Club Brugge viert in 2021 haar 130ste verjaardag. Op de geboorteakte staat genoteerd: 13 november 1891. Daarom brengen we hier de vijftig beste, belangrijkste, boeiendste voetballers uit de blauwzwarte geschiedenis in beeld. Gerangschikt volgens de persoonlijke keuze van auteur Raf Willems. Wie zijn ze, de helden met het blauw-zwarte hart? Op 50 zet ik Olivier De Cock.
Mijn favoriete Olivier De Cockmatch: KRC Genk – Club Brugge 0-2 (4 augustus 2002, Supercup). Scoreverloop: 76’ (0-1) Sillah, 80’ (0-2) De Cock
Olivier De Cock stamt uit Eeklo en doorliep de jeugdreeksen van Club Brugge. Hij kreeg zijn kansen in het eerste elftal in 1997 en stak sporadisch de neus aan het venster in het kampioenenjaar van coach Eric Gerets in 1997-’98. De record-rechtsachter van de Rode Duivels zag het potentieel in De Cock op zijn positie. Met de komst van Trond Sollied in 2000 werd hij een basisspeler. In het methodische ‘vollegasvoetbal’ van de Noorse denker-drinker kon De Cock zijn kwaliteiten ten volle benutten: loopvermogen, passeerbeweging, zonedekking. Hij deed een beetje aan Fons Bastijns denken: vleugelverdedigend op de helft van de tegenstander zonder het defensieve te verwaarlozen
In tegenstelling tot de sobere en gereserveerde Bastijns was De Cock een ongeremde speelvogel. Zijn bijnamen Ollie en Cockie zeggen voldoende. Hij was omwille van zijn blauw-zwarte stamboom zeer geliefd bij de achterban. Hij groeide gestaag, net als Trond Sollied zelf. Elk jaar kwam er iets meer stabiliteit. Na de recordreeks van veertien opeenvolgende overwinningen in 2001 volgde de bekerwinst in 2002. Het seizoen 2002-2003 werd het beste van Sollieds Club én van De Cock zelf.
Opnieuw kampioen
Die zette onder de eerste match zijn signatuur. In Genk vloerde Club de regerende kampioen in de wedstrijd om de Supercup. Olivier De Cock tekende in de tachtigste minuut het tweede doelpunt aan (0-2). De revanche voor de gemiste titel was meteen gemaakt en de Genkse code werd onmiddellijk gekraakt. Club kwalificeerde zich voor de Champions League en De Cock voetbalde sterke beurten bij elkaar tegen FC Barcelona en Galatasaray. Kampioen KRC Genk kreeg opnieuw een stevige oplawaai: 4-0 op Olympia. De doelpunten bleven vallen: 2-7 op SK Beveren, 0-8 op KV Mechelen, 1-4 op AA Gent.
In de ontspoorde klassieker tegen Anderlecht behield De Cock zijn nuchterheid en verloste hij Club op de 63ste minuut van een achterstand. Op vier wedstrijden van het einde was de voorsprong uitgeklaard tot meer dan tien punten. Het doorzakkende team, met Ollie als één van de belangrijkste sfeermeesters, veroorloofde zich drie draws in vier slotpartijen. Club Brugge concentreerde zich tijdig om na vijf lange jaren opnieuw de landstitel te vieren.
Met liefst 96 doelpunten uit 32 wedstrijden. Eigenlijk 99 uit 33, maar omdat Lommel bankroet werd verklaard, verdwenen ook de drie goals van de 3-0 winst uit de statistieken en werd de uitwedstrijd niet gespeeld. Olivier De Cock kreeg van dan af veel last van blessures en was iets minder prominent aanwezig in 2004 (bekerwinst) en 2005 (landskampioenschap). Toch verwierf hij in één decennium zo’n 275 selecties voor de club die ooit zijn jeugdliefde was. Olivier De Cock, speelvogel met blauwzwarte stamboom.
PALMARES BIJ CLUB BRUGGE:
Geboren op 9/11/1975
Speler van 1996 tot 2007
Kampioen: 1998, 2003, 2005
Vice-kampioen: 1999, 2000, 2001, 2002, 2004
Bekerwinnaar: 2002, 2004
Bekerfinalist: 2005
Super Cup: 1998, 2002, 2003, 2004, 2005
Europa: 2003, 2004, 2005
.