woensdag, november 20

Recensie: Eddy Merckx, de biografie

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Johny Vansevenant, Eddy Merckx. De biografie, Kannibaal, Veurne, 2015, 416 blz., ill.; ISBN 9789492081513; 35,95 €. 

Een recensie over een sportboek uit 2015, is dat niet een beetje van de pot gerukt wegens niet op zijn plaats in een tijdschrift als Volkskunde? Wel, in dit geval zeker niet. Omdat het gaat over de mens Eddy Merckx en zijn omgeving. En niet om een opsomming van lijstjes met alle mogelijke zeges (525 in totaal) en records die deze “goat” bij elkaar heeft gereden. En ook omdat dit boek opnieuw verkrijgbaar is, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van zijn eerste overwinning in de Tour de France op 20 juli 1969. Vermoedelijk kan ongeveer iedereen die voor 1960 is geboren zich die magische zomer nog herinneren. Niet enkel omwille van Merckx, maar ook omwille van die eerste pasjes op de maan op dezelfde dag. Historische momenten in een zomer waarin ook Sharon Tate werd vermoord en Woodstock plaatsvond.

Maar wat is er nu precies zo bijzonder aan dit boek over Merckx? In de eerste plaats de auteur. Johny Vansevenant is een gewaardeerd en gelauwerd politiek journalist bij de vrt. Kan zo’n ernstige journalist wel een boek schrijven over een kampioen uit de sport, wat toch meestal als een randfenomeen wordt gezien? En kan die journalist wel een objectief boek schrijven over Eddy Merckx, als je op de publiciteitsfolder leest dat hij een fervent supporter van Merckx was? Het antwoord is tweemaal ja. Maar hoe schrijf je een biografie van een van de meest geïnterviewde en gefotografeerde (sport)mensen ter wereld? Hoe voeg je nog meer toe aan een leven waarvan ongeveer alle gegevens tot het collectieve geheugen van België behoren? Noem de naam Kemzeke. Haast niemand weet dit dorp liggen, maar de wielerliefhebber zal onmiddellijk zeggen dat Merckx daar zijn laatste koers heeft gereden. Blois. Daar was Merckx bijna dood na op een derny te zijn gebotst. Tre Cime di Lavaredo. Misschien wel een van de grootste sportprestaties aller tijden. Savona. Het dopinghotelen het legendarische interview met de betreurde Jan Wauters. En zo zou je nog een tijdje kunnen doorgaan.

Vansevenant heeft het daarom enigszins anders aangepakt. In een groot gedeelte is hij van de familie en de entourage van Merckx uitgegaan. Urenlange gesprekken en gesprekken met vrienden, vertrouwelingen, de familie en Eddy Merckx zelf zorgden voor een blik op het leven van Merckx. Orale geschiedenis op zijn best. Maar toch met een duidelijke positieve inslag die wel af en toe voorbij gaat aan de context. Het is echt wel lovenswaardig dat we hier niet te maken hebben met café- of supporterspraat, maar dat de interviews wel degelijk de idolatrie overstijgen. De kleine kantjes van Eddy Merckx worden niet vergeten. Zijn ongebreidelde overwinningsdrang zorgde er vaak voor dat hij wel eens zijn helpers vergat. Diezelfde drang zorgde er ook voor dat je tijdens de actieve periode van Merckx een kamp moest kiezen. Je was voor of je was tegen. Een gulden middenweg bestond gewoon niet. En tegen betekende net dat je alle andere renners omarmde, ook al – of net – omdat zij probeerden Merckx te kloppen. Op eigen kracht, bijvoorbeeld Rik Van Looy, Felice Gimondi of Roger De Vlaeminck – wat zelden lukte – of in combine. Zelfs onder ploegmaats, bijvoorbeeld door Tom Simpson. Op die manier schetst Vansevenant heel mooi en duidelijk de vaak gesloten wereld van de koers, waar niet uit de biecht wordt geklapt. Dat men elkaar bij de dopingcontrole met urine hielp. Of dat men een koers verkocht. Het wordt op die manier een eigen wereld met eigen impliciete wetten die je als actieve sportman niet overtreedt als je de omertà wil ontwijken.

Het boek is ook geen rechtlijnige biografie die begint bij de geboorte van Merckx, het is eerder een trompe-l’oeil, waarbij – weliswaar volgens jaartal – telkens venstertjes worden geopend die verschillende aspecten van de man tonen en die niet per se net aan dat jaar zijn verbonden. Een trucje dat in ieder geval de leesbaarheid bevordert.

Toch wil ik hier vooral wijzen op Merckx als figuur die je bijna als een stuk immaterieel erfgoed kunt beschouwen. De sociale gebruiken en rituelen die bij de wielersport aan bod komen, worden bij wijze van spreken op elke bladzijde van dit 416 pagina’s telende boek breed uitgesmeerd. En natuurlijk hebben de feesten die rond Eddy Merckx naar aanleiding van zijn eerste overwinning in de Tour vijftig jaar geleden geen blijvend karakter, maar het is toch wel echt merkwaardig hoe heel het land is meegestapt in de volkse verering die hem is te beurt gevallen. Het is in ieder geval opmerkelijk dat de opdeling in twee kampen helemaal lijkt weggevallen te zijn en dat gans België voor deze uitzonderlijke man is gevallen.

En na de carrière van de wielerheld heb je het traditioneel vakmanschap dat zijn uitweg vond in Eddy Merckx fietsen. Elke wielertoerist zal je vertellen hoeveel kunde en vakmanschap er in die fietsen zit. Met een Eddy Merckx fietsen betekent zoveel als de kwaliteit van een superkampioen te omhelzen.

Ook binnen de orale tradities en de invloed die Eddy Merckx op onze taal heeft (gehad). Ondanks het feit dat het woordje merckxiaans nog niet van Dale heeft gehaald, toch weet elke Vlaming wat het betekent. Een prestatie die alles en iedereen overvleugelt, een superlatief voor een buitengewone prestatie. En dat geldt niet enkel voor de wielersport. In 1978 is Merckx definitie van de fiets gestapt, maar het woord is nog altijd even levendig als toen.

Een speciale plaats verdient het woordje kannibaal. Bij dekannibaal kun je alleen maar aan Merckx denken. Zijn honger naar zeges was haast legendarisch en leidde naar deze bijnaam. Niet enkel in het Nederlands, maar ook in de omringende taalgebieden zijn le cannibale, the cannibalof der Kannibaleeen begrip dat door heel wat groepen wordt opgepikt. Het is ook meer dan een knipoog dat Kanibaal dit boek heeft uitgegeven. De uitgeverij werd in 2009 opgericht door Stephan Vanfleteren, Karl Vannieuwkerke en Jan Maes met als enige doel het ultieme huldeboek voor Eddy Merckx uit te geven. Het boek Merckxissimokende een dermate succes dat de uitgeverij besloot om verder te gaan. Samen met  het fonds Hannibal tekent de uitgeverij nu voor heel wat uitstekende uitgaves op het gebied van cultuur en erfgoed.

Deze uitgave is in ieder geval heel erg verzorgd en toont een schat aan onuitgegeven foto’s over Merckx. Uiteraard veel foto’s van renners in actie, maar zeker beelden ook uit de familiesfeer. Telkens met de juiste uitleg als ondersteuning voor de vele artikels die het boek uitmaken.

Valt er dan niks verkeerds te zeggen over dit boek. Toch wel. Als lezer mis ik hier de tegenstem van enkele hoofdrolspelers die af en toe (Freddy Maertens) of heel vaak (Rik Van Looy) een serieuze veeg uit de pan krijgen. Die mannen krijgen in het boek Mannen tegen Merckxwel een stem, maar verdienden toch wel hun plaats en tegenwoord in dit lijvige werkstuk. Het zou een duidelijker beeld van Merckx als kampioen en mens hebben geschapen. 

Daarnaast wordt toch wel wat slordig omgesprongen met taal. Dialect en Standaardnederlands worden niet altijd duidelijk van elkaar gescheiden en voor de hand liggende zinnetjes in een andere taal krijgen een vertaling die mij overbodig lijkt.

En verder zijn er toch wel wat overlappingen en herhalingen. Stukjes die min of meer woordelijk terugkomen of die door een andere getuige in ongeveer dezelfde bewoordingen worden herhaald en die een doorgedreven eindredactie had kunnen vermijden. Ook een personenregister zou op zijn plaats zijn geweest. 

Maar het is uiteindelijk een boek geworden dat veel meer is dan zo maar het zoveelste wielerboek over deze uitzonderlijke wielerkampioen. Ook en vooral omdat deze publicatie ook de binnenkant van het peloton toont. En dat is heel wat anders dan wat we in andere publicaties te lezen krijgen.

Paul Catteeuw

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.