‘Het gevecht onder de lat’, zo heet de kersverse biografie van Stanley Menzo die door Mike van Damme werd gemaakt. Vier jaar geleden sprak François Colin in Kaapstad met de ex-doelman van onder andere Ajax en Lierse.
Twintig jaar geleden zorgde het Lierse van trainer Eric Gerets voor sensatie door de landstitel te winnen. Eén van de pijlers van dat elftal was doelman Stanley Menzo, die bij Ajax Cape Town aardig op weg is om zijn trainerscarrière opnieuw op de rails te zetten.
We spreken af met de Nederlander op het terras van het Belgische restaurant Den Anker op het befaamde Victoria en Alfred Waterfront, het bruisende hart van Kaapstad. Het zicht op de Tafelberg is adembenemend.
‘Ik was hier nog nooit geweest’, bekent Menzo (53). ‘En ik vond dit al zo’n schitterende stad.’ Het eerste wat hij doet, is zijn oude gabber bij Lierse, Eric Van Meir, bellen om te laten zien waar hij zit.
-Je werd in april vorig jaar hoofd jeugdopleiding bij Ajax Cape Town.
‘Ajax Amsterdam stuurde mij om de jeugdacademie weer te voorzien van Nederlandse invloeden. De relatie moest aangehaald worden en het gat tussen Kaapstad en Amsterdam kleiner worden. Er is veel rauw talent in Zuid-Afrika, maar het ontbreekt soms aan westerse structuur in de opleiding. Ik vergelijk het hier met België in de periode dat ik er speelde. Te veel trainers die niet goed genoeg geschoold zijn en bij wijze van spreken iedereen die coach kan worden. Sinds jullie betere trainers, een betere structuur en betere infrastructuur hebben, zie je hoe een klein voetballand kan groeien.’
-In oktober werd je hoofdtrainer en plots ging het lopen als een trein.
‘Ik vind het heel leuk om met jeugd te werken, maar het eerste elftal blijft de prioriteit voor elke club en de leiding was van oordeel dat er moest worden ingegrepen. Ik heb me niet laten inlichten door mijn voorganger maar ben meteen op mijn manier beginnen werken.’
-Je hebt de discipline aangehaald en bent gaan voetballen volgens de Ajax-filosofie: opbouwen van achteruit.
‘Wie mij kent als coach weet dat ik heel snel mijn stempel drukken en laten merken hoe ik wil trainen en werken. Dat heeft het voordeel van de duidelijkheid. De spelers hebben het heel snel opgepakt en verdienen een compliment. Vanuit discipline en organisatie hebben we resultaat geboekt.
Toen ik hoofd opleiding werd, heb ik duidelijk gemaakt hoe we gingen trainen en voetballen. Je moet je altijd aanpassen aan de plaatselijke situatie, maar we willen spelers opleiden volgens de Ajax-filosofie. Dan ga je het eerste elftal niet anders laten spelen.’
-Ajax Cape Town speelt nu in het WK –stadion, maar de belangstelling valt tegen.
‘Twee à drieduizend toeschouwers in zo’n mooi stadion. De topmatchen moeten echter nog komen. Kaapstad is geen echte voetbalstad. De meeste voetballiefhebbers zijn bovendien supporters van clubs uit het noorden, zoals Mamelodi Sundowns, Orlando Pirates of Kaizer Chiefs.
Ik heb begrepen dat de infrastructuur en de financiële middelen ook een rol spelen. Het is niet erg gemakkelijk om vanuit de townships met het openbaar vervoer naar hier te komen. En al is het is misschien niet duur, het kost geld. En dat hebben veel mensen niet.’
-Hoe kijk je terug op je Belgische periode?
‘De mooiste periode uit mijn voetbalcarrière. Als ik op Lierse kom, keer ik twintig jaar terug in de tijd. De warmte, de gemoedelijkheid, de vriendschap, het is net alsof ik nooit weg ben geweest. Bij Ajax heb ik succes gekend als voetballer, in België ben ik vooral succesvol geweest als mens. Ik heb enorm veel vrienden overgehouden aan mijn passage in het Belgisch voetbal en ik heb er veel plezier beleefd. Ik heb echt genoten. Nog steeds eigenlijk.’
