‘Manuel Pellegrini zorgde voor de change factor. Zijn opvattingen contrasteerden fel met die van zijn Italiaanse voorganger Roberto Mancini. Die benadrukte de controle. Pellegrini verkoos het risico. Hij was een man met een visitekaartje. De Chileense ingenieur – vandaar zijn bijnaam The Engineer – verfijnde de voorbije twee decennia zijn inzichten. Hij werd in 2013 zestig en de rijpheid straalde van hem af. Zijn visie was welomlijnd: schoonheid, stijl, snelheid.
Het Manchester City van Pellegrini baseerde zich gedeeltelijk op de balbezitfilosofie van Barça – het tikitaka – rond midddenveldregisseur Yaya Touré, ex-speler van de blaugrana.Het combineerde dit met voldoende aandacht voor de acceleratie van Real Madrid: City brak dat seizoen doelpuntenrecords – 155 eenheden in alle competities opgeteld – en telde liefst zeven spelers met een neus voor goals, met name Agüero, Touré, Negredo, Dzeko, Silva, Navas, Nasri. Voeg er Vincent Kompany aan toe met drie treffers, waaronder de beslissende goal in het “kampioenduel” tegen West Ham Inited als laatste partij van de competitiejaargang.
MCFC trof raak vanuit alle hoeken van het veld. Pellegrini was een liefhebber van het roekeloze en opteerde elke competitiewedstrijd voor zes aanvallend ingestelde voetballers. Hij verantwoordde dat met zijn doelstelling: “Not just attacking football but complete football.’ Het complete voetbal, dat klonk als totaalvoetbal. Met als gevolg dat het soms alle hens aan dek was in het defensieve compartiment. Maar dat nam de nieuwe coach er graag bij. Daar kon hij immers rekenen op zijn aanvoerder.’
Bron: François Colin en Raf Willems, ‘Vince the Prince – Kompany’s verhaal en alle sleutelmatchen uit zijn carriere’, 2020, blz. 99-100
Manuel Pelligrini liet zich in zijn voetbalvisie mede inspireren door Pep Guardiola toen die nog FC Barcelona coachte. Naderhand zou Guardiola Man City zelf komen coachen. Daarvoor was dus blijkbaar al een grondslag gelegd door Pelligrini. Colin en Willems leggen de verschillende rollen van de spelers uit aan de hand van Lee Scott’s ‘Mastering the Premier League. The tactical concepts behind Pep Guardiola’s Mamchester City’. De centrale verdediger moet, samen met de doelman, ‘meevoetballen’ in het combinatievoetbal. Ze zijn verantwoordelijk voor de opbouwfase. De controle over balbezit in de aanvalsfase begint bij de verdediging. Om dat balbezit te ontwikkelen zijn er automatismen nodig: als de tegenstander slechts één speler van de achterhoede onder druk zet in de opb0uwfase, dan openen twee centrale verdedigers een soort driehoek met de doelman aan de buitenkanten van het strafschopgebied om op die manier de pressende speler te ontlopen. Als de oppositie start met meer ‘druk zettende’ spelers, dan wordt de situatie complexer. Dat betekent dat de diepste defensieve middenvelder zich komt aanbieden om de bal te krijgen en zo een numerieke meerderheid te creëren. Een derde pressende opponent moet de vleugelverdediger uitnodigen tot het aanvaarden van de bal. De simpele formule van Guardiola voor zijn centrale verdedigers is het leren voetballen in de plus-één regel. Het basisidee is dus om in de opbouwfase altijd één speler meer ter beschikking te hebben die kan uitverdedigen. Overtal creëren in balbezit, leidend tot dominant voetbal. is een belangrijk basisprincipe van het totaalvoetbal zoals dat al door Johan Cruijff werd gepredikt.
Rob Siekmann