woensdag, november 20

De sjoemelfinale van Istanbul

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Zaterdagavond krijgt Istanbul voor de tweede keer de meest prestigieuze wedstrijd van het seizoen. In 2005 zorgden AC Milan en Liverpool voor een van de meest sensationele Champions League-finales ooit. Dit jaar staat een min of meer gelijkaardige eindstrijd op het programma: Inter, de stadsgenoot van Milan, tegen City uit Manchester, een stad op veertig kilometer van Liverpool.

Achttien jaar terug werd vooraf over een droomfinale gesproken. Dat is dit keer geenszins het geval. Zeker niet voor Uefa. De Europese voetbalbond wilde eigenlijk geen van beide teams voor de Beker met de Grote Oren zien strijden. Inter staat onder curatele van Uefa, nadat het in de drie voorbije seizoenen een verlies leed van een half miljard euro. City werd in 2020 door Uefa uit het Europese bekervoetbal geknikkerd vanwege financiële malversaties, maar werd door het Sporttribunaal in Lausanne heropgevist. Intussen kwam de Premier League aandraven met 115 klachten over financieel gesjoemel door de Citizens.

De 50ste finale van wat oorspronkelijk de Europese beker voor Landskampioenen heette, was een voetbalfeest zonder weerga. Het was de eerste grote finale in het splinternieuwe Atatürk Stadion, dat toen nog in the middle of nowhere lag. Aan de rust zaten we als journalisten te vloeken op het onevenwichtige duel. Ons verslag was zo goed als klaar. Het veel sterkere Milan met Maldini, Pirlo, Nesta, Kaka, Sjevjtsenko, Cafu, Seedorf en Stam was een klasse beter en leidde met 3-0, nadat Paolo Maldini al in de eerste minuut de score had geopend.

In de tweede helft waanden we ons echter in de wondere wereld van de Grote Bazar van Istanbul. In zes minuten tijd werkten de Reds de achterstand weg (3-3). Liverpool-doelman Dudek eiste nadien in de strafschoppenserie een hoofdrol op, waardoor Liverpool – twintig jaar na het Heizeldrama – voor de vijfde keer de belangrijkste clubtrofee won. Atatürk zong tot ieders verbazing ‘You’ll never walk alone’.

Treble

Achttien finales later ziet het voetbal er helemaal anders uit. Het Italiaanse voetbal is van zijn sokkel gevallen. De Squadra Azzurra is dan wel regerend Europees kampioen, maar ontbrak deze winter op de WK-afspraak. Alle kenners beamen dat het calcio geen Europese topteams meer telt. Op kersvers kampioen Napoli misschien na. En toch, na AS Roma en Fiorentina staat met Inter al de derde Italiaanse ploeg dit seizoen in een Europese finale.

Twee keer ging het al mis en een overwinning van de Nerazzurri van Romelu Lukaku wordt zo goed als onmogelijk geacht. Tegenstander is immers Manchester City, de ploeg van Kevin De Bruyne en Erling Haaland, dat al de double won in Engeland en voor een historische treble gaat.

De Citizens zouden daarmee de prestatie evenaren van de stadsgenoten van United in 1999. Vorige week slaagden de Red Devils er in de Cup Final niet in dat plan te dwarsbomen. In Istanbul is het aan Matteo Darmian, Romelu Lukaku, Henrikh Mkhitaryan, drie ex-spelers van Man U die er maar al te vaak op de bank zaten, om de triomftocht van Pep Guardiola en zijn jongens af te breken.

City is dan ook superfavoriet tegen Inter en staat op het punt een van de grootste prestaties te leveren uit de Engelse voetbalgeschiedenis. En toch, zo vraagt The Telegraph zich af, waarom heerst er – behalve bij de die hard-fans – vooral onverschilligheid? Als een van de redenen schuift de krant het feit naar voor dat de zegemars van het blauwe deel van Manchester geen moment in gevaar kwam in het toernooi. RB Leipzig werd verpulverd (7-0), grootmachten als Bayern München en Real Madrid met een bulldozer opzijgeschoven. Indrukwekkend allemaal, maar je kijkt er niet van op, het blijft niet in je geheugen hangen.

De dominantie van Man City is ongezien in het moderne voetbal. En dan komen we bij de hoofdreden voor het feit dat de voetbalwereld vrij lauw blijft bij wat misschien wel het best voetballende team aller tijden is: de eerdere veroordeling door Uefa en de 115 klachten van de Premier League. ‘In theorie kan de Engelse landskampioen bestraft worden met puntenaftrek, degradatie en afgenomen titels’, schrijft Voetbal International deze week.

City staat aan de top dankzij het geld (anderhalf miljard euro, zo wordt geschat) van wat het Nederlandse weekblad de ‘sjoemelsjeik’ (sjeik Mansour) noemt. De club heeft al eens een boete van 20 miljoen euro moeten betalen aan de Uefa, maar doet gewoon verder. De Citizens zijn simpelweg de grootste valsspelers uit de voetbalgeschiedenis, maar voelen zich onaantastbaar. Zij kunnen immers de allerbeste advocaten betalen.

Het klopt dat andere clubs (bijvoorbeeld Man United en Chelsea) de voorbije jaren ongeveer evenveel geld hebben uitgegeven aan transfers als City. Het grote verschil is echter dat deze clubs dat deden volgens de regels en zonder sponsorinkomsten (van bedrijven van het regime in Abu Dhabi) die niet marktconform waren.

Hoe dan ook, de sterke resultaten van de club zijn het resultaat van het knappe sportieve beleid van de club. En dat betreft niet alleen coach Pep Guardiola, maar ook het technisch hart van de club: chief executive Ferran Soriano en directeur voetbalzaken Txiki Begiristain. Allemaal Catalanen dus met een verleden bij FC Barcelona. Zij haalden vaak spelers binnen die nog niet helemaal ontloken waren en nog geen fortuin kostten. Het verschil met andere clubs is echter dat zij wat dat betreft grotere risico’s kunnen nemen dan de concurrentie. Als een transfer mislukt, ligt er meteen weer 50 miljoen of meer klaar om iets anders te proberen.

De druk ligt straks bij City, dat al eens een finale in Europacup I verloor. In de vorige rondes was dat echter geen enkel probleem. Als City wint, kunnen we stilaan concluderen dat het voetbal zijn onvoorspelbaarheid – zijn grootste troef – definitief verloren heeft. Met dank aan de sjoemelsjeik.

PS: als u alles wil weten over de finales van de Champions League kan u (onder andere via deze site) het boek van Raf Willems kopen over de geschiedenis van de Beker met de Grote Oren

 

 

 

 

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply