Lang voordat Willem II in 2005 de eerste buitenlandse club werd voor Mousa Dembélé speelden er al Belgen in Tilburg. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) waren twee Belgische spelers actief bij de club, die op 12 augustus 1896 werd opgericht en ná Sparta en Vitesse de derde club in het Nederlandse betaald voetbal is met een oorsprong in de negentiende eeuw. In het boek Willem II 125 jaar, een beeld van een club komen de geheel verschillende Tilburgse jaren van twee Belgen, Camille Nys en Louis Schollaert, aan bod.
Camille Nys is viervoudig Belgisch international en ex-speler van de voorloper van AC Milan. In 1914 zoekt hij als zogeheten ‘uitgewekene’ zijn heil in het neutraal gebleven Nederland. Louis Schollaert is een Belg die opgroeit in Tilburg. Hij loopt zijn debuut in Oranje mis als zijn paspoort wordt gecontroleerd.
Camille Nys behoort tot de 1 miljoen Belgische vluchtelingen die na de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 in Nederland neerstrijken. Ruim tienduizend van deze uitgewekenen vinden onderdak in Tilburg. Nys gastvrij wordt onthaald bij Willem II. Hij is daarmee de eerste international die voor Willem II uitkomt.
Camille Nys (1888-1964) heeft dan al een avontuurlijke carrière achter de rug. In 1911 en 1912 speelt hij als ouderwetse, aanvallende spil namens Standard Luik vier interlands voor de Rode Duivels, twee keer tegen Oranje. Aan zijn interlandloopbaan komt in 1912 een einde met zijn vertrek naar Milan Cricket and Football Club, de voorloper van AC Milan.
Bij Milan speelt vanaf 1910 al zijn landgenoot Louis Van Hege (1889-1975), die in 1913 in een referendum van La Gazzetta dello Sport tot beste voetballer van Italië wordt verkozen en er de bijnaam Pallido Saettante (Bleke Bliksemschicht) draagt. De Italiaanse oud-bondscoach Vittorio Pozzo (met wie Italië in 1934 en 1938 wereldkampioen werd) noemde Van Hege later zelfs Il padre del calcio (de vader van het voetbal).
Een troetelnaam is Camille Nys in Milaan niet gegund. Anders dan zijn landgenoot, die er zeven jaar lang zal spelen, komt Nys niet verder dan 18 wedstrijden. waarin hij vijf keer scoort. Het bevalt hem niet in Italië. Op briefkaarten die hij naar zijn ouders stuurt, laat Nys weten dat hij zijn hond mist en zich het slachtoffer voelt van oplichting omdat hij als buitenlander vaak veel meer moet betalen dan de Italianen.
GEINTERNEERD IN TILBURG
In 1913 keert Camille Nys, afkomstig uit Ukkel, terug naar Standard Luik. Daar opent hij een sportkledingzaak, Maison Nys, wat hem weinig geluk brengt door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, waarbij hij wordt ingezet als militair. Wanneer het Duitse leger België bezet, slaat Nys op de vlucht en wordt hij in een kamp in Tilburg opgevangen als geïnterneerde militair.
Slechts één seizoen speelt Camille Nys bij Willem II. Hoeveel wedstrijden precies, valt niet meer na te gaan, wél dat hij in de nood-competitie van dat seizoen vier keer scoort. De Nederlandsche Voetbal Bond (NVB) heeft tot een nood-competitie besloten omdat de Eerste Wereldoorlog gevolgen heeft voor het neutraal gebleven Nederland. Camille Nys is na één seizoen al uitgespeeld in Tilburg. De reglementen van de Nederlandsche Voetbal Bond (NVB) schrijven voor dat in competitiewedstrijden alleen spelers mogen uitkomen die als lid staan ingeschreven bij de NVB en die Nederlander zijn of de laatste drie maanden in Nederland hebben gewoond. Aanvankelijk kan Willem II nog wel een verbod trotseren op het meespelen van zijn Belg.
Camille Nys kan voor Willem II uitkomen omdat hij geregistreerd staat als lid van Willem II met een adres in Tilburg. In het najaar van 1915 worden de regels voor uitgewekenen aangescherpt. De Belgische voetbalbond laat de NVB weten dat Belgische spelers die gevlucht zijn voor de Duitse bezetter en voor een Nederlandse club uitkomen bij terugkeer in eigen land een schorsing wacht. Eind augustus meldt Willem II Camille Nys nog wel aan voor de nieuwe competitie maar aan spelen komt hij niet meer toe.
