Met deze competitie zouden de clubs twee vliegen in één klap slaan. Ze weten zich verzekerd van televisiegeld, en moeten minder delen. Club Brugge mag vermoedelijk nooit meer meesnoepen van deze taart. Ajax als ze een jaar héél lief zijn geweest misschien eens als gastclub.

Hoe groot de taart wordt is niet duidelijk, maar hij zal zelfs de grootste gulzigaard wel even verzadigen want in de verklaring beloven de clubs dat de solidariteitsbijdragen de kaap van tien miljard euro zullen ronden. Ze zeggen niet over hoeveel jaar dat zal zijn, maar zelfs als het om twintig jaar zou gaan, is dat een behoorlijk fors bedrag. Er moet een behoorlijke markt zijn – de twaalf clubs zijn samen goed voor ruim 1,25 miljard volgers op sociale media. Als het om munten gaat, doen de bestuurders van grote clubs hun huiswerk meestal wel, reken maar dat dit rendabel is.

Belasting, timing en overmoed

Er is veel om op te schieten. De belasting van spelers, bijvoorbeeld. Naast 38 wedstrijden in de nationale competitie (die gaat vooralsnog door), ieder jaar minimaal achttien stuks in deze competitie. De Engelse deelnemers moeten tenminste de League Cup opgeven. De FA Cup zou bij de gratie Gods door kunnen gaan, maar de voor kleine clubs lucratieve replays moeten eruit verdwijnen, anders past het niet meer in het schema. Ook de timing is te beklagen, zoals Gary Neville terecht deed. Zoveel clubs liggen in deze tijd op hun gat, en dan zo’n megalomaan plan. En de overmoed: de Engelse deelnemers verliezen om de haverklap punten tegen laag geklasseerde Premier League-ploegen.

Maar: in zekere zin was dit onvermijdelijk. De gigantische inkomensverschillen zorgen in veel landen (Engeland redelijk uitgezonderd omdat alle Premier League-clubs flink verdienen) voor steeds minder interessante wedstrijden. De reactie is niet het probleem oplossen door de schat eerlijker te verdelen, maar de clubs die te weinig krijgen om competitief te zijn langzaam afstoten. Arsène Wenger sprak zich in de jaren negentig al uit voor iets als dit. Ieder jaar twee keer Arsenal – Real Madrid en Internazionale – Chelsea, er is kennelijk een markt voor. Ik richt me even tot mijn favoriete club Liverpool.

Holy Trinity

Als je over Oakfield Road of Walton Breck Road naar Anfield loopt, kom je oog in oog te staan met The Kop, met het standbeeld van Bill Shankly. De Schotse manager werd in 1959 aangesteld bij een club waar de toiletten niet doorspoelden, met een trainingsveld waar nog geen hond op wenste te worden uitgelaten. Er zijn hele boeken volgeschreven om zijn gehele plan van aanpak uit te leggen, maar de basisles: de juiste spelers vinden voor de juiste bedragen, er een team van smeden en steeds hogerop komen. Dat is hoe Liverpool van een gevallen grootmacht opklom tot een naam die nooit meer écht verdween uit het Europese topvoetbal. Daarnaast bevatte het Shanklyïsme sporen van gezond socialisme. De heilige drie-eenheid: spelers, manager, supporters. Nooit het bestuur.

De Fenway Sports Group kocht Liverpool in 2010, toen de club in de degradatiezone belandde. Nu, in 2021, hoort ze onbetwist tot de beste ploegen van de wereld, ondanks dit lastige seizoen. Deels pasten ze het Shanklyprincipe toe. Na wat jaren van lesgeld betalen, kregen ze de voetbalmarkt in de vingers. Voor een fractie van de kost van andere selecties had Liverpool een ploeg van wereldklasse. Alleen dat met die Drievuldigheid wilde niet zo. Manager Dalglish moest helemaal naar Boston vliegen om ontslagen te worden.

In het clublogo werden de vlammen die branden voor de 96 doden van de Hillsboroughramp voor een PR-stuntje vervangen door twee milkshakes van een ranzige donutboer. En de supporters? Uitmelken. Zestig pond voor een kaart alstublieft, en blij zijn dat de verhoging naar 77 pond niet doorging. Blij zijn als je een kaart krijgt. Er is op Anfield plek voor duizenden Aziaten die met officiële reispartners komen invliegen. Die kopen de fanshop leeg. Lokale toeschouwers mogen vechten om een paar honderd kaarten. Wie een abonnement wil, moet 25 jaar op de wachtlijst. Ze probeerden zelfs het woord ‘Liverpool’ te patenteren, om individuele handelaren de paar grijpstuivers die ze konden verdienen met zelfgemaakte sjaaltjes en mutsen ook nog via de rechtbank te kunnen afpakken. Alles is voor John Henry.

Closed shop

Iedereen die het voorrecht heeft om een kaartje voor Liverpool te kopen, weet dat hij vijftig of zestig pond in de zakken van een miljardair stopt terwijl op iedere straathoek in de stad zelfstandig ondernemers vechten voor hun voortbestaan. Waarom dit dan voor veel mensen de druppel is? Ik kan enkel voor mijzelf spreken. Voor mij is het closed shop­-principe onaanvaardbaar. Een competitie zonder kwalificatie, promotie of degradatie is dood. Er is een plan gemaakt waarin vijftien clubs voor eeuwig een onoverbrugbare voorsprong op de rest zullen hebben, ongeacht of de mensen bij de betreffende clubs hun werk goed doen. Dat druist zo diep in tegen alles dat sport zo mooi maakt, dat

Er is een plan gemaakt waarin een nieuwe Bill Shankly onmogelijk meer een club vanuit het niets omhoog kan stuwen richting de wereldtop. De voorwaarden voor eerlijke concurrentie in het voetbal zijn al 25 jaar aan flinke erosie onderhevig. Nu is er een plan dat concurrentie tout court de nek omdraait. En onder dat plan staat de handtekening van een club die dweept met Shankly en zijn socialistische ideeën. Dat doet me meer pijn dan welke nederlaag ooit.

Het maken van dit verhaal heeft me op een drukke maandag toch wat tijd gekost. Geluk bij een ongeluk: ik kan de verloren tijd vanavond inhalen. Op Elland Road staat Leeds United – Liverpool op het programma. Ik sla over.

Liverpool FC: eindelijk kampioen! | Jan Willem Spaans

Share.

About Author

Jan Willem Spaans is een 25-jarige Amsterdammer. Hij schrijft voor onder meer De Witte Duivel, ELF Voetbal en is auteur van drie voetbalboeken. Zijn specialiteiten liggen in het Nederlandse en het Engelse voetbal en zijn hart in het Schotse!

Comments are closed.