Vanmorgen zie ik dat er op mijn valiesje een sticker kleeft van Krasnodar. Alsof men mij wil overtuigen dat alles echt is, dat ik daar echt ben geweest, dat het geen nare droom was.
Ons vliegtuig had om 19 u 40 moeten landen in Rostov, maar om middernacht staan we bedremmeld aan de bagageband van de luchthaven van Krasnodar te wachten. Geen mens die een idee heeft wat er gaat gebeuren. Geen mens die informatie geeft. Geen Rus die Engels spreekt.
We zien een groep Belgische supporters, met de alomtegenwoordige Ludo Rollenbergh, die twee uur in het vliegtuig zaten te wachten en samen met ons ‘gelost’ werden. Ook zij dolen en dwalen door de luchthaven, die een WK onwaardig is. Nauwelijks groter dan Deurne Airport.
De bagageband begint te rollen en mijn zwart valiesje komt voorbij. Er zit niets anders op dan het mee te nemen en naar buiten te gaan. Via een doorgang die je alleen in een kelder verwacht, komen we in de vertrekhal terecht. Van UTair, waarmee we vliegen, horen we niets. Gelukkig wordt toch één dame gevonden die wat Engels kent. Zij heeft opgevangen dat er om 1u20 zou opgestegen kunnen worden.
Iets eten om de tijd door te brengen, want echte honger is er niet bij al deze miserie. Ik kan nog net een mailtje naar het mediakantoor van Fifa sturen met de vraag of twee Belgische collega’s alsnog een ticket voor de wedstrijd kunnen krijgen. Zij waren met de trein naar de match tegen Engeland in Kaliningrad gegaan en beschikten blijkbaar niet over transitpapieren om door Wit-Rusland te reizen. Vier uur zaten ze zelfs in de cel en daardoor misten ze de deadline om een wedstrijdticket aan te vragen.
We zitten, hangen, lopen rond, maar informatie blijft uit. Ongelooflijk hoe zoiets mogelijk is. Wie klaagt over toestanden op Zaventem raden we aan nooit naar Rusland te gaan. Het is ook verbijsterend vast te stellen dat ongeveer niemand hier Engels spreekt. Zelfs de airhostessen, vrouwen van rond de dertig, niet. Worden de Russen bewust lessen Engels onthouden om ze af te schermen van de goddeloze westerse media?
Blijkbaar zijn wij West-Europeanen een klein beetje genieën. Zowat iedereen kan op z’n minst zijn plan trekken in twee, zelfs drie talen. Gisteren hadden we ook al vastgesteld dat de Japanners letterlijk en figuurlijk op een eiland wonen. Er waren twee Japanse verslaggevers op de persconferentie van Mertens en Januzaj. Twee jonge jongens, die de komende tegenstander van Japan volgen. Ze hadden allebei een tolk bij om hun vragen te stellen.
Na eindeloos wachten, komt er dan toch goed nieuws. Om 2u25 taxiën we weer naar de landingsbaan voor een vlucht van 300 kilometer. Brussel-Parijs. Het toestel zit maar halfvol meer. Waar zijn onze medepassagiers naartoe? Twee vluchten voor de prijs van één. Wij zelfs in business. En nog zijn we niet tevreden.
Veertig minuten later landen we in Rostov. Eindelijk. Ik word licht euforisch, maar dat kan ook met slaaptekort te maken hebben.
Als we de aankomsthal binnenstappen, zien we iemand met een bordje dat heel bekend voorkomt. Nooit gedacht dat het logo van de voetbalbond me zo blij kon maken. Helaas, te mooi om waar te zijn, zo zal al snel blijken.
We worden hartelijk verwelkomd en stappen in het busje dat vaart zet richting hotel Marins. Ik begin zachtjes in te dommelen, want ik ben maar zes kilometer meer verwijderd van mijn nieuwe bed. De chauffeur krijgt echter een telefoontje en draait prompt terug. We rijden weer richting luchthaven.
Daar worden we als dieven in de nacht op straat gezet. Blijkbaar is het busje bedoeld voor de collega’s van de nachtvlucht. Waarom sta je dan met een bordje te zwaaien als wij drie kwartier voor het andere toestel landen?
We zijn met vijf en hebben twee taxi’s nodig. De chauffeurs proeven hun kans en vragen bedragen die we in geen geval willen betalen. Er wordt een deal gemaakt en we zetten voor de tweede keer koers richting hotel Marins.
Het is al klaarlicht en dat geldt ook al snel voor ons. We houden ons vast aan onze bretellen, want onze taxichauffeur weegt minstens 120 kilo en gebruikt die ten volle om op het gaspedaal te duwen.
Het lijkt alsof hij en zijn collega een straatrace organiseren. We willen graag snel in bed, maar nu ook weer zo snel niet. Mijn collega brult dat het genoeg is en dat lijkt het Michelin-mannetje zowaar te begrijpen. Al snel merken we dat trager rijden hem niet goed bekomt. Hij lijkt in slaap te vallen, maar is zo verstandig om zijn raampje open te draaien. Niet zo best voor mijn verkoudheid, maar het alternatief bevalt me helemaal niet.
Het is vijf voor vijf ( vijf uur na vijf voor twaalf) als ik hotel Marins binnenstap. We hebben veertien uur geleden de persconferentie in Dedovsk verlaten om 1100 kilometer te vliegen. Met de auto waren we er wellicht sneller geweest. Zeker met onze zwaarwichtige taxichauffeur.
Het wordt hoe dan ook een korte nacht, want om 12 uur moeten we uitchecken. In Marins zijn op Matchday -1 te weinig kamers beschikbaar en ik verhuis naar hotel Europa. Ik besluit de persconferentie van Martinez en Hazard te laten vallen. Ik kan de teneur al raden: verliezen tegen Japan is geen optie, dan is het WK mislukt en valt het woord crisis. Niet helemaal onlogisch, want Japan staat maar zo’n vijf plaatsen hoger op de Fifa Ranking dan Panama. De bravere jongens zullen hengelen naar nieuws rond Kompany en Vermaelen. Gaan zij spelen?
Ik maak me op voor een middagdutje en bedenk nog net: had ik maar naar mijn vader geluisterd en een vak geleerd.
3 reacties
Pingback: สล็อตวอเลท
Pingback: เครื่องสแกนนิ้ว
Pingback: sex loạn luân