donderdag, april 25

Serie O Belgisch Voetbal: Jef Mermans overleed 25 jaar geleden op 20 januari 1996

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Een verhaaltje uit ‘O Belgisch Voetbal. Hoogtepunten en sterke verhalen van 1920 tot 2020’ – hier te koop!

De beste van de twintigste eeuw volgens Jan Wauters

België – Hongarije 5-4,  3 juni 1956

‘U kent toch mijn nonkel Jef’? Die vraag werd me zo’n 25 jaar geleden gesteld door de immer hoffelijke koffiedame van een grote uitgeverij waar ik toen werkte. Ze wist van mijn interesse voor het voetbal, maar ik bleef het antwoord schuldig. En ze begon te vertellen over ‘hare nonkel Jef, die in de jaren vijftig een van de grootste Belgische voetballers was geweest en Anderlecht voor het eerst kampioen had gemaakt.’ Ze had het over Jef Mermans (1922-1996)  de duurste transfer in 1942 van Tubantia Borgerhout naar Anderlecht. Hij bracht inderdaad in 1947 de eerste landstitel naar de paarswitten. En ook de zes die erop zouden volgen: 1949, 1950, 1951, 1954, 1955, 1956. 

Een hoffelijke koffiedame en een radioreporter

De hoffelijke koffiedame sprak zelden over voetbal, ze had het over de fijne mensen die nonkel Jef en zijn vrouw voor haar waren geweest. Het kinderloze echtpaar gaf hun nichtje veel liefde. De sterke band tussen hen bleef tot op latere leeftijd intact. 

De hoffelijke koffiedame passeerde ook toen radioreporter Jan Wauters bij mij op werkbezoek kwam om zijn verzameling sportcolumns in boekvorm te gieten. Ik stelde haar voor als ‘de nicht van nonkel Jef Mermans’. Jan reageerde enthousiast want hij bekende daar dat voor hem Jef Mermans ‘de grootste Belgische voetballer was geweest van de twintigste eeuw.’ En voegde er beleefd aan toe om hem zijn welgemeende groeten over te brengen. Er sprong een traan in het oog van de hoffelijke koffiedame want ze sprak dat ‘nonkel Jef hem zich niet zou herinneren.’ De verklaring heette ‘Alzheimer’ en dat beroerde Jan Wauters op zijn beurt. 

Enkele maanden later wandelde de hoffelijke koffiedame op een serene wijze naar mijn kantoor. In haar stem klonk verdriet:  ze deelde me het overlijden van Jef Mermans op 20 januari 1996 mee. En toch ervoer ik ook een zekere ‘tinteling’ toen ze mij een boekje uit 1952 overhandigde. Met als titel: ‘ Mijn voetbal en ik.’ Het levensverhaal van ‘haar nonkel Jef’.

Ik citeer er twee bijzondere passages uit die zowel de ‘mens’ als de ‘voetballer’ Jef Mermans in beeld brengen. Hij verliet zowel Anderlecht als de Rode Duivels langs de grote poort: met een zevende landstitel en met een onwaarschijnlijke 5-4 zege tegen de ‘Magical Magyars’ van Ferenc Puskas.

Op het laatste nippertje ontsnappen in Merksem aan de Duitsers

‘Op 2 september 1944 vierde Antwerpen de Bevrijding. Dat betekende: alles boven het Albertkanaal. Merksem, mijn woonplaats, bleef bezet gebied. Ik was op weg naar Brussel voor een match met Anderlecht maar die werd door de intrede van de Engelsen afgelast. Ik bevond mij al in de bevrijde zone en kon niet meer terug naar Merksem. Mijn vrouw ontsnapte op het laatste nippertje en kon verwittigd door spoorwegwerklieden de laatste trein vanuit Antwerpen naar Brussel nemen.

De dag nadien besloot ik op mijn beurt mijn vriend Rie Meert te gaan bevrijden uit zijn hol. Enkele maanden voordien was onze doelman opgeëist in Duitsland, maar hij verkoos niet te gaan. Hij had zijn voorzorgen genomen en bij familie in een onderaardse tuin een schuilplaats aangelegd waarop een ton stond die met aarde werd bedekt. Hij kwam er slechts uit wanneer alles kalm was geworden. Die ochtend had ik dus het genoegen Rik te mogen aankondigen dat hij voor altijd uit zijn kot mocht komen.

Met de tandem naar Antwerpen om te kijken naar een brandend huis

Intussen stonden we angsten uit over het lot van onze ouders. We geraakten niet in Antwerpen tot een vriend mijn vrouw en ik een gloednieuwe tandem leende en we overbrugden de afstand vanuit Brussel met de fiets. In het centrum van de stad Antwerpen zagen we kussende en dansende mensen. Aan het Albertkanaal werd echter gevochten op leven en dood. Vanop de spoorwegbrug staarden we naar ons brandende huis. Gelukkig kregen we te horen dat onze ouders in veiligheid waren.

In de namiddag fietsten we terug naar Brussel. ’s Avonds stond er een vriendschappelijke match tussen Anderlecht en een ploeg van onze ‘Engelse bevrijders’ op het programma. Nooit zat het stadion zo stokvol. Geen enkele derby heeft ooit dergelijke gevoelens verwekt. De menigte was dol van vreugde terwijl ik de dicht gepropte tribune gadesloeg zag ik voor mijn ogen de dans van de vlammen uit dat huis…mijn huis…Op dat ogenblik begaven mijn zenuwen het en heb ik geweend als een kind.’

