We zijn nog maar vier speeldagen ver en het is weer van dattum. De scheidsrechters zijn de pestlijders van ons Belgisch voetbal. De uitvallen van Sven Kums in de openingsmatch op de eerste speeldag leken nog aan de warmte te wijten. Volgens hem lag het gelijkspel van Gent op Standard Luik meer aan scheidsrechter Visser dan aan het scorend (on)vermogen van de Gantoisespelers. Links en rechts klonken er nog wat afwijkende geluiden over slecht functionerende scheidsrechters die alweer alle zonden Israëls over zich heen kregen. Hier en daar las ik zelfs dat het niveau van de Belgische scheidsrechters van bedenkelijk laag en zelfs ondermaats niveau is. Alsof het niveau van het nationale voetbal zelf wereldkwaliteit is. We hoeven alleen maar naar de eerste helft van Anderlecht tegen het Estse Paide te verwijzen om dat in perspectief te plaatsen.
En de Belgische voetbalbond doet er dan nog eens aardig aan mee om zijn eigen scheidsrechters GEEN hart onder de riem te steken. Het begon al een tijdje geleden met de totaal foute keuze van de Engelsman David Elleray als technisch directeur van ons scheidsrechterskorps, de Professional Refereeing Board. Na zijn vertrek, zogezegd omwille van een verhuis naar Zuid-Afrika, maar wel degelijk om extrasportieve redenen, acht je de tijd gekomen om toch in eigen rangen te zoeken, aangezien Elleray geen duidelijke resultaten kon voorleggen. Maar neen, dat is niet gebeurd. Opnieuw ging men over de grenzen kijken en vanaf 1 september volgt de voormalige Duitse scheidsrechter en pianist Herbert Fandel de uitgeweken Engelsman op. Een teken van bloedarmoede binnen ons korps? Of gewoon een gebrek aan vertrouwen in eigen kunde? Nu ja, ook Roberto Martinez zit in die scheidsrechterscommissie en hij is tot op heden nooit op de vingers getikt voor zijn belachelijke reactie op een vermoedelijk buitenspel in de interland Wales-België. Hoe kan een Belgisch scheidsrechter zich nu op zijn gemak voelen als zelfs een van de bazen de beginselen van buitenspel niet eens onder de knie heeft?
Maar dit weekend werd het al helemaal belachelijk in de wedstrijd STVV-Anderlecht. Christian Brüls, de Ostbelgier in de ploeg van STVV en niet onmiddellijk een schopper, schoffelt Yari Verschaeren onderuit. Hij krijgt hiervoor van Nicolas Delforge na contact met de VAR alleen maar geel. Rood was hier op zijn plaats geweest, ook al lees je ook hierover alle mogelijke meningen. Je kunt erover discussiëren. Waar je echter niet kunt over in discussie gaan is het commentaar van Brüls zelf. Eigenlijk is die zelfs hallucinant. Lachend staat hij de journalist te woord en zegt: “De frustratie zit er soms in. Als dit misschien rood is, dan weet ik niet wat andere spelers moeten krijgen voor sommige fouten. Ik ging gewoon wat harder door, omdat Verschaeren soms moet voelen dat er nog een tegenstander op het veld staat. Ik had sowieso niet de intentie om hem te blesseren en raakte hem zelfs met de knie, niet met mijn been. Die scheids deed wel belachelijke dingen, misschien moest hij een beetje opvallen”.
Er is nu eens werkelijk niets, maar dan ook niks juist aan die reactie. Het gaat niet op om je eigen fout te vergoelijken door aan andere fouten te refereren. En je hoeft niet harder door te gaan om te tonen dat je ook op een veld staat, want als je dat blijft doortrekken is het einde zoek en beland je in een vulgaire schoppartij. En het zou tenslotte er nog aan ontbreken dat je de bedoeling zou hebben om je tegenstander te kwetsen. Als je al gefrustreerd bent, probeer dan om beter, zuiverder, geconcentreerder te voetballen. Maar het is vooral de uitspraak van Brüls over de scheidsrechter die er echt over is. Waar en wanneer was de scheidsrechter belachelijk en probeerde hij op te vallen. Wat Brüls over de scheids zegt is enkel en alleen van toepassing op hemzelf. Es tut mir leid, Christian.
Jammer genoeg is dit weer een element in het brandmerken van de scheidsrechters als kop van Jut voor de slechte prestaties van de eigen ploeg. Tot nader order win je nog altijd een wedstrijd door minstens één keer meer te scoren dan de tegenstander en niet door de scheidsrechter door de mangel te halen. Hij haalt daarmee uit naar Verschaeren en naar de scheidsrechter en spreekt zichzelf vrij.
Bijna nog hallucinanter was de reactie van de journalist van Eleven Sports. In plaats van Brüls van antwoord te dienen en hem op zijn verantwoordelijkheid te wijzen zei hij gewoon: “Maar gelukkig is de scheidsrechter niet ingegaan op de suggestie van de VAR en heeft hij het gehouden – voor jou dan – bij geel”. Met de kwalificatie “gelukkig” doet hij afbreuk aan journalistieke objectiviteit en gaat hij kritiekloos helemaal mee in de zienswijze van Brüls.
Je mag er zeker van zijn dat Brüls er in Engeland niet zo makkelijk zou vanaf komen en dat hij een disciplinaire straf zou mogen verwachten. Daarom doe ik nog eens een oproep hier om de scheidsrechter en zijn beslissingen te respecteren. Kritiek mag er zijn, uiteraard, want ook de refs maken fouten, maar leg die kritiek altijd even in de weegschaal met de prestatie(s) van je eigen ploeg. En misschien komen we dan tot een evenwichtigere kijk op ons nationaal voetbal, zonder dat we de man in het zwart (alhoewel, haast nooit meer in het zwart) met pek en veren moeten besmeuren. Ziektes zoals de pest moeten we met de juiste medicatie bestrijden.