-Lierse was een warmere club dan Ajax?
‘Niet warmer. Anders. Ik zat ook in een heel andere periode van mijn leven. Ik was ouder, volwassener en kon van andere dingen in het leven genieten dan alleen maar voetballen. Bij Ajax was ik heel erg gefocust op voetbal en het leven ernaast kwam drie, vier stappen later. In Lier heb ik voetbal en leven kunnen combineren. Ik zat als mens in een goede periode, de stad is gezellig en ik had geweldige collega’s en een fantastische coach. Alles klikte.
‘Ik heb nog veel contact met jongens als Eric Van Meir, Nico Van Kerckhoven, Dirk Huysmans. Eric is mijn beste vriend. Dat is echt dé vriend in het voetbal voor mij.’
-Hoe is je relatie met Eric Gerets?
‘Hij is heel belangrijk geweest in mijn leven als voetballer. Ik kende, zowel privé als sportief, een paar moeilijke jaren. Bij PSV zat ik op een zijspoor. Hij heeft me naar Lier gehaald, mij belangrijk gemaakt en vertrouwen gegeven. Daardoor ben ik weer opgebloeid en opnieuw een keeper met aanzien geworden.
Ik heb het altijd heel jammer gevonden dat we niet op een goede manier uit elkaar zijn gegaan. Hij wilde niet dat ik vlak voor de laatste wedstrijd naar Bordeaux afreisde om te tekenen. Dat hebben we nooit uitgepraat. We wilden ooit eens samen een elftal trainen, maar dat is er ook nooit van gekomen.
Gerets is een winnaar pur sang. Iets wat ik ook in mezelf herken. Maar het gewone leven telt ook. Als je als mens niet goed in je vel zit en geen plezier hebt, kan je niet presteren. Als speler stond ik daar niet bij stil. Daarom geef ik mijn jonge spelers mee dat geld wel belangrijk is, maar dat het voetbal je persoonlijkheid geeft en een wereldburger van je maakt. Ook dat is niet onbelangrijk.
Ik wil het daar nog eens over hebben met Eric. Anderhalf jaar terug ontmoette ik hem op een lunch met oud-spelers. Ik zou hem nadien bellen, maar dat is niet gebeurd… Misschien bel ik hem straks wel vanuit de auto.’
-Johan Cruijff, je eerste trainer, is vorig jaar overleden.
‘Zijn dood was een schok voor de hele voetbalwereld. Niet in het minst voor mij. Hij gaf mij de kans het doel van Ajax te verdedigen. Mijn manier van keepen was toen revolutionair en dat ging af en toe gepaard met fouten, maar hij bleef mij en mijn manier van keepen ondersteunen. Ik was een trendsetter en daar ben ik nog steeds trots op. Door Cruijff hebben we nu een ander soort keeper.’
-Hij wilde een doelman die kon meevoetballen.
‘Johan had ooit bedacht om zonder keeper, een vliegende keeper, te spelen. Zoals we op straat deden. Hij wilde het zelfs voorleggen bij de FIFA. Johan wilde een keeper die voetballend meedacht, zo kwam hij bij mij terecht. Ik was in zijn ogen een extra speler. Toen de terugspeelbal werd verboden, werd het nog belangrijker voor een doelman mee te kunnen voetballen.’
-Donkere keepers worden nog steeds argwanend bekeken.
‘Donkere mensen brengen iets exotisch mee. Ze willen mooie en leuke dingen doen. Sommige donkere doelmannen willen een attractie zijn, de show verzorgen. Dat kan niet onder de lat. Dat is misschien de reden dat maar weinig donkere topkeepers tegen komt. Keepen is niet mooi en leuk. Het moet efficiënt zijn. Dat kwam bij mij altijd eerst.’
-Hoe denk je over de trainer Louis van Gaal?
‘Ik gelijk als coach nogal op Van Gaal. Ook verbaal. Van Gaal en Cruijff verschillen als trainer niet zo veel van elkaar. Bij Van Gaal is alles theoretisch heel sterk onderbouwd, Bij Cruijff zat alles in het koppie. Dat is wellicht de reden waarom ze zo veel ruzie met elkaar hadden.’
-Je schat Van Gaal heel hoog in, ook al verwees hij je naar de bank.
Van Gaal is een toptrainer, die een keuze maakte die niet in mijn voordeel was. Ik heb nooit zijn keuze in de media bekritiseerd. Hij had het recht mij uit de ploeg te zetten, want ik was niet in goeden doen. Als trainer begrijp ik zijn keuze voor Edwin van der Sar.’
-Je trainersperiode bij Lierse was een mindere ervaring?
‘Ik had er wat anders van verhoopt. Er zullen meerdere factoren zijn waarom het niet geworden is wat ik had verwacht. Ik vind dat nog steeds jammer, omdat ik die club en die mensen in mijn hart draag.’
-Het liep vooral mis met technisch directeur Tomasz Radzinski.
‘Het begon goed, maar is niet goed geëindigd. Ik werk graag transparant en in goede harmonie en zie mezelf niet als een slecht mens. Ik wil in alle openheid en in eerlijkheid werken. Dat miste ik in onze samenwerking. Ik heb als hoofdtrainer altijd een heel goed contact gehad met de technisch verantwoordelijke, behalve met Tomasz. Lag het aan mij, aan ons beiden of aan hem? Jammer voor de club dat het zo gelopen is.’
-Na Lierse geraakte je trainerscarrière een beetje in het slop?
‘Je wil als trainer nooit ontslagen worden, maar het was goed dat ik moest stoppen. Ik was eigenlijk blij dat ik er van af was. Nadien wil je weer aan de slag, maar moet je wachten op je beurt. Ik moest een stap terug zetten, maar heb bij de topamateurs van AFC uit Amsterdam weer met heel veel succes en plezier getraind. Je wacht echter op het moment dat je op jouw niveau, of het niveau dat je denkt dat je aankan, mag werken. Maar de juiste club bleef uit.’
-Gekleurde trainers vinden moeilijker een club?
‘In Nederland bestaat er een geweldige discussie rond en als gekleurde coach moet je oppassen dat je niet het verkeerde signaal geeft. Het is een gevoelig onderwerp, waar ik al vaker mijn vingers aan heb verbrand. Ik weet niet of ik het altijd discriminatie kan noemen, maar mensen hebben voorkeuren. Ik heb mijn kans gekregen bij Lierse omdat men een voorkeur had voor de persoon en ex-keeper Stanley Menzo. Kortom, op dat moment praten we over voorkeuren in plaats van gelijke kansen.’
-Maar is het toeval dat er zo weinig gekleurde trainers rondlopen in het Europese voetbal?
‘Nee, dat is geen toeval. En heel spijtig.’
-Als speler heb je af en toe aangekaart dat je met racisme te maken kreeg. Ik neem aan dat dit hier niet bestaat?
‘In Zuid-Afrika? Haha. In Europa heb je blanke en donkere mensen. Hier heb je ook nog gekleurde mensen. In ieder zijn paspoort staat of je ‘coloured’ bent of wit of zwart. Als je een formulier moet invullen, moet je aangeven dat je gekleurd, wit of zwart bent. Nou, dan gaan mijn haren al overeind staan. Ik werk nu wel in een veel donkerdere gemeenschap dan in Europa maar dit was voor mij ook nieuw. Na Lierse heb ik voor de KNVB vaak in landen gewerkt waar ik met clinics en trainingen aan ontwikkelingswerk deed. In China blijk je dan de enige donkere te zijn. Dan kijken mensen op. Dat zou ook hier het geval zijn met een Chinees in een township. Het bestaat overal in de wereld.’