Miljoenenaanbiedingen uit Italië

‘In 1947 ontving Anderlecht in het Astridpark Racing Paris voor een galamatch: 8-1, zes goals van mijn voet. Ik leerde nadien Bongiorni kennen. Die zou overstappen naar Torino omdat hij van zijn overleden grootvader enkele hectaren bosgrond had geërfd. Hij probeerde me te overhalen hem te volgen. Torino was toen de beste club van Europa en klopte aan met een bod van twintig miljoen lire, maar Anderlecht zei ‘neen’. Twee jaar later zat hij in het vliegtuig dat te pletter vloog tegen de basiliek van Superga. Ik zat rond 1950 in vele landen volgens journalisten in de ‘ideale ploeg’ van het Europese vasteland. Anderlecht bleef ‘neen’ zeggen.

Na Torino volgden aanbiedingen van Atalanta Bergamo, Nîmes, Lazio, Atlético Madrid en vooral AS Roma. Echt een perfect voorstel van dertig miljoen lire. Er stopte een prachtige Alfa Romeo voor de deur met plaat van Corps Diplomatique. Advocaat Baldassare, ook lid van het parlement, kwam namens AS Roma onderhandelen: naast geld van de overgang een appartement zeven kamers, een auto en 150.000 lire per maand plus premies. Zelfs al speelde ik er in 1952 al tien seizoenen. Anderlecht zei opnieuw ‘neen’. Men heeft mij dus niet toegelaten beroepsvoetballer te worden.’

Portret Jef Mermans, de gracieuze en briljante bombardier van Anderlecht

Jef Mermans. Hij tekende als eerste het karakter uit van Anderlecht: de evenwichtige combinatie van techniek, offensieve doelgerichtheid en de wil tot winnen.

Componeerde het spel vanuit rust en inzicht, met het sturende én stuwende vermogen van de aanvoerder. Bezat ook nog wat de Britten ‘the grace and the brio’ noemen: speelde tegelijk gracieus én briljant.

De Antwerpenaar verkoos in 1942 het paars van het titelloze Sporting Anderlecht boven dat van zevenvoudig landskampioen Beerschot, dat in hem nochtans de opvolger zag van haar vedette Raymond Braine. Tweedeklasser Tubantia Borgerhout incasseerde het recordbedrag van 125.000 Belgische franken voor haar twintigjarige spits. 

De Tsjecho-Slowaakse coach Pateck leerde hem daar de principes van het Ceska Ulicka, de snelle Praagse passeerkunst, dat de korte combinatie liefhad. 

Hij blonk er zelfs zo in uit dat de toenmalige Europese topper Slavia Praag hem al op zijn vijftiende een voorstel deed. 

Ook Antwerp verkeek zich op de talenten van de tienjarige straatvoetballer én rood-witte fan want negeerde zijn smeekbede tot aansluiting. De geschiedenis kent zijn eigen kronkels. In 1932 tekende hij bij Tubantia en The Great Old trachtte hem later tevergeefs te lijmen. De komst van Jef Mermans deed de Belgische én Brusselse – ten nadele van Daring en Union – voetbalgeschiedenis kantelen. Onder zijn impuls vond Anderlecht de weg naar het succes: zeven landstitels in tien seizoenen, waarvan de eerste in 1946-‘47. 

De anekdote wil dat hij bij zijn eerste training in 1942 de toegang tot de kleedkamer werd geweigerd door een stadionsuppoost met de woorden: ‘Gij komt van Tubantia? Dat is zeker de naam van een fanfare. Hier wordt voetbal gespeeld en geen trompet.’

Le bombardier kon zowel kaatsen als dribbelen

In het tijdperk van de Engelse coach Bill Gormlie nam Anderlecht een voorsprong op de andere clubs. Na Pateck was Gormlie zijn tweede invloed. Hij eigende zich ook de Engelse stijl toe: scoren met het hoofd en het harde schot. Waarbij de doelman soms letterlijk tot over de lijn werd ‘geramd’, vandaar de bijnaam ‘le bombardier’. Evolueerde tot eerste meevoetballende spits, die zowel het kaatsen als de dribbel machtig was. 

AS Roma lonkte in 1951 naar hem met een supertransfer. De Italianen boden hem dertig miljoen lire voor twee seizoenen, een appartement met zeven kamers en een auto. Anderlecht weigerde. Het werd hem verboden om het beroep van voetballer uit te oefenen. Ook Real Madrid hunkerde in 1953 naar de midvoor-spelmaker. Anderlecht hield opnieuw het been stijf. Real kocht vervolgens Alfredo di Stefano en werd de ‘Koninklijke’ van Europa.

Intelligentie op en buiten het veld

Hij legde zich neer bij het onvermijdelijke en toonde ook buiten het veld zijn intelligentie. Formuleerde voorstellen voor een professioneel statuut van de voetballer en hield pleidooien voor het in ere houden van de techniek door… het behoud van het pleintjesvoetbal. Toonde zich ook als een eigenzinnig individu dat de eer aan zich hield. Liet zich niet knechten door bestuursleden of coaches en ging ook in debat met ploegmaats die zijn leiderschap in vraag stelden.

Scoorde én scoorde én scoorde tot in 1957: 249 doelpunten voor Anderlecht. Tot vandaag topschutter aller tijden in het Astridpark. In 1948, 1949 en 1951 pikte hij de nationale trofee in met 38, 23 en 37 treffers. 

Zijn portret bleef lange tijd prominent aanwezig in de statige perskamer van Anderlecht. Tilde de club uit de anonimiteit en zette haar op weg naar landelijke glorie. Mister Anderlecht was geboren. De gracieuze en briljante bombardier, Jef Mermans. De beste Belgische voetballer van de twintigste eeuw, volgens Jan Wauters.

O Belgisch voetbal | Raf Willems

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Comments are closed.