vrijdag, maart 29

Democratie volgens de topclubs

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Gedegouteerd. Het meest gehoorde woord de voorbije week in het voetbalmilieu. Op een moment dat zowat alle clubs het water tot aan de lippen staat, zou je verwachten dat de Pro League probeert zo veel mogelijk leden een reddingsboei toe te gooien. Zo zitten de heren Louwagie, Venanzi, Bayat en Croonen echter niet in elkaar. Zij waren nog altijd alleen met zichzelf bezig en bedachten een heel eigen vorm van democratie: wie met ons meestemt, krijgt geld; de anderen de roe. Schaamteloos.

Met als resultaat dat er ons profvoetbal een zak rechtszaken boven het hoofd hangt. Het is immers overduidelijk dat wat voorgesteld is, in strijd is met de wet. Bovendien is de kans groot dat de heren zichzelf behoorlijk in de eigen voet schoten. Op een moment dat de politiek van plan is de fiscale voordelen voor de profclubs af te schaffen, bewijs je dat solidariteit een onbekend begrip is en brokkelt de laatste weerstand af. Heel dom, als je weet dat het vooral de grote clubs zijn die al vele jaren het meeste belastinggeld toegeschoven krijgen.

Een week geleden leek een eerste klasse met achttien clubs in de maak. Het zou veel problemen opgelost hebben. Al bleef 1B een moeilijke zaak met slechts zeven clubs die overbleven. Ik stelde hier toen voor om de reeks aan te vullen met de U23 van de vijf clubs die Europees voetbal afdwongen. In ruil zouden zij een deel van hun Europese inkomsten in een solidariteitsfonds stoppen.

Zelden lokte een stuk op deze website zoveel reacties uit. Een oplossing voor één seizoen, stelde ik voor. Nadien was er ruim de tijd om na te denken hoe het verder moest. Er zijn immers ook negatieve aspecten aan het aantreden van jeugdelftallen in het profvoetbal, ook al bestaat het in Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal en Nederland. Het zou echter vooral een interessant experiment geweest zijn en ik las met genoegen dat Marc Degryse dat vrijdag in HLN ook vond.

Laat me echter duidelijk zijn: ik ben ondanks mijn twijfels een grote voorstander van zo’n format. Het is een voorstel uit Eeuwige Amateurs (1995). Collega Henk Mees maakte gisteren op DWD een balans op van de belofteteams in de Keuken Kampioen Competitie. Zowat de helft van de huidige selectie van Oranje passeerde in de tweede klasse. Als dat geen winst zou zijn voor ons voetbal.

Commercieel niet interessant, hoorde ik. Denk je echt dat Deinze-Jong Club Brugge minder volk zou lokken dan Deinze-Seraing? Of Union-Jong Anderlecht (hoewel nog niet volgend seizoen vanwege niet-Europees) dan Union-Lommel? Of Seraing-Jong Standard?

Gevaar voor competitievervalsing, klonk het ook. Ja, zo’n jeugdelftallen zijn niet alle weken even sterk. De grootste talenten worden soms opgetrommeld voor het eerste elftal. Maar waarom vinden we het geen competitievervalsing als een ploeg in 1A aan de vooravond van een Europese topper met een veredeld B-elftal aantreedt? Of als er midden in het seizoen transfers gebeuren? We hadden toch ook mogen verwachten dat de topclubs die de kans kregen hun talenten te laten proeven van echt profvoetbal zo slim zouden zijn om het spel zo eerlijk mogelijk te spelen?

Alles blijft nu min of meer bij het oude. Al worden de play-offs afgeslankt. Play-off 1 gaat van zes naar vier ploegen. Volledig overbodig als een team er, zoals Club dit seizoen, echt bovenuit steekt. Zelfs met de schandelijke halvering van de punten. Er vallen immers slechts achttien punten meer te verdienen. Benieuwd ook of AA Gent, Standard en Racing Genk nog zo’n voorstander zullen zijn als ze niet bij de top-vier eindigen? Half april is voor de helft van de clubs het seizoen hoe dan ook alweer voorbij. Maar dat zijn clubs die de ‘groten’ niet interesseren. Ze vergeten dat elke club ooit een terugval kent.

Door de degradatie van Waasland-Beveren en het feit dat slechts één club promoveert, telt 1B weer acht teams. Positief is dat de helft van die clubs niet acht keer tegen elkaar hoeven te spelen en dat de ploeg met de meeste punten promoveert, maar met slechts 28 speelrondes zal het seizoen voor iedereen heel kort zijn.

Hoe dan ook, op termijn moet een betere oplossing voor tweede klasse worden bedacht. Tweede klasse is de barometer van het voetbal. En het idee om het af te schaffen en één reeks met profclubs over te houden, is van de pot gerukt. Is er één deftig voetballand waar degradatie uit de topklasse gelijk staat met een verwijzing naar de amateurs? Eerste Amateurs zou niet meer het kerkhof zijn, zoals 1B nu, maar de hel.

Ja, maar in Amerika … heette het, niet gehinderd door veel kennis van zaken. Ja, de Amerikaanse profsporten hebben een aantal belangrijke pluspunten, zoals bijvoorbeeld:

-een salary cap, waardoor de totale loonmassa van een club onder een bepaald bedrag moet blijven en de clubs veel meer aan elkaar gewaagd zijn

-een gelijkmatige verdeling van de tv-rechten

-in het American football krijgt de bezoekende club 17 % van de recette, om clubs uit een kleinere stad extra inkomsten te geven

-de club die laatst eindigt, mag als eerste kiezen uit de jonge talenten die uit de college sporten komen.

Maar meteen zijn we ook bij een aantal toestanden die voor ons onaanvaardbaar zijn:

-de club kiest een jonge speler, die zelfs niets in de pap te brokkelen heeft

-clubs (franchises) verhuizen geregeld van het ene seizoen op het andere van de ene kant van het land naar het andere (bijvoorbeeld: de LA Dodgers waren vroeger de Brooklyn Dodgers, de Oakland Raiders verhuizen dit seizoen naar Las Vegas)

-en bovenal: de Amerikaanse profsporten hebben een gesloten competitie, dat wil zeggen dat je niet kan degraderen (maar nog altijd failliet gaan). Dat is wat de ECA van Andrea Agnelli wil. Een gesloten competitie voor de Europese topclubs: dat is toch het laatste wat we willen, mag ik hopen? Gelukkig wordt het nog altijd verboden door Uefa.

Het zal dus blijven zoeken worden naar een goede format voor 1A en vooral 1B. De enige goede oplossing lijkt het verlagen van de licentievoorwaarden voor 1B, waardoor ook semiprofploegen toegang krijgen. Het alternatief is dat Eerste Amateurs 1B wordt en alleen semiprofploegen telt. 

Laat mij tot slot nog eens mijn droomformule presenteren: een eerste klasse met tien ploegen (zoals in Oostenrijk en Zwitserland, die sindsdien met FC Basel, Young Boys Bern, Lask Linz en RB Salzburg Europees beter presteren dan onze clubs met play-offs). Vier keer tegen elkaar geeft 36 speeldagen, vier minder dan wij de voorbije tien jaar hadden.

Het is een formule met alle voordelen van Play-off 1 en zonder de nadelen: alleen topwedstrijden, meer ploegen mogen deelnemen, elke match is even belangrijk, de kalender kan bij de start van de competitie vastgelegd worden. Op de koop toe zou het niveau toenemen en onze clubs echt beter maken in Europa.

Tweede klasse zou dan uit 16 ploegen bestaan die een reguliere competitie afwerken. Ze zouden veel meer tv-geld krijgen en hun kansen om te promoveren aanzienlijk zien toenemen. De eerste twee zouden automatisch stijgen en de derde barragematchen spelen tegen de nummer acht van eerste klasse.

In tweede klasse zou er gemakkelijk door een half dozijn clubs tot diep in het seizoen om promotie gestreden worden (een garantie voor volle stadions) en in eerste klasse zou het echt spannend worden. Neem dit seizoen waar KV Mechelen, Racing Genk en Anderlecht op de laatste speeldag hadden moesten uitmaken wie naar PO 1 mocht. Het zou dan echt om iets gegaan zijn: de nummer acht zou immers barragematchen voor het behoud moeten spelen.

Een slechte zaak voor de kleine clubs? Toch niet, tenzij er slecht gepresteerd wordt over een periode van bijvoorbeeld tien jaar. Elke kleinere club die modaal presteert, zou vijf seizoenen in eerste klasse spelen en dus tien keer tegen de topclubs mogen aantreden. 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.