zaterdag, april 20

Serie 111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920: José Leonardo Andrade

Pinterest LinkedIn Tumblr +

SERIE: 111 LEGENDARISCHE VOETBALHELDEN SINDS 1920

111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920. Wie zijn ze, die honderd voetballers, tien keepers en dat uitzonderlijke fenomeen? Maak mee deze wandeling door het voetballandschap van de voorbije eeuw. We vervolgen met José Leandro Andrade, de eerste wereldvedette van het voetbal, danser tussen de Moulin Rouge en Montevideo. Veel leesgenot – Raf Willems.

JOSÉ LEANDRO ANDRADE, DANSEN VAN DE MOULIN ROUGE TOT MONTEVIDEO

Uruguay – Argentinië 4-2, finale Mundial 1930, 30 juli 1930 in Montevideo

José Leandro Andrade. De eerste ‘zwarte’ voetbalprins overleed in 1957, drie dagen na zijn 56ste verjaardag. Men vond hem terug in zijn kleine kelderwoning in Montevideo. Zijn enige bezit: bed, tafel, stoel. En een kartonnen doos met zijn zes gouden voetbalmedailles met Uruguay: Wereldbeker 1930, Olympische Spelen 1924 en 1928, Copa America 1923, 1924 en 1926. 

El rey negro de salon & balon werd door Eduarod Galeano, de belangrijkste schrijver van zijn land, tot ‘Koning van de Tokkel’ omgedoopt. Hij stierf eenzaam en totaal berooid.

Terwijl hij in zijn voetballeven toch alle belangstelling naar zich toe had gezogen. Het gebeurde als vanzelfsprekend, hij moest er niets voor doen. Hij was de eerste mondiale vedette van het voetbal. In Parijs bewoog hij zich ‘tussen de rijken en de schonen’.

El rey negro, genoemd naar een ontsnapte slaaf

Hij kwam ter wereld op 1 oktober 1901 in een ranch van bevrijde slaven. Als kind van een Argentijnse dienstmeid en een onbekende vader. Ze noemden hem naar een 97-jarige, die op het nippertje in het midden van de negentiende eeuw de barre zeereis op een Portugese tumbeiro of ‘doodkist-slavenboot’ vanuit West-Afrika had overleefd. De man heette José Ignacio Andrade.

Hij kreeg bij het aanmeren in de Braziliaanse havenstad Bahia een dubbel brandmerk op het schouderblad en linkerborst en werd tijdens een openbare veiling verkocht aan een grootgrondbezitter. Intussen wijdde hij zichzelf in…de zwarte magie in. De legende wil dat hij zijn bewakers behekste en vluchtte naar het vrije Uruguay, dat de slavenhandel had afgeschaft. Daar deed hij zich voor als expert in het oplossen van waarzeggerij en liefdesproblemen. 

Magisch bloedritueel bij de geboorte

Volgens biograaf Franklin Morales in José Leandra Andrade, El rey negro de Paris ontmoette de mysterieuze man in de zomer van 1901 de hoogzwangere Anastasia Quiroz. Ze deed voor zijn bevalling beroep op zijn natuurgeneeskundige kennis. Hij adopteerde haar zoon op 15 november 1901, zes weken na zijn geboorte, via een ritueel waarmee hij het bloed van het eigen voorhoofd vermengde met dat van de baby. Hij geloofde dat deze magische inwijding de overdracht van geheime kennis en macht naar het hart van het kind regelde.

Tangodansen en drummen

José Leandro liep elke dag ruim vier kilometer naar school met een lappenbal aan de voet. Zijn moeder oefende dagelijks met hem de tango in. Zijn tien jaar oudere vriend leerde hem de Afrikaanse percussieritmes aan. Naast drums speelde de kleine Andrade ook piano en de snaarinstrumenten repique, chico, bombo en banjo. Rond 1916 verhuisde Anastasia met haar vier kinderen naar  een achterbuurt van Montevideo. 

Het huisje was zo benepen dat moeder met haar twee dochters in hetzelfde bed sliep en José Leandro en zijn broer noodgedwongen op de grond. 

Voorzitter van carnavalsvereniging

Op zijn zeventiende nodigde Peñarol hem uit voor enkele partijtjes met het derde elftal. De nonchalance oversteeg de inzet en na verschillende afwezigheden op trainingen stuurde men hem onverwijld de laan uit. Hij bekeek voetbal als pure ontspanning, gooide zich liever in amusement en voerde als vakkundige trommelaar een dansgroep aan die zich ‘de arme Cubaanse negers’ noemde. Hij liet zich in 1921 ook verkiezen tot voorzitter van de zwarte carnavalsvereniging Libertadores de Africa, een club met een hoog black power-gehalte.

Ze scoorden dé carnavalshit van 1923. Hij kreeg zelfs uitnodigingen voor het nationale elftal maar in de aanloop naar carnaval verkoos hij de repetities met de Libertadores boven de trainingen met de Celestes of hemelsblauwen, de bijnaam van Uruguay. Dit belette niet dat hij hét fenomeen zou worden van de Olympische Spelen van 1924.  

Parijs 1924: zigzaggende schijnbewingen

Hij was de beste van de ‘Afro-Uruguayans’. Die vonden het ontwijkende, snelle, zigzaggende en met schijnbewegingen doorspekte spel uit. Dankzij urenlange oefening in beperkte ruimtes: straatjes, velden en zandstranden. 

Als enige ‘zwarte speler’ van het toernooi, de eerste uit de geschiedenis van het op dat ogenblik zeer racistische Europese continent, floreerde hij. Ondanks ‘journalistieke’ observaties zoals: ‘die neger scheen een schedel als een kokosnoot te hebben’.

Met zijn technisch vernuft, atletische elegantie en acrobatische kunststukjes als ‘de schaar’ en ‘de retro’ veroverde hij de aanvankelijk argwanende publieke opinie. Hij kreeg de prijs voor beste speler van de Spelen, en dus van de wereld, op dat ogenblik.  De pers doopte Uruguay tot ‘vernieuwer van het voetbal’ na het fantastische spel tegen achtereenvolgens Joegoslavië (7-0), Verenigde Staten (3-0), Frankrijk (5-1), Nederland (2-1) en in de finale voor 40.000 toeschouwers tegen Zwitserland (3-0). 

Romance met Lily Reverdy, vedette van Moulin Rouge

Voor hem begon van dan af het ware leven. Het Franse publiek viel voor zijn fascinerende optreden. Parijs raakte in de ban van de tango. José Leandro Andrade – la merveille noire – bleef maanden hangen in Parijs en vestigde zijn reputatie van fuifnummer, tangodanser, muzikale duizendpoot en sekssymbool. Hij ontving honderden geparfumeerde liefdesbrieven en hing vaak rond in nachtclubs. Zijn romance met Lily Reverdy, de vedette van de Moulin Rouge, prikkelde de sensatiepers. Hij verbleef een tijd in een Parijse villa en liet zich ‘Monsieur Andrade’ noemen. Toen één van zijn ploegmaats hem daar kwam opzoeken, daalde hij de trap af in een zijden kimono, in het gezelschap van schaarsgeklede dames.

Symptomen van de gevreesde ziekte syfilis

Er doken symptomen op van een in die tijd gevreesde ziekte: koortsaanvallen, vermageringsverschijnselen en gezichtsverlies. De diagnose in een Brussels ziekenhuis, na een demonstratiematch in België, klonk verontrustend: syfilis!

Dit weerhield de behandelende hoofdverpleegster Elisabeth niet van een amoureus avontuur met hem.

In Montevideo duurde het geduld niet eindeloos en de voetbalbond sommeerde hem terug te keren tegen de Copa América van 1926. Hij meerde aan in een groen kostuum. Met zijden sjaaltje, modieuze bolhoed, witte handschoenen en een trendy wandelstok. Van de acht interlands zonder Andrade hadden de Celestes er slechts drie gewonnen en in de laatste zes scoorden ze slechts één doelpunt. Hij schitterde als vanouds op de Copa tegen Chili (3-1), Argentinië (2-0), Bolivia (6-0) en Paraguay (6-1).

Hij liet iedereen in het ongewisse over zijn geslachtsproblemen. De voetbaldiscipline kon hem gestolen worden. Hij botste om de haverklap met bestuursleden en medespelers en verkoos de nachtclubs boven het trainingsveld. In de sjieke Royal Dancing Club vertoonde hij elke vrijdagavond zijn tangokunsten als ‘señor presidente’. In de prachtige periode van de Celestes tussen 1923 en 1930 koos hij zijn wedstrijden zorgvuldig uit. Hij ontbrak nooit op grote afspraken maar speelde slechts 34 van de 56 interlands van zijn tijd, vriendschappelijke duels sloeg hij bijna per definitie over. Slechts drie keer stond hij in het verliezende kamp.