(zucht)
‘In Afrika discrimineren ze mekaar zelfs onderling. Een zwarte kijkt neer op een coloured. En een blanke op beiden. Het zit in de mensheid, waarom er ons druk over maken? We kunnen de wereld toch niet veranderen. Hier heeft gedurende decennia apartheid geheerst. Dat ga je niet in twintig jaar uitwissen. Ik voel het nog steeds. Het zal meerdere generaties duren om dat te veranderen. Het zij zo.’
-Voetbal is een zwarte sport in Zuid-Afrika. Hoe reageert het zwarte publiek op een blanke speler? Wordt er met bananen gegooid?
‘Nee. Ik heb nog geen reacties gemerkt. Daar heeft een blanke toch nog te veel aanzien voor.’
-Is dat nog steeds zo?
‘Ik heb een blanke vriendin en we worden voortdurend aangestaard. Je kan de vraag van het gezicht van de mensen aflezen: klopt dit wel? Gemengde koppels zijn zeldzaam. Het zit nog diep ingeworteld. Toen we onze zoon de eerste keer met de wagen naar school brachten, praatte de donkere bewaker over mij heen met mijn vrouw. Hij dacht dat ik de chauffeur was. In restaurants zie je nog steeds dat ze met haar praten. Ze denken dat ik er maar bij hoor. En dat zijn dus allemaal donkere mensen.’
-Verbazingwekkend.
‘Dit is een heel interessant land. Ik vind het erg boeiend om naar de verhalen te luisteren van mijn collega’s, die de apartheid meemaakten en nu in een vrij land leven. Toen we onlangs in Fish Hoek waren, wees één van mijn medewerkers het strand aan dat gesloten was voor gekleurde en donkere mensen. Zij mochten alleen zwemmen waar de boten kwamen, waar olie op het water dreef. Ik spreek over niet langer dan 25 jaar geleden.’
-Wat zijn je ambities als trainer. Zie je Zuid-Afrika als een eindpunt?
‘Ik moest niet lang nadenken toen ik het voorstel kreeg om hier aan de slag te gaan. In Europa ben ik, denk ik, uit beeld verdwenen. Daarom wil ik in dit land een palmares opbouwen, geschiedenis schrijven. Het zou mooi zijn als mensen later zeggen: weet je nog wat hij verwezenlijkt heeft? Maar ook hoofd jeugdopleiding vind ik schitterend.. Een jonge speler beter maken, er bestaat niets mooier voor een trainer.’
-En als er een goede club uit België of Nederland aanklopt, wordt het dan moeilijk kiezen?
‘Ik heb vaak contact met Eric Van Meir en dan zie ik een dikke jas en een muts. Ik stuur dan een foto van mij in short en een stralende zon op de achtergrond. Dit is Europa in Afrika. Ik heb in de hele wereld geleefd, maar dit is het mooiste wat ik ooit gezien heb en dan moet ik nog veel ontdekken in Kaapstad.
‘Thuis zouden ze het sowieso niet fijn vinden om terug te gaan. Mijn zoon van zeven mist wel zijn vriendjes, maar hier heeft hij een zwembad in de tuin. Nee, het zou geen gemakkelijke keuze zijn. Ik hoef hier nog niet weg.’
Stanley Menzo won met Ajax Europacup II (1987) en de UEFA-Cup (1992). Hij vierde met de Amsterdammers drie Nederlandse titels en verdedigde zes keer het doel van Oranje. Met Lierse werd hij kampioen van België (1997) en won de beker (1999).
Menzo werd in april 2016 hoofd opleiding bij Ajax Cape Town, het Zuid-Afrikaanse filiaal van de gelijknamige club uit Amsterdam.
Als trainer werd hij kampioen in de Jupiler League met Volendam, en werkte hij onder andere bij Cambuur, Vitesse en Lierse. Op 26 oktober werd hij hoofdcoach, nadat de club met twee punten uit zes wedstrijden naar de 15de plaats (op 16) was gezakt. De ex-doelman en –trainer van Lierse sloot de heenronde af met 18 punten uit 15 wedstrijden. Ajax Cape Town klom daardoor naar de 9de plaats. De terugronde begon in februari met twee nederlagen, maar wel tegen de twee koplopers.