maandag, december 2

In het spoor van Duncan Edwards: 60 jaar geleden stierven de Busby Babes én Manchester United – RW

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Om 15u06 op 6 februari 1958 stond de wereld van Manchester United stil. Het vliegtuig dat de club terug bracht van een Europacupverplaatsing in Belgrado verongelukte op de luchthaven van München. Acht spelers en verschillende functionarissen en journalisten bleven dood achter. Coach Matt Busby en Bobby Charlton overleefden op miraculeuze wijze de klap. Sterspeler Duncan Edwards vocht nog voor zijn leven maar gaf de geest op 21 februari 1958. Ik bezocht al enkele keren Old Trafford op 6 februari. De Sir Matt Busby Way leidt me altijd naar de eeuwige klok aan de hoofdingang. 6 februari 1958 staat er in het zwart. De rouw om de vliegtuigcrash van München. Niemand kan eromheen. De dag dat het team stierf, wekte de legende tot leven. Telkens ik er passeer liggen er verwelkte bloemen en herinneringsgeschriften uitgestrooid. Altijd weer: We’ll never forget the Busby Babes. Hét scharniermoment van de saga. De Babes maakten van Old Trafford ‘the theatre of dreams’. De treurnis is tijdloos. Manchester United herdenkt deze week de zestigste verjaardag van de tragedie.

 Direction Dudley, mompelde de metrochef.

Zou het toeval bestaan? Op woensdag 6 februari 2013 bezocht ik, in het kader van mijn boek ‘Belgen in de Premier League’ West Bromwich Albion voor een gesprek met Romelu Lukaku. Hij speelde er toen een sterk seizoen met zeventien goals. Ik kocht in het station van het naburige Birmingham een ticket voor Station Stadium The Hawthorns. Na afloop van het gesprek miste ik de trein terug. Het klassieke beeld: de deur sloot zich voor mijn neus omdat de chef mij in onverstaanbaar Engels eerst het verkeerde perron had gewezen. Ik vloekte. Het sneeuwde. En de volgende trein kwam pas drie kwartier later. Toen hoorde ik door diezelfde chef iets mompelen door de micro over ‘direction Dudley’. Dudley? Dudley! Dat was toch de geboorteplaats van…Duncan Edwards van Manchester United? Ik had me in zijn tragische leven verdiept naar aanleiding van mijn boek ‘Manchester United, rebels & betoverend’ (2007). Ik wist vaag iets over een standbeeld op het dorpsplein en glasraam in een kerkje. En over het feit dat Dudley zich ergens in ‘the middle of nowhere’ van ‘The Black Country’ bevond. Tamelijk onbereikbaar, zelfs met het openbaar vervoer. Ik besloot in een opwelling de bus te nemen en in de andere richting af te reizen: direction Dudley. Een half uur later vroeg ik aan een oude marktkramer de weg naar ‘the statue of Duncan Edwards’. ‘It’s over there, son.’ Ik stond er met mijn neus op. Toen realiseerde ik me pas dat het 6 februari was. Ik zag het voor mij op een krantenkop. De dag van de tragedie met de Busby Babes, de dag dat het vliegtuig van Manchester United in 1958 crashte op de luchthaven van München. Na een tussenstop op de terugweg van Belgrado waar United Rode Star had uitgeschakeld en zich had geplaatst voor de halve finale van de Europacup der Landskampioenen. Acht spelers overleefden het niet, waaronder Duncan Edwards, de amper 21-jarige vedette die het eerste échte product was van de jeugdopleidingsfilosofie van Manchester United en coach Matt Busby: ‘to be a creative genius with a litte bit of the devil’. De wereld rouwde samen met Old Trafford. Op de puinhoop van München ontstond paradoxaal de mythe van Manchester United.

 Duncan Edwards, de Busby Babe who had the lot

In The Birth of the Babes, Manchester United and Youth Policy 1950-’57 schrijft socioloog Tony Whelan dat coach Matt Busby zijn spelers toucheerde met het geloof in het experiment en het zonder limieten aftasten van hun talent tot het artistieke potentieel volledig ontbolsterde: football is a beautiful game with a creative genius. Busby verkondigde dat artiesten zich niet mochten laten binden door theoretische concepten: “Young players must be allowed to be more creative, inventive and original in their thinking.”  En dé artiest bij uitstek van zijn eerste generatie ‘Busby Babes’, dat was Duncan Edwards.

