donderdag, mei 2

De Twee Wijzen: Ik hou van Italië als vakantieland, ik hou van Italiaans eten. Het Italiaans voetbal is echter niet zo mijn ding.

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Frank (tegen de stelling): Vraag tien kenners naar vijf landen die ‘bagger’voetbal tentoonspreiden en op geen enkel lijstje zal Italië prijken. Dat Inter en AC Milan het dit jaar in de Champions League verder hebben geschopt dan Napoli blijft eeuwig zonde. Criticasters

van het land zijn de oorwassing van Ajax vergeten en wijzen nu vooral naar het gedrag en het bijbehorende voetbal van de Roma-trainer en stuk voetschimmel Mourinho. De Europa League-finale tegen Sevilla was ook weer een eindeloze verzoeking, taaier dan Ulysses van James Joyce. Dit heeft echter niets met Italiaans voetbal te maken, want de Portugese coach dicteerde deze afbraakspeelwijze ook bij Chelsea, Manchester United en iedere andere club waar hij onder contract stond.

Italianen staan bekend om hun verdedigende kwaliteiten, vaak onder aanvoering van gewaarmerkte sloopkogels als Chiellini, Bonucci en Matarazzi. Het catenaccio is nog altijd onlosmakelijk met de Azzurri verbonden, maar vergeet niet dat het land minstens zoveel

geweldige aanvallers heeft voortgebracht: Totti, Donadoni en Rossi. Die laatste zorgde er eigenvoetig voor dat het land in 1982 met de hoogste mondiale eer ging strijken.

Spelers die bij mij nog meer tot de verbeelding spreken dateren van een paar

generaties ervoor: Sandro Mazzola, Gianni Rivera en Roberto Boninsegna, namen die nog altijd klinken als een klok. Zij maakten deel uit van het legendarische elftal dat in 1970 de wedstrijd van de eeuw speelde tegen het Brazilië van Pelé en Jairzinho. Bewegende beelden van deze spelers waren zeldzaam, maar de verhalen en vergeelde foto’s in stuk gebladerde 1-0’s staan nog helder voor de geest.

Voetbalplaatjes werden gekoesterd als relikwieën. Het Nederlandse voetbal bevond zich in het stenen tijdperk en had op internationaal vlak nog geen deuk in een pakje boter geschoten. Brazilië en Italië, dat was pas voetbal van een andere planeet. Duitsers konden ermee door, maar daar hadden we een bloedhekel aan, in Engeland zagen de spelers eruit als rugbyers en gingen ook als zodanig te keer, de Belgen deden het op velden waar zelfs de terreinknecht van Walburgia niet dood gevonden wilde worden. Frankrijk was een

toevluchtsoord voor onze afdankertjes, Spanje en Portugal gingen gebukt onder een misdadige dictatuur en daar hoorden we weinig van. Van Portugal was bekend dat zij hun Europacupwedstrijden in het holst van de nacht afwerkten en dat daar een ‘zwarte parel’ rondliep.

Italianen: die waren hun tijd pas ver vooruit en zeker niet alleen op sportief vlak: denk aan hun wegen, badhuizen, de kalender, kunst & architectuur, schoenen, heerlijke koffie, maffiapraktijken, grensoverschrijdend gedrag, gelato … te veel om op te noemen. Zij bezorgden zelfs al maaltijden thuis in een tijd dat de huidige Thuisbezorgd-miljonair nog geconcipieerd moest worden. ‘Pizzabrommer’ was het eerste woordje van Buk Jr, ‘papa’

en ‘mama’ volgden pas veel later. Het racisme-vraagstuk wisten de Italianen al in een vroeg stadium te tackelen door beide kleuren vreedzaam naast elkaar in een potje te stoppen. Dus ook al verliezen ze drie finales … van deze jongen geen onvertogen woord over dit prachtige land aan de Middellandse Zee.

Liefde die dus dateert uit de prille jeugdjaren en destijds in alle opzichten werd bevestigd toen ik voor het eerst echte Italianen in vlees & bloed tegenkwam. En dan hebben we het natuurlijk over niemand minder dan de RIOS-iconen Arno en Francesco Catta. Mio Dio, was ik even jaloers op de techniek van de ene en de naam van de andere.

