Onze Twee Wijzen bespreken Arjen Robben en zijn toekomst.
Peter (tegen de stelling)
Ik wil graag het handjevol lezers dat hier nog een levendige herinnering aan heeft mee terugnemen naar de tijd dat je als 10jarige op zondag na de kerk naar het eerste van RIOS toog om de dodelijke saaiheid thuis te ontlopen en natuurlijk vanwege het zakje chips en glaasje Exota in de rust. Een van de roodwitte matadoren waar de Peyer gemeenschap voor uitliep was Sjaak van de Brekel, die mij destijds al aan Arjen Robben deed denken: een watervlugge springin-het-veld, ouderwetse pingelieër, voetballiefhebber pur sang. Klein van postuur, behoorlijk op leeftijd en waarschijnlijk om die reden ook niet al te veel haar op zijn bol. Zijn acties gingen vaak vergezeld met het opzwepende en aandoenlijke: ‘hop hop’, vermakelijk voor het publiek, maar gekmakend voor zijn medespelers, na 90 minuten stapeldol van al dat gehop.
Onder hen Frans Schutte en Frans Wolters, die mij het idee gaven dat vrijwel iedereen – net als mijn vader – Frans heette: Frans Theunissen, Frans Aben, Frans Meuleners, Frans Escocatta en niet te vergeten mijn favoriete leraar Engels Frans Duits (hulde aan wie deze bedacht heeft, altijd scoren, net als Brobbey ;-). Vergeef me dat ik hier en daar wat generaties door elkaar haal, ik ben ook niet meer de jongste. Een eervolle vermelding in deze opsomming gaat sowieso uit naar ‘Frenske’ de Peyenkorf op de Houtstraat. Waar hadden we het eigenlijk over?
Ik stel me zo voor dat Sjaak nog steeds ergens onder contract staat, niet als coach, analist of voetbalfilosoof, maar met de poten in de modder in dienst van een zoveelste klasser. Arjen Robben moet hier een voorbeeld aan nemen, blieve loape, balletje aan de voet, naar binnen trekken en scoren scoren scoren. Dat is hij verplicht aan de duizenden Groningen-supporters die in hoopvolle verwachting vorig jaar een Robben-shirt hebben gekocht, maar tevens aan volk & vaderland: want op een van de volgende WK’s zal hij de kans krijgen om zijn misser tegen Casillas recht te zetten. Maar Arjen is het vooral verplicht aan zichzelf, simpelweg omdat hij niet anders kan of wil: hophophop……al dribbelend de eeuwige jachtvelden op.
Frank (vóór de stelling):
Natuurlijk had Robben een fantastische carrière. Natuurlijk was het Robben waaraan we het goede resultaat tijdens het WK van 2014 te danken hadden. Natuurlijk is het prijzenswaardig dat Robben terugkeerde bij de ploeg waar zijn professionele carrière startte. Natuurlijk heeft Robben er hard aan gewerkt om een comeback te kunnen maken. Maar evenzo natuurlijk is het dat er een moment komt waarop je als voetballer moet besluiten om te stoppen. Zelfs als je op een laag niveau voetbalt of later als veteraan nog wekelijks een balletje trapt, het blijft moeilijk als je moet besluiten om te stoppen met actief voetbal. Meestal zijn het fysieke problemen die het einde inluiden. Je kunt daarna natuurlijk wel in het voetbal blijven als leider of trainer of desnoods in een bestuursfunctie, maar dat blijft allemaal surrogaat. Het genot dat je had bij het uitspelen van een tegenspeler of op het moment dat je een goal scoorde, komt nooit meer terug. Begrijpelijk is het dus wel dat Robben het definitieve afscheid zo lang mogelijk wil uitstellen.
‘Opgeven is geen optie’, hoorde ik
Robben zeggen na de wedstrijd tegen Heerenveen. Waarom maakt hij het zo dramatisch en spreekt hij over ‘opgeven’? Is het niet gewoon een keuze tussen doorgaan en stoppen? Afgezien daarvan is het de vraag waarom ‘opgeven’ geen optie is. Er zijn mensen die moeten blijven werken omdat de financiële situatie dat noodzakelijk maakt. Dat is bij Robben zeker niet het geval. Hij heeft tijdens zijn carrière miljoenen verdiend en daar kan hij jaren op teren. Daarnaast kan hij de komende jaren nog veel geld binnenharken met het aanschuiven in de diverse voetbalprogramma’s. En dan ligt er ook nog wellicht een loopbaan als trainer in het verschiet.
Robben was een fantastische voetballer maar had ook egoïstische trekjes. Dat verklaart wellicht ook zijn drang om per se een comeback te willen maken. Nog één keer wilde hij zichzelf namelijk bewijzen, terug te kunnen komen na een zware blessure. Dat is nu gelukt en dus kan hij met een gerust hart afscheid nemen van het profvoetbal. Veel respect voor Robben, maar als hij nu niet stopt met voetballen, zadelt hij ons met een probleem op. Andere spelers zullen dan ook menen zo lang mogelijk te moeten doorvoetballen. Je moet er toch niet aan denken dat iemand als Tom Beugelsdijk over vijf jaar nog altijd zijn techniek etaleert op de Nederlandse velden.