woensdag, december 25

STRAFFE VERHALEN (2): DE DODENMATCH IN KIEV

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Club Brugge verdedigt volgende woensdag in Kiev een 1-0 voorsprong, die uitzicht biedt op de play-offs van de Champions’ League. De wedstrijd wordt gespeeld in het Olympisch Stadion (83.450 toeschouwers), maar we raden alle Brugse fans aan het fraaie Dinamo Stadion (17.000) te bezoeken. En foto’s te maken voor de monumenten ter ere van de legendarische ex-coach Valeryi Lobanovski en de vier spelers van de Dodenmatch.

Dinamo Kiev domineerde meer dan een halve eeuw het Oekraïense voetbal. Dat dankte het vooral aan zijn beschermheer Volodymyr Sjerbytskyi, het hoofd van de communistische partij. Als er bij Shakhtar Donetsk of Dnjepno Dnjepropetrovsk een nieuw talent opstond, pleegde hij één belletje en droeg die jongen een week later de kleuren van Dinamo.

Sinds 1942 is Dinamo Kiev een nationaal symbool, waar het hele land voor supportert. Dat dankt het aan de zogenaamde ‘Dodenmatch’. Ter ere van deze legendarische partij werd in 1971 een monument opgericht dat vier spelers uitbeeldt en dat je meteen ziet als je onder de indrukwekkende bogen stapt die leiden naar het Dinamo Stadion, dat in een park bij de rivier de Dnjepr ligt.

Toen de Duitsers begin jaren ’40 van de vorige eeuw Oekraïne bezetten, werd de competitie stilgelegd. Acht spelers van Dinamo en drie van Lokomotiv werkten in Bakkerij nummer 3 en besloten samen te voetballen onder de naam FC Start. De laatste wedstrijd zou uitmonden in de dood van vier spelers.

Deze mythische match inspireerde heel wat filmmakers. De meest bekende prent is ‘Escape to Victory’, met Sylvester Stallone, Michail Caine en een aantal topvoetballers als Pelé, Bobby Moore, Kazimierz Deyna, Osvaldo Ardiles en onze Paul Van Himst in de hoofdrollen.

Het werkelijke verhaal ziet er echter heel anders uit en wordt verteld in ‘Dinamo: Defending the Honour of Kiev’, het uitstekende boek van Andy Dougan. FC Start speelde vooral tegen buitenlandse legerelftallen en liet geen spaander heel van de Hongaarse en Roemeense tegenstanders.

FC Start werd dan ook uitgedaagd door Flakelf, een team van de Luftwaffe. Het werd 5-0 voor de thuisploeg en de bezetters eisten een replay. Dit keer met een referee van de SS, die zijn landgenoten liet schoppen naar alles wat bewoog.

Desondanks werd het 5-3 nederlaag voor de Duitsers en de vernedering was compleet toen de jonge verdediger Oleksyi Klymenko de Duitse keeper dribbelde, op de doellijn halt hield en de bal naar de middencirkel in plaats van in het doel trapte.

De Nazi’s waren razend en alle spelers werden opgepakt voor ondervraging. Ze werden overgebracht naar het werkkamp Syrets nabij Babi Yar, de ravijn waar duizenden joden de dood vonden. Nikolai Korothykh werd dood gefolterd, maar de andere spelers overleefden zes maanden dankzij hun goede fysieke conditie. Een aanval op een fabriek waar gemotoriseerde sleeën werden hersteld maakte kampcommandant Paul Radomsky razend en hij besloot één derde van de gevangenen te fusilleren. Klymenko, Ivan Kuzmenko en Mykola Trusevich, die nota bene nog steeds zijn keeperstrui droeg, vonden de dood.

Naast de arcades die toegagng verlenen naar het Dinam Stadion staat een beeld van Valeryi Lobanovski, die op een stoel zit die op een bal staat. De man die Dinamo trofeeën aan de lopende band bezorgde: acht keer kampioen, zes keer de beker en twee keer Europa Cup II.

De ‘kolonel’ was een technisch erg begaafde maar wat trage linksbuiten. Ean artiest, die de anderen voor hem het werk liet doen. Hij was pas 29 toen hij zijn schoenen aan de haak hing. ‘Ik ben ziek van het antivoetbal dat we moeten spelen’, verklaarde hij.

Lobanovski was loodgieter van opleiding, maar had een wiskundige geest en ging studeren aan het Kyiv Polytechnic Institute’. ‘Alles in het leven is een cijfer’, was één van zijn gevleugelde uitspraken. Hij was wellicht de eerste coach uit de geschiedenis die wetenschappelijk voetbal in zijn puurste vorm doceerde. 

‘Als je een goede trainer wil worden, vergeet dan de voetballer die ooit was’, was zijn advies aan jonge collega’s. Zijn eerste club was Dnjepropetrovsk. Zijn grote successen vierde hij bij Dinamo Kiev. Hij voerde een ijzeren discipline in en hamerde op een goede conditie. Hij was dogmatisch en autoritair. Zijn persconferenties waren hilarisch. Zoals ik kon vaststellen aan de vooravond van de Europese finale van 1988. De kolonel zat er als een dood vogeltje bij. Zelfs zijn lippen bewogen nauwelijks. Hij preveelde dan ook niet meer dan een paar woorden.

Zijn voetbal werd ‘een communistische versie van het Totaalvoetbal’ genoemd. Hij oefende eindeloos op looplijnen, zodat zijn spelers elkaar blindelings vonden. ‘Toch was Dinamo geen machine, zoals vaak beweerd werd’, aldus Mark Bennetts in zijn boek ‘Behind the Curtain’. ‘Het elftal bestond eerder uit schaakspelers dan robotten.’

Lobanovski beschikte over een begenadigde generatie met spelers als Vasyl Rats, Igor Belanov en Oleg Blokhin. Bijna zijn hele elftal van het WK 1986 (waar het na een episch en historisch duel na 120 minuten werd uitgeschakeld door de Rode Duivels) en het EK 1988 (waar het eerst van Nederland won en in de finale verloor) bestond uit spelers van Dinamo Kiev.

Na het tegenvallende resultaat op het WK 1990 in Italië stapte hij op als bondscoach en vertrok naar de Verenigde Arabische Emiraten. Dinamo viel zonder hem fors terug. Het team van de geheime politie, dat geleid werd door het ministerie van Binnenlandse Zaken, geraakte in opspraak. Volgens bronnen in Moskou was het een import-exportbedrijf geworden. Niet van voetballers, maar van goud, platina en onderdelen van nucleaire raketten. Handel die alleen mogelijk was met de toestemming van de Oekraïense maffia.

In 1995 keerde Lobanovsky naar Kiev terug. Dinamo had nieuwe investeerders gevonden en met toppers als Luzhny, Rebrov en vooral Shevchenko brak een nieuwe glansperiode aan. De blauw-witten werden echter voor drie uitgesloten van Europees bekervoetbal na een poging om de Spaanse ref Lopez Nieto om te kopen voor een Champions’ League-wedstrijd tegen Panathinaikos.

In 1999 bereikte hij met Dinamo de halve finale van de Champions’ League, maar werd door Bayern München uitgeschakeld. De  ploeg van Lobanovski verkwanselde een 3-1 voorsprong en greep zo naast de eindstrijd tegen Manchester United.

Lobanovski overleed in mei 2002 na hartproblemen vanwege overmatig cognacgebruik en na een carrière van 33 jaar als coach. Zijn assistent Oleksiy Michailikov nam de leiding over en een paar maanden later werd Shakhtar Donetsk voor het eerst in de geschiedenis landskampioen. 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.