Duncan Edwards, 1 oktober 1936-21 februari 1958 is de ondertitel van het boek The Full Report (2004) dat wedstrijd per wedstrijd het leven van de jonge sterspeler ontleedt. Zou er één voetballer ter wereld zijn wiens geboorte- en sterfdatum een cover sieren? Zonder woorden meer zeggen dan om het even welke goedkope en goed klinkende oneliner? Zou er ergens één voetballer zijn met een glasraam in de kerk van zijn geboortedorp? Op 27 augustus 1961 brengt Matt Busby zijn eerbetoon aan Duncan Edwards: blauw, roodpaars, groen, geel en wit. Met de tekst: Though there be many members, yet is there one body. Reverand Dawson Catterell spreekt de onvergetelijke woorden tijdens de uitvaartplechtigheid op 26 februari 1958 ten aanzien van duizenden rouwende mensen: ‘Go forward Duncan Edwards from this place, rich in achievement, honoured and loved by us all. Talent and even genius we shall see again. But there will only one Duncan Edwards.’ Duncan Edwards overleeft de crash en zweeft veertien dagen tussen leven en dood. Hij sterft op 21 februari 1958.

Wie is Duncan Edwards? Het mysterie zal blijven, het antwoord nooit helemaal onthuld worden. Een wereldtopper die heengaat op zijn 21 ste levensjaar voedt het mythisch aureool. Edwards is een kind van zijn tijd en draagt the roaring fifties van de vorige eeuw in zich. Er kondigt zich een nieuwe tijdperk aan via film en muziek. James Dean en Elvis Presley schokken de wereld: rebels without a cause, tenzij de jeugd vrijheid en amusement schenken. Edwards herkent zich vermoedelijk wel in Dean. Hij is alleszins de eerste voetballer met een vetkuif. Mooi gekamd, de brilcrème volgens de regels van de kunst aangebracht, de kuif trots in de lucht. Zijn welbewuste blik steekt schril af tegen de ouderwetse kapsels van zijn collega’s. Het enigma van Dean, de onbereikbaarheid en de vernieuwing, past Edwards als gegoten.

‘Duncan Edwards was with his excellence the most effective one-man performer of British football’, dat beweert later zijn ‘ontdekker’ Jimmy Murphy, de beroemde scout van Matt Busby bij Manchester United. Die performance en dat theatrale kenmerken het optreden van Edwards. Het geheim zit in de dans. De jonge Duncan vindt in de dans een tweede liefde en ontvangt invitaties van het befaamde Morris & Sword Dancing Team. Op zijn dertiende verkiest hij definitief het voetbal maar de lichtvoetige elegantie zoekt steeds zijn weg als hij het publiek entertaint. Tevens tackelt hij tot in de perfectie. Hij is zowel virtuoos als viriel. Duncan Edwards voetbalt in een nieuwe stijl en sloopt de Engelse tradities. ‘De accuraatheid waarmee hij zijn passes verspreidt, zowel diep als kort, kent zijn gelijke niet in de Engelse voetbalgeschiedenis,’ analyseert The Times na een reeks puntgave expressies in de herfst van 1957 en eindigt met: ‘Yet one man stood above all others. He was Duncan Edwards.’ Hij tekent een profcontract in 1952, amper zestien. Nooit eerder debuteert een Engelse profvoetballer op jongere leeftijd: 16 jaar en 185 dagen oud.

Matt Busby vordert op 1 juni 1952 in de late avond een taxi op. Samen met een jeugdscout rijden ze van Manchester naar Dudley, op ruim twee uur afstand. Ze zijn gealarmeerd door de interesse van Bolton. Ze bellen de familie Edwards wakker. Busby spreekt zeer lang met vader Edwards en licht geduldig alle thema’s van het profvoetbal toe. Om twee uur ‘s nachts, 2 juni 1952 verklaart Duncan Edwards zich akkoord: ‘I’m a Manchester Unitedplayer.’ Tot aan zijn dood in februari 1958 vallen hem 151 selecties voor het eerste elftal te beurt. Hij wordt ook als jongste Engelse speler opgeroepen voor het nationale elftal: in april 1955, op zijn achttiende. Hij speelt ‘positieloos’ omdat hij overal in het veld zijn streng kan trekken.

‘And at the end of the day, when the question is asked: “Who was Manchester United’s greatest-ever player?”, there will be only one answer: Duncan Edwards, the boy who had the lot.’

Daar stond ik dus, vijfenvijftig jaar later, oog in oog met een standbeeld. ‘Dankzij’ de verkeerde richting die de mompelende stationschef me had uitgestuurd. Elk nadeel hep zijn voordeel. Zou het toeval bestaan?

 

 

 

 

 

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.