Kees Rijvers is overleden. Hij is 97 jaar geworden. Als een van de eerste Nederlandse profvoetballers bouwde Rijvers in de jaren vijftig een internationale reputatie op in Frankrijk. Met PSV boekte hij zijn grootste successen als coach. Kees Rijvers overleed in een verzorgingshuis in zijn geboorteplaats Breda.
‘Een maestro aan de bal, met een fijne techniek, heerlijke passing en een uitzonderlijke kijk op het spel’, zo werd Kees Rijvers in Frankrijk geprezen – als een van de beste spelers van zijn generatie in een periode van internationale hoogtij in het Franse voetbal, .
In Frankrijk beleefde Rijvers zijn mooiste jaren, als speler én privé. Met FC Twente en PSV boekte hij als clubcoach zijn grootste successen, in Nederland én in Europa. Minder applaus ontving Rijvers als bondscoach (1981-1984). Moed toonde hij wel. Negen Europese kampioenen van 1988 debuteerden onder hem op jonge leeftijd in Oranje.
In de speelwijze van de jaren vijftig was Kees Rijvers een binnenspeler, opererend kort achter de middenvoor. Een dribbelaar met roffelende, snelle beentjes, slechts 1.63 meter. Trottinette (autoped) was daarom zijn bijnaam in Frankrijk. Hijzelf vergeleek zijn rol met die van Kevin De Bruyne en eerder Andrés Iniesta.
Zó’n goede speler was Kees Rijvers dat hij in 1957, als buitenlander, tot Voetballer van het Jaar in Frankrijk werd gekozen. Een half jaar eerder al behoorde hij als eerste Nederlander tot de 24 spelers in de ranking van de allereerste Ballon d’Or voor de Europees Voetballer van het Jaar, eind 1956 gewonnen door Stanley Matthews. Geen enkele Nederlandse speler in de jaren vijftig genoot zoveel internationale erkenning, ook Abe Lenstra en Faas Wilkes niet met wie hij het gekoesterde Gouden Binnentrio van Oranje vormde.
De eer in Frankrijk ging naar Rijvers een jaar nadat Stade Reims de eerste Europa Cup-finale had gehaald, een jaar voordat Frankrijk derde werd op het WK in Zweden – in de glorietijd van Raymond Kopa en Just Fontaine. Kees Rijvers speelde negen jaar in Frankrijk, uitgesmeerd over drie perioden, bij drie verschillende clubs. Meest succesvol was hij bij AS Saint-Étienne, dat in zijn tijd kampioen werd en de beker won.
Met een onderbreking van drie jaar was Rijvers van eind 1950 tot medio 1962 actief in de Franse Ligue 1, twee keer riep Saint-Étienne hem terug. Zijn keus voor een buitenlandse profcarrière beperkte het aantal interlands tot 33 waarin hij 10 keer scoorde. Totdat betalingen aan voetballers in 1954 werden toegestaan in Nederland, bleef Oranje taboe voor profs van buitenlandse clubs.
‘BALLINGSCHAP’ BIJ FEYENOORD
Kees Rijvers onderbrak zijn Franse jaren in 1957 wegens een geschil met de fiscus in Frankrijk. Hij koos noodgedwongen voor drie jaar ‘ballingschap’ bij Feyenoord, dat met hem geen prijzen won, maar Rijvers wel leerde kennen als perfectionist. Elke dag om 12 uur stipt moest hij zijn kippetje nemen, voor elke training en elke wedstrijd zat hij langdurig noppen te monteren. Zoveel professionalisme was ongekend in Rotterdam, het ontlokte spelers als Cor van der Gijp en Henk Schouten meer laatdunkende reacties dan respect.
Als coach eiste Kees Rijvers het uiterste. Voor spelers was hij ook een vader, voor de bobo’s een lastpost. Hij was zowel idealist als moralist, altijd ijverend voor aanvallend en ‘schoon’ voetbal. Vaak voelde hij zich niet echt begrepen, zelden was hij helemaal tevreden, altijd kon het ergens wel beter.
Zijn werkwijze pakte succesvol uit bij zijn eerste club als hoofdcoach, FC Twente (1966-1972), dat hij verkoos boven Beerschot en vanaf de dertiende plaats omhoogloodste naar roem in het UEFA Cup-toernooi. PSV was als achtste geëindigd toen Rijvers in 1972 naar Eindhoven kwam. Met PSV won hij drie landstitels, twee KNVB-bekers en de UEFA Cup (1978), in een periode dat Willy van der Kuijlen, de Zweed Ralf Edström, de broers Van de Kerkhof en doelman Jan van Beveren er glorieerden.
Verbitterd nam Rijvers in 1980 afscheid van PSV nadat de verhouding met de clubleiding was verzuurd. Hij zocht de anonimiteit van Beringen, dat tijdens zijn bewind degradeerde uit de Eerste Nationale. Rijvers had België al verlaten toen Beringen alsnog werd gehandhaafd als plaatsvervanger van Beerschot, dat in een fraude-affaire verwikkeld was geraakt.
BRIEF VOOR CRUIJFF
Rijvers was inmiddels bondscoach geworden in Nederland. Meteen probeerde hij Johan Cruijff te bewegen tot een rentree in Oranje op 33-jarige leeftijd. Hij sprak met hem en schreef Cruijff tenslotte een bijzondere handgeschreven brief, die hij openbaar maakte: ‘Mocht ik niets van je vernemen, dan beschouw ik de mogelijkheden als uitgeput. Ik verzeker je dat ik je dan verder met rust zal laten.’
De pogingen strandden. Of alleen commerciële perikelen een rol speelden, zoals de KNVB beweerde, is voor Rijvers nooit opgehelderd. Sportief succes bleef ook uit. Hij maakte zich al op voor Euro 1984 toen Spanje met een score van 12-1 tegen Malta op doelsaldo Oranje aftroefde. Het heeft Rijvers altijd geërgerd dat KNVB én media nooit serieus onderzoek hebben gedaan naar mogelijke omkoping, die avond in Sevilla terwijl hij en zijn vrouw bij de buren tijdens de runderbouillon en sukadelapjes over politiek en hun kinderen zaten te praten. (Ze waren dus niet aan het kaarten, zoals de mythe wil).
Kees Rijvers was bondscoach bij 21 interlands in ruim 2½ jaar. Een moeizame relatie met Rinus Michels, die als technisch directeur van de bond zijn baas was, ontnam hem in het najaar van 1984 de lust om verder te gaan. Op een mooie herfstmiddag hakte hij de knoop door. Vanuit zijn huis in de bossen bij Knegsel was Rijvers naar Geldrop gefietst. ‘Gaat het wel goed met je’, vroeg zijn dochter. ‘Het kan beter’, gaf haar vader toe. Terugfietsend besloot hij om te bellen met ‘Zeist’. Een dag later al werd bekend dat Kees Rijvers was opgestapt. Michels nam het roer tijdelijk over en greep in 1986 succesvol de macht nadat ook Oranje ook onder Leo Beenhakker geen WK-kwalificatie had kunnen afdwingen.
VERVREEMD VAN PSV
Als technisch directeur keerde Kees Rijvers vervolgens nog terug bij FC Twente en PSV. In Eindhoven nam hij in oktober 1994 ook de coaching over, gedurende drie maanden nadat Aad de Mos was ontslagen. Rijvers verliet PSV met de aanbeveling zijn vroegere pupil Huub Stevens als coach aan te stellen. De clubleiding koos voor Dick Advocaat, nota bene een adept van Rinus Michels. Opnieuw voelde Kees Rijvers zich vervreemd van de club waar hij zijn grootste successen als coach had gevierd.
Veelzeggend wellicht is dat Rijvers erelid is van FC Twente maar dat een hommage aan hem nóg ontbreekt in de galerij standbeelden en voetafdrukken in het stadion van PSV, waar zo’n hommage wél wordt gegund aan onder anderen clubicoon Willy van der Kuijlen, topscorer Coen Dillen en Ruud Gullit, die slechts twee jaar in Eindhoven actief was. Recent pas, nog altijd erg laat, besloot PSV ook Rijvers te eren met een tegel in de Walk of Fame. Zonder daaraan bekendheid te geven, onderstreepte een delegatie van de club dat eerbetoon met een bezoek aan de familie Rijvers. De tegel zal op 17 maart worden onthuld rond de thuiswedstrijd tegen FC Twente.
Erkennjng in Brabant kreeg Kees Rijvers, op 27 mei 1926 geboren in Breda en international geworden bij NAC, wel in zijn provincie Noord-Brabant. Het Brabants Dagblad koos hem eind 1999 tot Brabants sporter van de eeuw, vóór wielrenner Wim van Est en NBA-allstar Rik Smits. Na een jarenlang verblijf in zijn geliefkoosde Frankrijk, op Île d’Oleron, keerden Rijvers en zijn vrouw elf jaar geleden terug in Breda. Dichter bij hun zes dochters, van wie drie lichamelijk beperkt door een erfelijke spierziekte. Tót december vorig jaar konden Kees en Annie nog best thuis voor zichzelf zorgen, sinds vorig jaar verbleven ze samen in een verzorgingshuis waar Kees Rijvers nu is overleden.