Het stoort mij steeds meer. Het respectloze gedrag dat bij voetbalwedstrijden hoort. Op het veld, naast het veld, op de staantribunes tot zelfs op de parkeerplaatsen bij een stadion. En niet enkel bij wedstrijden in eerste klasse tussen bijvoorbeeld Standard Luik en Club Brugge. Maar ook bij een wedstrijd in vierde provinciale in elke willekeurige Belgische provincie. En bovendien niet enkel bij een wedstrijd tussen de eerste ploegen, maar ook bij jeugdploegen van jongetjes die niet eens acht jaar oud zijn en hun middenvinger tonen wanneer een beslissing van de scheidsrechter of – godbetert – van de coach hen niet aanstaat. Incidenten zijn al een hele tijd schering en inslag, het is echt geen fenomeen van de laatste maanden.
Dit gebrek aan respect uit zich op verschillende manieren. We zien het voortdurend op het voetbalveld. Het begint soms met een haast onnozel detail. Hou eens in de gaten hoeveel spelers toch hun arm opsteken wanneer een bal buiten gaat om het voordeel te claimen, ook al weten ze tweehonderd procent zeker dat dit niet klopt. Dit is niet enkel onsportief, maar het is een poging tot misleiding van de scheidsrechter en dus tot valsspelen. Hoe miniem ook, het is laakbaar gedrag dat meestal zelfs ongezien aan het oog voorbijglijdt. En neen, misschien is dit niet erg, maar het heeft wel een symboolfunctie. En stel je maar eens voor dat een scheidsrechter heel duidelijk aan de verkeerde ploeg het voordeel zou geven: het kot zou te klein zijn.
Veel ergere vormen van gebrek aan respect zijn natuurlijk de doodschoppen en hatelijke tackles waarmee je de fysieke integriteit van je tegenspelers in gevaar brengt. Of matennaaierij, een openlijke vorm van het in diskrediet brengen van je tegenstrever. Meer zelfs, je kunt die beide vormen van hatelijk spelbederf combineren, ermee koketteren en het toch tot analist van Extra Time schoppen. Het is vooral vreemd dat de openbare omroep Arnar Viðarsson een platform blijft geven om dit soort onzin uit te kramen. Dit is meteen een warme oproep om zich binnen het programma tot analyse te beperken, hoe sympathiek deze IJslander verder ook moge zijn.
Deze week hebben we trouwens weer mogen beleven tot welke uitwassen dit allemaal kan leiden. Twee gevallen springen er hier uit. Enerzijds Noa Lang en anderzijds Romelu Lukaku. De speler van Club Brugge kreeg een applausvervanging, de man van Inter een tweede gele kaart en dus rood. Hoe anders is de werkelijkheid hier dan de perceptie. Laten we eerst stellen dat zowel Lang als Lukaku een fantastische voetballer is. Je hebt altijd voor en tegen, maar er zijn genoeg parameters om te stellen dat beide spelers op hun manier toppers zijn. Daar is geen speld tussen te krijgen. Maar hoe verschillend is hun gedrag op het veld.
Noa Lang speelt een goede wedstrijd, maakt twee doelpunten en krijgt goede cijfers in de kranten. Op Sporza maken ze van hem zelfs man van de match. Maar jammer genoeg – zoals op ons vroeger rapport in het lager onderwijs – waren er geen punten voor tucht en wellevendheid. Want buiten voetballen hield Lang zich verder nog bezig met zijn geliefkoosde sport: de supporters van de tegenpartij jennen en provoceren. Verder een tegenstrever een gele kaart aannaaien en dat vieren met een ploegmaat. En bij je vervanging door de coach over het hoofd worden geaaid alsof je het braafste jongetje van de klas bent. Dan verdien je geen bank vooruit en geen kus van de juffrouw, ook al lijkt de trainer daar anders over te denken.
Neen, ik viseer Noa Lang niet persoonlijk. In geen geval, want hij is bij lange na niet de enige die zich aan dit onsportief gedrag bezondigt. Maar hij is er wel week na week de verpersoonlijking van. Meer zelfs, we mogen ons terecht afvragen welke carrière hij had kunnen maken zonder deze storende karaktertrek. Waarom bleef hij bijvoorbeeld niet bij Ajax?
Wat me hierbij vooral stoort, is dat bij een dergelijk storend gedrag niemand corrigerend optreedt. Niet de medespelers, niet de scheidsrechter, niet zijn ploeg en niet de disciplinaire raad van de voetbalbond. Of toch niet genoeg. Het wordt telkens weer geaccepteerd. Niet enkel van Lang, maar ook op andere velden. Wat een verschil met de straf die Mitrović in de Premier League van de FA kreeg: acht weken schorsing en een zware geldboete voor een duwtje aan de scheidsrechter. En wat een verschil met andere topsporten zoals rugby of hockey, waar nultolerantie geldt voor dit soort gedrag.
Hoe anders is het geval Romelu Lukaku. En dat merk je aan de veelvuldige reacties uit de hele voetbalwereld. Als zelfs Elefantino – sorry, Infantino – de verdediging van Big Rom op zich neemt … Een tweede geel dat rood wordt omdat je reageert op het zoveelste racistische incident. Dat onversneden racisme is moeilijk uit te roeien en leidt in dit geval tot de omgekeerde reactie. Niet de daders worden gestraft, maar het slachtoffer. Als de Italiaanse voetbalbond dit niet recht zet, dan krijgen de racisten opnieuw een vrijgeleide om steeds driester in straffeloosheid te werk te gaan.
En dat brengt ons meteen weer bij het begin van ons betoog. Het respectloze gedrag in alle facetten van het voetbal. En dat kan alleen maar veranderen door opvoeding. En opvoeding begint thuis, op school en bij de jeugdploeg. Wat je van thuis meekrijgt, draag je mee naar je ploeg en bouw je verder uit in je supporters- of sportcarrière. Enkel dan krijgt Lang geen opvolgers meer en hoeft Lukaku geen oerwoudgeluiden uit de tribunes te horen. Utopisch? Waarschijnlijk wel, maar toch blijven we hopen. Omwille van onze kinderen.
PS Terwijl we dit schrijven is Feyenoord-Ajax stilgelegd. De twee aanvoerders krijgen het aan de stok, Klaassen krijgt een aansteker tegen het hoofd en de wedstrijd wordt tijdelijk gestaakt.
Quod erat demonstrandum.