Amsterdam 1928: lachend op de foto met fles Bols en blonde meisjes

In 1928 reisde hij, geheel en al zichzelf, in zijn eentje naar de Olympische Spelen van Amsterdam. De boot met de Celestes was reeds vertrokken, als hij zich uiteindelijk liet overhalen om alsnog deel te nemen. Door zijn toedoen schopte de Uruguayaanse selectie schandaal in Nederland. Ze liet zich gewillig fotograferen op avonden voor de wedstrijden. Breed lachend stond hij daar met flessen Bols onder en blonde meisjes in de arm.

In het naslagwerk ‘Fussballweltmeisterschaft Uruguay 1930’ citeren de auteurs Folke Havekost en Volkert Stahl de Duitse spits Richard Hofmann, die tijdens de Olympiade 1928 onder de indruk van de persoonlijkheid was geraakt. Ondanks zijn afwezigheid in de kwartfinale liepen de Celestes met 4-1 over de Mannschaft heen. En toch pleegde Hofmann een laudatio over Andrade: ‘Een voetbalartiest van het zuiverste water, die met de bal alles kon. Een elastische man, die altijd het directe en elegante spel verkoos, en in zijn gedachten twee of drie situaties vooruitkeek.’ Uruguay zette ook zonder verpozen Nederland (2-0) en Italië (3-2) aan de kant. In de halve finale tegen de Squadra blesseerde hij zich aan het oog en die handicap zou hem achtervolgen tot het einde van zijn leven.

Finales tegen Argentinië 1928 & 1930: beste prestaties van zijn loopbaan

Alle wedstrijden van de titelhouder van 1924 werden in het Olympisch Stadion bijgewoond door 15.000 tot 28.000 toeschouwers. Uitdager Argentinië lokte slechts 3000 tot 7000 kijkers. In de finale liep Uruguay uit tot 0-1, maar na de pauze scoorde Argentinië tegen en beukte op de blauw-witte vesting. Die bleef overeind, ook tijdens de verlengingen, dankzij de kunde en het inzicht van Andrade, die de beste prestatie uit zijn loopbaan leverde. Drie dagen later voerde hij dat kunstje in offensief opzicht op. Uruguay toonde zich sterker en won de gouden replay met 2-1.

De officiële ontvangst op de Uruguayaanse ambassade in Amsterdam kon hem gestolen worden en hij spoorde meteen door naar zijn vriendinnen in Parijs. Het verhaal van 1924 herhaalde zich in de aanloop naar de eerste wereldbeker in Montevideo. Hij opende bij terugkeer zijn eigen café Dancing Scala, dat als biercabaret niet meteen op een goede naam kon bogen. Hij verzaakte aan de trainingssessies in de aanloop naar het WK, maar blonk wèl uit in de beslissende fase. Tijdens de halve finale tegen Joegoslavië (6-1) en in de eindstrijd tegen, opnieuw, aartsrivaal Argentinië: 4-2 voor Uruguay.

Op 30 juli 1930 torende hij, José Leandro Andrade, hoog boven iedere andere voetballer uit. Hij was de beste van de wereld.

Leven op straat tussen bedelaars, slapen in bordelen bij hoeren

Van dan af ging het bergaf met hem. Na zijn voetballoopbaan, hij stopte in 1936, raakte hij aan lager wal. Ziek – de geslachtsziekte takelde zijn lichaam af – en zonder geld. Een benefietmatch lokte amper achthonderd betalende fans. Hij diende het overleven letterlijk te nemen via vernederende baantjes als krantenverkoper, portier en schoonmaker bij een overheidsbedrijf.

In 1953 werd hij ontslagen wegens herhaaldelijke dronkenschap, werkverzuim en weigering om het uniform te dragen. Intussen was ook zijn vrouw van hem gescheiden. Hij leefde van dan af noodgedwongen op straat, sliep in bordelen of in opvanghuizen voor armoedzaaiers. Dansen deed hij enkel nog ter vermaak van hoeren en bedelaars. Tot de laatste dag keek hij vertederd naar de kartonnen doos met zijn zes gouden medailles. José Leandro Andrade.

111 legendarische voetbalhelden sinds 1920 | Raf Willems

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Comments are closed.