Vooreerst een applaus voor de schitterende organisatie van Nederland in de Ziggo Dome in Amsterdam en de mooie sportarena in Groningen. Hier kunnen veel landen nog wat van leren.
Dit Europese kampioenschap heeft andermaal getoond dat het niveau van het internationale futsal een enorme vooruitgang heeft geboekt. Gastland Nederland en België, dat zich in de voorrondegroep met Italië en Finland niet kon plaatsen kunnen niet wedijveren met toplanden als Spanje (sterkste competitie in Europa), wereldkampioen Portugal en Rusland. Deze landen zijn volledig de professionele toer opgegaan met spelers die enkel en alleen zaalvoetbal mogen spelen.
In België werkt enkel FP Halle-Gooik op volledig professionele basis, vooral met sterke buitenlanders, waarvan er enkele actief zijn op het EK. Ons nationaal team moet in de respectieve voorrondes telkens heel hard vechten om zich te kwalificeren voor de Europese en (laat staan) mondiale campagnes. De vraag blijft of er in België voldoende sponsoring kan gegenereerd worden en er zo genoeg draagvlak is voor twaalf minimaal semiprofessionele clubs in 1e nationale.
Het verschil tussen zaal- en veldvoetbal wordt hoe langer hoe groter, vooral op het vlak van tactiek en balvaardigheid. Meer dan vroeger nog zijn het twee totaal verschillende sporten, hoewel het voor de spelers heel complementair is in hun opleiding als voetballer.
Het spelpatroon is ontegensprekelijk fysieker en sneller geworden, wat het spektakel voor de toeschouwers ten goede komt.
Om niveau te halen is het voor de clubs absoluut noodzakelijk om voldoende gespecialiseerde futsaltrainingen te organiseren en tactische concepten bij te brengen. In de hoogste nationale afdeling wordt dat nog moeilijk combineerbaar met veldvoetbal. Het opleiden van trainers is hier vanzelfsprekend ook een belangrijk facet.
Er moet verder gewerkt worden aan een gestructureerd jeugdbeleid met toekomstperspectief. Nationale Clubs moeten verplicht worden een kwaliteitsvolle jeugdopleiding te voorzien.
Ook het vormen van grotere clubs met meerdere (jeugd)teams moet een streefdoel worden. Hierdoor zal toegang tot sporthallen en het bekomen van steun, zowel qua sponsoring als toelages, vereenvoudigd worden.
Om verdere progressie te maken in België en ons te kunnen plaatsen voor internationale tornooien is de professionele aanpak van de zaalvoetbalsport een absolute noodzaak.
Wat het zaalvoetbal internationaal een enorme boost zou kunnen geven is (eindelijk) de erkenning van futsal als olympische sport.
Dirk Van Overbeke
GS Hoboken Ster
