EEUWIGE 50 VAN CLUB BRUGGE
Club Brugge viert in 2021 haar 130ste verjaardag. Op de geboorteakte staat genoteerd: 13 november 1891. Daarom brengen we hier de vijftig beste, belangrijkste, boeiendste voetballers uit de blauwzwarte geschiedenis in beeld. Gerangschikt volgens de persoonlijke keuze van auteur Raf Willems. Wie zijn ze, de helden met het blauw-zwarte hart?
Op plaats 46 zet ik Mario Stanic.
Mijn favoriete Mario Stanicmatch: Club Brugge – KV Mechelen 6-0, 26 augustus 1995.
Scoreverloop: 6 (1-0) Spehar, 30 (2-0) Stanic, 44 (3-0) Stanic, 62 (4-0) Stanic, 65 (5-0) Stanic, 78 (6-0) Stanic
Het leed van de burgeroorlog
Het spoor naar het internationale succes leek dood te lopen voor Mario Stanic. Schoot hij tekort voor de top? Hij overtuigde Benfica Lissabon niet van zijn kwaliteiten. Brugge wachtte desondanks vol vertrouwen op zijn komst. Na drie frustrerende jaren lag de blauw-zwarte jacht op de titel sinds 1992 op schema. De tocht leidde in 1995 naar Kroatië. Bij Osijek plukte men Robert Spehar weg. Onnavolgbaar in zijn zelfzuchtige nukken, maar tevens briljant in de individuele actie. In stijl en mentaliteit tegenovergesteld aan Stanic. Die was een doener in de collectiviteit en bijzonder doelgericht.
Hij droeg in zijn Slavische flegma het leed van de burgeroorlog mee. In Brugge leefde hij op en bloeide open dankzij de blauw-zwarte geborgenheid. Hij werd onmiddellijk de held van de Kop. Die adoreerde hem als Super Mario, naar het populaire Gameboyspelletje. Tegen KV Mechelen (6-0) bonjourde hij vijf ballen tegen het net. Club startte sterk, maar sukkelde vol wisselvalligheden naar het einde van de heenronde. Van dan af dolde het met de tegenstand: veertien opeenvolgende overwinningen in geschenkverpakking. Het schakelde over naar de juiste cadans met 43 doelpunten of drie goals per match.
Gegeerd na de dubbel
De slimme Stanic werd geroemd voor zijn opportunisme, maar betrok ook Gert Verheyen, Lorenzo Staelens, Robert Spehar en Sven Vermant in de offensieve verscheidenheid. De landstitel van 1995-’96 werd gevierd met tien punten voorsprong op Anderlecht en ook in de beker was Stanic de goedaardige brokkenmaker met dienst: twee goals in de finale tegen Cercle. Het klinkt merkwaardig, maar daar zorgde hij voor het keerpunt. Club doolde na de openingstreffer van Cercle twintig minuten door de match. Gert Verheyen beukte zich door de groene defensie en bood op een schoteltje Stanic de gelijkmaker aan. Net voor de pauze verscheen hij zelf in zijn meest opportunistische gedaante en buitte een misverstand tussen laatste verdediger en doelman uit: 2-1 en de Cup voor Club.
Hij was na het EK 1996 – kwartfinalist met Kroatië, maar geboren in het Bosnische Sarajevo – erg gegeerd op de transfermarkt: AC Parma was de gegadigde. Hij won er de UEFA Cup in 1999. Hij drong met zijn nog jonge land, dat in het begin van de jaren negentig onafhankelijk was geworden na de Joegoslavische burgeroorlog, door tot in de halve finale van de wereldbeker 1998, maar verloor van Frankrijk. Kroatië schreef wel het brons op zijn naam. Dat deed een belletje rinkelen bij Chelsea: van 2000 tot 2004 verdedigde hij de blauwe trots van Stamford Bridge in Londen.
Voor Club: 27 doelpunten in 37 matchen, landstitel én bekerwinnaar. De Kop deed hem met een krop in de keel uitgeleide. En die internationale top bereikte hij toch. Dankzij de doorbraak in Brugge.
BLAUW-ZWART SPELERSPROFIEL
Mario Stanic (10/4/1972)
Speler: seizoen 1995-‘96
Landskampioen: 1996
Bekerwinnaar: 1996