maandag, december 23

Het trieste verhaal van Robert Enke

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Het lijkt soms anders wanneer je profvoetballers bezig ziet en hoort. Velen onder hen lijken echt soms op een andere planeet te leven. En dan wil ik het niet enkel hebben over de excessieve bedragen die ze al op veel te jonge leeftijd verdienen, maar ook en vooral over hun gedrag op en naast het terrein. Voorbeelden te over. Elke ploeg heeft wel zo iemand in zijn rangen. Denken we hierbij aan Noa Lang, Lamkel Zé, Benito Raman, Mehdi Carcela, Jonathan Legear, Logan Bailly, … Ze leven in een parallel leven dat weinig raakvlakken heeft met het leven van de “gewone” mens. Totdat …, totdat … Totdat er iets heel erg verkeerd loopt en blijkt dat ook zij mensen van vlees en bloed zijn die onderhevig zijn aan dezelfde gevoelens en emoties als andere mensen. Dat is de laatste tijd ten overvloede gebleken in heel wat andere sporten, waar een aantal (wan)praktijken aan het licht kwamen in de menselijke relaties. Dat zorgde voor heel wat beroering, omdat er grenzen werden overschreden. Maar voetbal lijkt nu toch aan de beurt te zijn, denk maar aan de affaire Marc Overmars.

Ondanks alle schandaaltjes en schandalen in het Belgische en het internationale voetbal is net dat soort ongerijmdheden nog niet of nauwelijks aan de oppervlakte gekomen. De compleet onnozele uitlatingen van de heer Infantino dat het vluchtelingenprobleem met voetbal kan worden opgelost ten spijt. De voetbalwereld is bij uitstek een mannelijke machowereld, waar ongeveer alles wat daar tegenin gaat, onbesproken laat. Het aantal voetballers dat uit de kast kwam, is op de vingers van één hand te tellen. En met negatieve persoonlijke gedachten hoef je al helemaal niet te komen aandraven. Niet flauw doen, voetbal is een mannensport.

Onlangs las ik op dit platform het verhaal van Henk Mees over Davy Pröpper die bij PSV zijn shoes aan de haak hing omwille van redenen die buiten het sportieve lagen en dat deed me terugdenken aan het levensverhaal van Robert Enke, de doelman van Hannover 96 die bewust uit het leven stapte en daarmee meteen maar ongewild een groot taboe doorbrak. Zij het dan wel tijdelijk. Zijn vriend en sportjournalist Ronald Reng schreef er een beklijvend boek over: Robert Enke. Ein allzu kurzes Leben. Dit verhaal – in heel wat talen en dus ook in het Nederlands verkrijgbaar – toont duidelijk aan hoe het in een carrière verder kan verkeerd lopen omwille van het niet correcte gedrag van trainers en/of medespelers. Enke was een uiterst gevoelige man die heel onzeker in het leven stond en zich voortdurend in vraag stelde, paniekaanvallen had en al vroeg wegens depressies bij een psycholoog terechtkwam. En dan zal het je maar overkomen dat je bij Barcelona terechtkomt, waar Louis Van Gaal trainer is en Frans Hoek keeperstrainer. En waar Frank De Boer als speler de plak zwaait. Van Gaal en Hoek waren matige spelers, maar zijn uitstekende trainers. De Boer was een topspeler, maar is een zeer matige trainer. Maar alle drie toonden en tonen ze vooral een stuitend gebrek aan empathisch vermogen. En al zeker tegenover Enke tijdens zijn verblijf in Barcelona. De eerste twee breken de Duitse doelman eerder af onder het mom van hem uit te dagen en zo naar een beter niveau te tillen, de laatste breekt een ongeschreven wet en maakt zijn ploegmaat bij de pers openlijk af, en schuift een nederlaag waar hij zelf mee schuld aan had in de schoenen van de doelman. Dat bewijst eens te meer dat kwaliteit selectief is, een goede speler is niet noodzakelijk een goede trainer. En omgekeerd. Maar in ieder geval deze Hollandse driehoek slaagt erin om Enke elk vertrouwen te ontnemen en hem op die manier uit Barcelona weg te jagen. Neen, zij zijn niet schuldig aan de zelfdoding van Robert Enke, maar ze hebben wel meegeholpen aan het ondermijnen van een persoon met psychologische moeilijkheden. Dat Enke later het doel van de Mannschaft met succes heeft verdedigd bewijst hun ongelijk.

Erg hieraan is dat je met dat soort haantjesgedrag in de voetbalwereld erg ver komt, want als je succes hebt, dan wordt je ongeveer alles vergeven. Ook dat wat eigenlijk onvergeeflijk is.

Spelers afbreken lijkt voor een aantal trainers het ideale concept om ze op een hoger niveau te tillen. Hoe harder je schreeuwt, hoe gemotiveerder je een speler krijgt, lijkt volgens sommigen het devies. Er zullen wel spelers zijn die daardoor geholpen worden, maar de overgrote stilzwijgende meerderheid heeft daar niks aan of gaat daar juist aan kapot. Zo herinner ik me een zonnige zomerdag in 2009. KV Mechelen speelde ter voorbereiding een oefenwedstrijd op en tegen KFC Kontich. Ik stond achter de dug-out van Peter Maes en kon letterlijk alles horen wat hij zei. En ik kan me nog zo voor de geest halen hoe hij twee spelers van zijn ploeg letterlijk van het veld brulde. De Ghanese broers Abdul-Yakuni (°1986) en Abdul Ganiyu (°1990) Iddi waren de voornaamste en makkelijkste slachtoffers. Je zag hen werkelijk op het veld ineenkrimpen en hun zelfvertrouwen smolt als sneeuw voor de julizon, wat tot nieuwe tirades leidde. Het was letterlijk te zien wat dit deed met die frêle en kwetsbare jongens.

Ook de altijd zelfingenomen Aad de Mos was in dat bedje ziek. Als je alles denkt beter te weten, dan is het haast normaal dat je je spelers gratuit de grond inboort. Tenminste in de denkwereld van De Mos. Uiteraard zijn Peter Maes en Aad de Mos niet de enige trainers die dit deden. Niet in België. Ik denk hierbij onder andere aan Fred Vanderbiest of Michel Preud’homme. En in een verder verleden Rik Coppens.

Maar vanzelfsprekend ook niet in het buitenland. Het rijtje is ellenlang. José Mourinho zal bij iedereen wel eerste in de rij staan. En wie herinnert zich niet big mouth Brian Clough, de legendarische coach van Nottingham Forest en Derby County. Er zijn zelfs trainers bij die er prat op gaan en wie er ook mee weg komen omwille van hun – soms eclatant – succes.

Het duidelijkste voorbeeld daarvan is wellicht Alex Ferguson. Gewoon “Ferguson bully (bullebak)” of “Ferguson tyrant (tiran)” op google intikken. Talloze conflicten met spelers, scheidsrechters en pers. Vraag het maar aan Stam, Van Nistelrooy, Strachan of Beckham. En wat meer is, hij werd, ondanks dat gedrag, zelfs geridderd: Sir Bully Ferguson. Met andere woorden, mensen kleineren helpt je carrière vooruit, maar het dwingt verder wel geen respect af.

De vele titels en het succes van een aantal van die mannen verduisteren hun donkere kant als narcistische brulboeien die hun spelers zien als een middel om zichzelf op de voorgrond te plaatsen. En zo komen we weer bij het intrieste verhaal van Robert Enke. Elke rechtgeaarde voetbalfan zou dit boek moeten lezen om te zien tot wat misplaatst pestgedrag van trainers kan leiden.

Paul Catteeuw

Share.

About Author

Paul Catteeuw (1956) bekijkt voetbal vanuit de tribune achter het doel. Hij houdt zo de vinger aan de pols voor wat naast de zijlijn gebeurt en probeert om er dwars doorheen te kijken. Soms vol nostalgie, soms vol verwondering, maar meestal met een vleugje ironie.

Leave A Reply