LOUIS SCHOLLAERT
Door zijn verbanning als voetballer in 1915 maakt Camille Nys geen deel uit van het elftal van Willem II dat in 1916 landskampioen wordt. Daarin speelt met Louis Schollaert wel een andere Belg mee. In het boek Kampioenen ’14-‘18’ beschrijft Roger Rossmeisl zijn levensverhaal:
‘Ludovicus, Louis, Schollaert wordt op 29 juni 1890 in Aalst geboren. Op achtjarige leeftijd komt hij naar Tilburg. Vader Gustaaf verdient zijn geld aanvankelijk als ‘kousenbreier’, maar ontwikkelt zich in de loop der jaren tot koopman. Totdat Louis in 1900 op tienjarige leeftijd zijn vader verliest. Enkele jaren daarna trekt het gezin Schollaert in bij de nieuwe echtgenoot van moeder Anna Beckman. Louis groeit op in de Mariastraat, waar hij samen met twee broers en een stiefbroer een Tilburgse jeugd beleeft. Zijn Belgische wortels raken steeds verder uit zicht.’
Het voetballen begint voor Louis Schollaert bij Prins Hendrik, vervolgens gaat hij over naar Excelsior. Dat zijn twee parochieclubjes zoals er steeds meer ontstaan in Tilburg. Op aandringen van Willem II-voorzitter Pius Arts meldt Louis Schollaert zich in 1904 als veertienjarige aan bij Willem II. Hij speelt op de linkshalfpositie, maar kan ook op rechts en voorin uit de voeten. Hij onderscheidt zich met zijn traptechniek en atletisch vermogen en groeit uit tot publiekslieveling.
UIT ORANJE GESCHRAPT
Schollaert doet het zo goed dat hij meerdere malen in het Nederlands Zuidelijk elftal speelt en in juli 1919 zelfs wordt geselecteerd voor Oranje. In augustus van dat jaar speelt Oranje de eerste twee uitwedstrijden sinds de Eerste Wereldoorlog, tegen Zweden en Denemarken. Op 17 november 1918 heeft Schollaert indruk gemaakt tijdens een wedstrijd van de Rest van Nederland, met ook Harrie van Gerwen van Willem II, tegen het Rotterdams Elftal. Bij het controleren van de paspoorten, een maand voor de trip naar Scandinavië, ontdekt de NVB dat Schollaert nog altijd de Belgische nationaliteit heeft. Zo gaat er voor hem een streep door Oranje. Een invitatie uit België blijft ook uit.
‘Naar wij vernemen heeft de Nederlandsche elftalcommissie den heer Louis Schollaert medegedeeld dat deze niet deel uit kan maken van het Nederlandsche elftal omrede dat de heer Schollaert van Belgische Nationaliteit is. Bij nadere informatie is ons gebleken dat dit juist is. De heer Schollaert is ongeveer 20 jaren geleden uit België in ons land gekomen en is sindsdien tijd niet geneutraliseerd en dus Belg gebleven. De Nederlandsche voetbalbond heeft besloten dat alléén Nederlandsche spelers in het elftal kunnen gekozen worden. Werkelijk een tegenvaller voor onze sympathieke sportman Louis’, schrijft de Nieuwe Tilburgsche Courant op 12 juli 1919. Dat overkomt Schollaert een jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog waarin hij als Belgische ingezetene opgeroepen is voor mobilisatie tussen Nederlandse militairen in Rotterdam.
HULDIGINGEN
Tot medio 1927 is Louis Schollaert niet weg te denken uit het eerste elftal van Willem II. Diverse keren wordt hij gehuldigd voor het bereiken van wéér een mijlpaal in het gespeelde aantal wedstrijden. Voor het laatst gebeurt dat in 1927, dan omdat hij 500 keer voor Willem II zou zijn uitgekomen. Hoeveel wedstrijden in de twee jaren tot 1910 zijn meegeteld is onduidelijk. Vanaf het seizoen 1910-1911 komt Schollaert uit op 284 wedstrijden in competitie en nationaal bekertoernooi.
Na zijn afscheid, na 19 seizoenen, speelt Louis Schollaert nog enkele jaren elders in Tilburg op een lager niveau. Een bekendheid blijft hij als goudsmid. Hij produceert bekers en medailles voor sportwedstrijden, die ook regelmatig te zien zijn in de etalage van zijn winkel in goud een zilver. Op 18 mei 1954 overlijdt Louis Schollaert in Tilburg. Hij is 63 jaar geworden.
Het boek ‘Willem II 125 jaar – een beeld van een club’ is uitgegeven door Kick Uitgevers. Het boek telt 504 pagina’s’, 800 foto’s en alle opstellingen en doelpuntenmakers vanaf 1910. Auteurs zijn Henk Mees, Frans van den Nieuwenhof en Matty Verkamman. De prijs bedraagt 39,95 euro. Het boek is verkrijgbaar via www.kickuitgevers.com of in de boekhandel.