vrijdag, maart 29

Mousa Dembélé: het einde van een onbegrepen balkunstenaar

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Gelezen in de krant vandaag: Mousa Dembélé stopt ermee. Het werd gebracht als een fait-divers. Hij zal het zelf zeker zo beschouwen. Geen toeters en bellen voor hem. En nog minder de spotlights.

En toch, en toch: Mousa Dembélé trok 82 keer het shirt van de Rode Duivels aan. Qua puur talent zet ik hem binnen deze generatie op drie: na Eden Hazard (2) en Kevin De Bruyne (1). Bij de nationale ploeg bleef hij de ‘onbegrepen balkunstenaar’, gelukkig zagen topcoaches als Louis van Gaal (AZ) en Mauricio Pocchetinno (Tottenham Hotspur) dat anders. Een portret uit ons boek ‘Top 1000 van het Belgisch voetbal’.

 

 

Mousa Dembélé, de man ‘die over water kon lopen’. Die bijnaam had hij gekregen na een onwaarschijnlijke dribbel waarbij hij zes verdedigers van Willem II voor schutte zette en daarna in doel besloot namens AZ.

Nochtans was hij geen typische aanvaller. Integendeel, hij fungeerde op zijn best als onmisbare schakelspeler tussen het defensief en offensief compartiment. Bij Tottenham Hotspur kreeg vanaf op White Hart Lane snel de bijnaam ‘Magical Mousa’. Hij ontwikkelde een accuraatheid in zijn passeergehalte van boven de 95% en werd in 2012-13 uitgeroepen tot ‘beste passer’van de Premier League. Een Tottenhamstatisticus toonde aan dat hij Gareth Bale beter deed functioneren. Volgens deze bron gaf een nieuwe dimensie aan het spel van Bale, die op dat moment de beste voetballer ter wereld werd genoemd na Messi en Ronaldo. Bale werd nadien de duurste transfer aller tijden richting Real Madrid. Dankzij het feit dus Dembélé hem scherper voor doel liet komen. En de statistieken van de Premier League hadden nog wat anders in petto. Ze bewezen dat geen enkele andere middenvelder zo’n positieve impact had op het elftal als hij. Met hem in de ploeg haalde Tottenham 2,32 punten op drie. Zonder hem beperkte zich dat tot 0,57. Bovendien voerde hij in maar liefst negen van de 22 onderdelen de ranglijst der middenvelders aan. De Premier League riep hem uit tot de creatiefste én actiefste middenvelder. Een bijzonder zeldzaam fenomeen. Hiermee geconfronteerd door de Britse media antwoordde hij laconiek: ‘I don’t know a lot about football.’

Mocht er echter één speler passen in de filosofie van Tottenham Hotspur zoals die door de legendarische coach Bill Nicholson en beste speler aller tijden Danny Blanchflower werd ontwikkeld, dan was het wel Mousa Dembélé. Die huisstijl luidde als volgt: ‘The game is about the glory, it’s about doing things in style.’

Zijn zoektocht naar ‘stijl’ begon al in zijn kindertijd. Hij wilde zowel op school als thuis altijd de bal hebben en overal voetballen. Hij vroeg zijn ouders of hij twee uur langer ‘mocht nablijven’ op school om op ‘de koer’ te voetballen. Hij stond thuis stiekem om zes uur op om al van ’s ochtends in de woonkamer bezig te zijn. Tijdens vakanties op het pleintje: voetballen, voetballen, voetballen. De bal was zijn beste vriend. Hij noemde zichzelf een  intuïtieve voetballer, die speelde op het pure gevoel. In plaats van er vooraf over na te denken. Zijn opleiding genoot hij bij Germinal Beerschot Antwerpen en hij werd er geschoold door Simon Tahamata. Eén van de beste dribbelaars uit de geschiedenis van de Lage Landen gaf hem enkele uren les per week en bracht hem de principes van de Hollandse School bij: lekker balgevoel, pingelen, jezelf op de juiste wijze opstellen, kaatsen en aannemen. En ook: het tegengaan van gemakzucht. Want het ging bij hem soms veel te gemakkelijk. Van Mousa Dembélé zegt men dat hij het spel zag vooraleer hij  de bal had. Hij wist meteen wat ermee aan te vangen omdat hij de vrijlopende speler al in het vizier had. Hij zocht de opening of creëerde ze zelf en kon spelen in één tijd. Hij kon méér dan de actie maken, maar voelde ook de positie van zijn medespeler aan om de beste oplossing te zoeken. Naast zijn sterke aanname en het perfect afspelen van de bal, wist hij sterke individuele acties te maken, een subtiele voorzet te geven of een een-twee te spelen.  Hij ontwikkelde iets wat weinig voetballers bezitten: de dribbel in de kleine ruimte, ritme- en richtingsverandering, versnelling over langere afstand en daarnaast ook nog als teamspeler het oog hebben voor de medemaat. Onder meer door Tahamata koos hij voor Nederland. Hij hield van de ‘Hollandse School’ en verkoos in 2005 zelfs het bescheiden Willem II boven Anderlecht.