 

Peter (vóór de stelling): Voor deze stelling ben ik te rade gegaan bij de meester zelf. In de MatchBoox-uitgave over Johan Cruijff staat diens alom bekende uitspraak:

‘Italianen kunnen niet van je winnen, maar je kan wel van ze verliezen’

Deze uitspraak typeert de speelstijl van Italiaanse teams door de jaren. In Nederland moeten we niets hebben van hun verdedigende spel. Toch is er een korte periode geweest waarin we helemaal weg waren van een Italiaanse club.

Italië is een prachtig vakantieland en dat heeft naast de natuur ook te maken met de mensen. De Italianen zijn trots op hun land, hetgeen blijkt hoe bij interlands vol passie meegezongen wordt met het Fratelli d’Italia. Italianen kunnen druktemakers zijn, maar daarnaast zijn het ook genieters. ’s Morgens starten met een cappuccino bij het ontbijt

en de dag afsluiten met een lekker wijntje en uitzicht op de zee of een meer. Ze kijken raar op als Nederlanders de cappuccino ’s avonds drinken en bij het diner een pizza Hawaï bestellen. Blijkbaar weten we weinig van de Italiaanse eetcultuur en misschien geldt

dat ook wel voor de voetbalcultuur.

De successen van de Italiaanse clubs in de Europese toernooien begonnen met Inter en AC Milan in de jaren zestig. Het voetbal was niet erg attractief. Dat veranderde toen eind jaren tachtig Gullit, Rijkaard en Van Basten bij AC Milan gingen voetballen. Maar het waren

niet alleen de Nederlanders die voor mooi voetbal zorgden. Trainer Sacchi liet het team veel aanvallender spelen dan wat in Italië gebruikelijk was. Ook beschikte hij naast de drie Nederlanders over geweldige Italiaanse spelers zoals Baresi, Maldini en Ancelotti. AC

Milan was ‘hot’ in Nederland. Toen we in ons dorp startten met een zaalvoetbalclub en een tenue gekozen moest worden, werd unaniem voor het tenue van Milan gekozen. Een goede keuze, want ons eerste team werd meermaals kampioen. Op zondag verheugde ik me meer op de samenvatting van de wedstrijd van AC Milan dan op de wedstrijden uit de Eredivisie. Naast het Ajax van Cruijff en het Barcelona van Messi behoort het AC Milan met de drie Nederlanders tot mijn top drie van mooist voetballende clubteams ooit.

Helaas, de successen van AC Milan waren in de jaren die volgden geen voorbeeld voor andere Italiaanse clubs. Men bleef volharden in het verdedigende spel. Net zoals dit seizoen leidde dat er evengoed toe dat Italiaanse clubs succesvol waren in de Europese toernooien. Vaak met baggervoetbal, maar weer had Johan gelijk:

‘Als Italianen één kans krijgen, maken ze er twee’

Het Italiaanse voetbal was dus al niet mooi om naar te kijken, maar met Mourinho als coach van AS Roma werd het dieptepunt bereikt. Schwalbes, constant mekkeren op de scheidsrechter en theatraal gedrag. Het is zonde om met spelers als Dyballa en Spinazzola in je team zo te voetballen. Gelukkig zorgde Sevilla ervoor dat Mourinho al scheldend en tierend naar huis kon. Het blijft een speciaal mannetje!

 

 

Share.

About Author

Peter Verkooijen Panellid rubriek ‘De Twee Wijzen’ in de Pingelieër, het digizine van RIOS ’31. Voetballiefhebber met een onbevangen kijk op zaken die in de voetbalwereld spelen. Frank Bukkems was als speler actief bij RIOS31, voormalig landskampioen waar hij part noch deel aan had en stortte zich daarna in Den Haag met evenveel succes op tal van andere carrières. Hij maakt sinds 2001 deel uit van dit tweekoppige panel waar hij ongehinderd door enige kennis van zaken reageert op stellingen die direct of zijdelings met de voetbalactualiteit te maken hebben.

Leave A Reply