‘Het is jammer dat u een verpulverde meniscus heeft’, het is de ondertitel van de biografie, die in 1970 verscheen van Henk Groot. Een jaar eerder was zijn voetbalcarrière op 31-jarige leeftijd aan gruzelementen getrapt. Henk Groot, die woensdag 11 mei op 84-jarige leeftijd is overleden, overkwam dat in de WK-kwalificatie-interland Polen – Nederland (2-1), zijn laatste van 39 interlands waarin hij twaalf keer scoorde.
De bal was al vertrokken bij Henk Groot toen hij in het Slaski-stadion van Chorzow werd getorpedeerd door het gestrekte been van Zbigniew Szoltysik. Kniebanden gescheurd, meniscus kapot, knieschijf versplinterd.
Terwijl Henk Groot kniezend zijn lot verwerkte en het nog even tevergeefs probeerde in het tweede elftal van Ajax steggelden de KNVB en de verzekeringsmaatschappij langdurig over een schadevergoeding. ‘Waarom moet dit zo lang duren. De bond weet toch dat mijn knie in Polen en nergens anders naar de verdommenis is getrapt’, gromde Groot in 1970 in het tijdschrift Goal. Binnen twee weken reageerde de KNVB met de mededeling dat aan Henk Groot smartengeld was uitgekeerd; 100.000 gulden toen, teruggerekend naar nu 45.000 euro.
Henk Groot werd door Ajax zowel verkocht aan Feyenoord als teruggekocht. Op voorspraak van Rinus Michels keerde hij in 1965 terug in Amsterdam, in een team waarin Johan Cruijff wel baat kon hebben bij een mentor. Henk Groot speelde nog wel in de eerste (verloren) Europa Cup-finale van Ajax, in 1969 tegen AC Milan (4-1). De gloriejaren van de Amsterdamse club en van Oranje kwamen voor hem te laat.
Henk Groot laat mijlpalen na in de Nederlandse voetbalgeschiedenis. Zijn score van 41 competitiedoelpunten in de Eredivisie van 1960/1961 is in de clubhistorie van Ajax nooit overtroffen. Hij was een specialist in kopballen en strafschoppen. Liefst 34 scoorde Groot vanaf de stip, vier keer ging het mis. Twee keer werd hij topscorer van Nederland en met 194 goals staat Groot zesde op de ranglijst van spelers met de meeste doelpunten ooit in de Eredivisie.
Henk Groot kon veel méér dan koppen en strafschoppen benutten. ‘Ajax zonder Groot is een lichaam zonder hersens’, zei zijn medespeler Bennie Muller in 1968. Henk Groot zelf voelde zich vooral gestreeld door wat het dagblad De Tijd in 1960 in een wedstrijdverslag over hem schreef: ‘ Voor ons was hij ‘hot-proof, deze lichtvoetige rechtsbinnen, die wij zonder meer Nederlands elegantste voetballer durven noemen. Als een prima-ballerina zweefde hij over het veld, draaide pirouettes en maakte grandjeté’s en cabrioles alsof het niets was.’
‘Hij was echt mijn idool’, reageerde Louis van Gaal op het overlijden van Henk Groot