 

Zijn groei tot volwassenheid voltooide hij bij de Nederlandse coach Louis van Gaal tussen 2006 en 2010. Hij maakte van Dembélé een volwaardige topvoetballer bij AZ en dat leidde tot een derde plaats in 2007 – na dramatisch verlies op de laatste speeldag, bij winst was AZ kampioen – én een Nederlandse landstitel in 2009. In de bekerfinale van 2007 opende hij tegen Ajax de score, maar verloor AZ op strafschoppen. Hij dreef ook de creatievelingen tot perfectionisme en stond van hen geen luiheid toe. Hij bracht het voetbal terug tot in zijn eenvoud: driehoek, positie, snelheid maar wel in het hoogste tempo.

Er was nog iets anders dat zijn spel kenmerkte: de stabiliteit. In Nederland vergeleek men hem met ‘een boom die blijft staan’. Als Dembélé op je afkwam, dan kreeg je hem niet omver. Hij was een baken van rust en bleef onder alle omstandigheden zichzelf , ook in Nederland waar het overloopt van de ‘opgewonden standjes’.

Dan vertrok hij enigszins verrassend naar Fulham, onder invloed van de Nederlandse coach Martin Jol. Die stak over hem de loftrompet: ‘Mousa Dembélé is de beste voetballer aan de bal die ik ooit heb gezien.’

Zijn eindbestemming vond hij onder Spurs-coach Pochettino. De Argentijn bedolf hem onder de superlatieven en noemde hem geniaal. Dat gebeurde op 13 februari 2018. Toen haalde Tottenham in Turijn tijdens de achtste finale een 2-0 achterstand op tegen Juventus, finalist van de editie van 2017. Dankzij Dembélé: ‘Absolutely bossing the midfield with 116 touches en 95% passess completed.

Na de 2-0 binnen de tien minuten veroverde Dembélé langzaam maar zeker het middenveld en dwong de Italiaanse landskampioen tot het beperken van de voorsprong. Juventus werd uitgetikt op eigen veld en op twintig minuten voor tijd duwde Eriksen de gelijkmaker voorbij Buffon. Van dan af veranderde Mousa het geweer van schouder en controleerde de match als defensieve ‘spelmaker’.

Mauricio Pochettino stelde onomwonden: ‘Geef mij Mousa op zijn achttiende onder mijn hoede en ik doe hem uitgroeien tot één van de beste spelers ter wereld.’ Zijn bewondering was er nu niet minder om. Na de glansprestatie tegen Juventus vergeleek hij hem al met Maradona, Ronaldinho en Jay-Jay Okocha.

Hij werd overal waar hij speelde bedolven onder de loftuiting ‘voetbalartiest’. Hij werd 82 keer uitverkoren als Rode Duivels en toch bleef hij tijdens interlands toch vooral een ‘onbegrepen genie’.

In de winter van 2019 geleden ruilde hij – als gevolg van de immer uitdijende blessurelast – de spotlights van de Premier League voor de onbekende Chinese competitie. Een halve jaar later haalde Tottenham onverwacht de finale van de Champions League, maar verloor kans- en glansloos van Liverpool FC.  Mousa Dembélé werd gemist.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply