zaterdag, april 27

FC LIVERPOOL: 100 JAAR BOB PAISLEY, TUSSEN SHANKLY & DALGLISH (1) – RW

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Op 23 januari 1919 werd Bob Paisley (1919-1996) geboren. FC Liverpool herdenkt deze week de honderdste verjaardag van zijn geboortedag. De man die de Reds de Europese glorie schonk, meed de schijnwerpers. Die liet hij aan de Anfieldiconen Shankly en Dalglish, zijn voorganger en topspeler. Paisley was de échte architect achter het succes. Hij kende slechts één club: als speler van het eerste elftal tussen 1939 en 1954 (met één landstitel). Als fysiotherapeut van 1954 tot 1959 en als assistent-coach van Shankly van 1959 tot 1974. Hij stond zelf aan het roer van 1974 tot 1983. Van dan af kreeg hij een plaats in de bestuurskamer tot in 1992. Hij overleed in 1996 aan de gevolgen van Alzheimer. Een portret in twee afleveringen.

Samen met zijn door hem geknede opvolger Bob Paisley opende Bill Shankly de bootroom, letterlijk een kaal kamertje met versleten voetbalschoenen, waar ze onder het nuttigen van Schotse whisky, urenlang over voetbal doorboomden. Shankly formeerde er zijn staf: Bob Paisley, Joe Fagan, Ronnie Moran, Roy Evans. Allemaal ‘werkmensen’ met slechts één obsessie: voetbal. Na zijn vertrek stroom­den ze allemaal door naar een topfunctie bij de club. Hij eiste loyaliteit en ka­meraadschap. Onder zijn trainerschap werd niemand van zijn medewerkers ont­slagen.

De bootroom boetseerde de befaamde struggle for simplicity. Zo roemde Shankly zijn collectieve voetbalethos met ruimte voor de individuele actie (Steve Heighway! Kevin Keegan!). Shankly’s simpele devies klonk: Pass & Move, Pass & Move! Hij schreeuwde het uit en demonstreerde het gesticulerend van op de bank. Het beeld zat jaren in de generiek van de BBC’s Match of the Day.

Een tot twee keer raken – de one touch – en dan passeren naar de vrije maat in de vijf tegen vijf oefening op training. Elke dag opnieuw. Voortdurende pres­sie, hoog tempo en snel combinatiespel, eerst in de breedte en vervolgens diep met intelligente, het spel lezende voetballers. Niet lopen met de bal, snelle con­trole en dan geven. Go into the open space! De Rode Machine – met veel Ierse, Schotse en Welshe bravoure – stootte met deze stabiele aanpak door tot de ab­solute wereldtop maar de weerklank gold voor het hele elftal. Shankly dicteerde: het individu is niets zonder het team. Hij bekommerde zich wel om de persoon achter de speler buiten het veld. Hoe gedraagt hij zich, wat is zijn alge­mene levensstijl, hoe steekt hij psychologisch in elkaar? Hij hanteerde wat hij noemde a simple strategy: ‘You pass the ball to another red shirt.’

Hij geloofde heilig in een strak georganiseerd spelsysteem: ‘Passeer, beweeg en ontvang de bal opnieuw. Ook als je verliest, verander je niets aan het sys­teem. Dat is onze grootste kracht.’ Daarnaast gedroeg hij zich als een geboren entertainer en mister motivator. Een man van de mind games, zoals John Lennon zong. Zo stuurde hij even voor de aftrap van een topmatch zijn spelers in een verkwikkend warm bad en gooide de rode shirts op het veld met de melding: ‘Zij zullen het varkentje wel wassen.’ Met dit soort grollen overtuigde hij zijn team dat het beter was dan de concurrentie. Na een overwinning in de Cup, begin jaren zeventig, sprak hij van op een dubbeldekbus 300.000 in het rood geklede en feestende fans toe met de woorden: ‘Mao-tse-Tung heeft nooit zo’n rode leger gehad als dit.’ Het idee voor de volledige rode uitrusting van FC Liverpool rolde uit zijn koker. Hij wist dat het de tegenstander zou intimideren. Zo eisten het ook de fans. Zij wilden zich identi­ficeren met the Liverpool way of football: een indrukwekkend samenspel, dat zich ontwikkelde tot een universeel keurmerk. Het weerklonk later, via de band Boot Room Boyzs, op het ritme van de rap: Pass & Move, It’s the Liverpool groove!

In 1973 resulteerde dit in de eerste Europese victorie in de UEFA-Cup tegen Borussia Mönchengladbach. In 1974 legde Shankly er volkomen onverwacht het bijltje bij neer. De ietwat kleurloze Bob Paisley, op dat ogenblik een Mister Nobody met de uitstraling van een notarisklerk, stapte uit zijn rol van doodbrave assistent en drukte de sporen van de Master. Hij trok doodgemoedeerd Shankly’s lijn door en plukte de vruchten van het ‘Systeem’ dat borg stond voor de opkomst van telkens weer een nieuwe rode pletwals. De ontbolsterde spelersgroep herbergde Engelse, Schotse, Ierse en Welshe internationals die via de geroemde Shankly-Paisley-collectiviteit voortdurend boven zichzelf uitstegen: Ray Kennedy, Terry McDermott, Phil Neal, Emilyn Hughes, Ray Clemence, John Toshack, Steve Heighway, Graeme Souness, David Fairclough, Alan Hansen en de supertalenten Kevin Keegan en Kenny Dalglish. Aan de Merseyside liet Liverpool zich niet in de luren leggen en won in 1976 een nieuwe UEFA-Cup, ten nadele van Club Brugge. Eén jaar later twistte men in Rome om de Europacup der Landskampioenen tegen Borussia Mönchengladbach. Kevin Keegan (1951) stalde al zijn klasse uit en ging voor de volle winst. Hij dweilde met de beruchte kuitenbijter Berti Vogts alle hoeken van het veld af en zijn maats aanvaardden in dank de door hem geboden ruimte: 3-1. Deze geweldige prestatie leverde King Kev’ een toptransfer op naar Hamburger Sportverein. Keegan gaf Liverpool tussen 1971 en 1977 een gezicht. The Mighty Mouse, zijn groei stokte om en nabij de 1, 70 meter, koppelde een meesterlijke techniek aan een voor zijn gestalte ongehoorde krachtpasterij. De discriminerende opmerkingen over zijn gedrongen lichaamsbouw die de in de buurt van Newcastle geboren Keegan – met Ierse overgrootouders – naar het hoofd geslingerd kreeg, dreven hem naar een slagvaardig doorzettingsvermogen. Op zijn zeventiende trok hij in de leer bij de Britse bokskampioen zwaargewichten die zijn incasseringstalent aanscherpte. Hij stond op de drempel van het eerste elftal van het onbetekenende Scunthorpe United toen de kracht van Shankly’s overtuiging hem in de armen dreef van FC Liverpool. Hij vormde er meteen een onnavolgbaar en amper af te stoppen duo met de boomlange John Toshack. Keegan had de brains en Toshack de power en men onderzocht hun relatie in een populaire televisieshow zelfs op telepathie. Tot vandaag memoreert Keegan zijn legendarische coach als de belangrijkste invloed in zijn leven. En Shankly onderkende op zijn beurt dat hij nood had aan een solist met een individuele actie: dribbels, verrassing en creativiteit. Met als resultaat de landstitel in 1973, FA Cup in 1974 en UEFA-Cup in 1973 met Bill en titels in 1976, 1977 en UEFA-Cup in 1976 met Bob.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply