Vanwege zijn ligging aan de oever van de Manzanares-rivier was deze heksenketel vrij uniek. Inmiddels is het stadion helaas afgebroken en verhuisde Atlético naar een nieuw onderkomen, helemaal aan het andere eind van de stad. Daar ontvangen ze dit weekedn Real Madrid.
2 oktober 1966. Atlético Madrid–Valencia. Het is de eerste wedstrijd van de ‘rojiblancos’ in het nieuwe Manzanaresstadion, aan de boorden van de gelijknamige rivier. Luis Aragonés, Paquito en hun ploegmaats behalen een verdienstelijk 1-1 gelijkspel tegen het hoger gequoteerde Valencia. Het stadion is dan wel officieel ingespeeld, maar lang nog niet afgewerkt. Er staan slechts drie tribunes in U-vorm en met open mond in de richting van de rivier, waar het verkeer over de M30 de stad in en uit raast. Zes jaar zou het nog duren vooraleer het stadion helemaal omsloten was.
Een onwaarschijnlijk kunststukje
23 mei 1972. Onder het toeziend oog van ‘el Généralisimo’ Francisco Franco wordt het stadion nu ook officieel ingehuldigd. Vanuit zijn ereloge ziet de dictator hoe Spanje met 2-0 wint van Uruguay, dankzij doelpunten van Oscar Valdez en José Eulegio Gárate. De gapende opening aan de kant van de rivier is nu opgevuld door een indrukwekkende dubbeldektribune met 18.550 zitplaatsen.
Dit is het eerste stadion in Europa met uitsluitend zitplaatsen (62.000). Het bouwwerk is een onwaarschijnlijk kunstukje, want de ligging zo dicht tegen de M30 en de oevers van de rivier bemoeilijkte de bouw aanzienlijk. De tribune werd helemaal over de autobaan gebouwd met de rug letterlijk op de rechteroever van de Manzanares.
Wanneer het vrachtverkeer onder het nieuwe bouwwerk door raast, davert het tot op de bovenste ring. De wind heeft er nog vrij spel, wat bij de zomerse temperaturen die middag in Madrid voor een welgekomen afkoeling zorgt. Pas met de installatie van twee grote reclameborden naar aanleiding van de Mundial in 1982, wanneer het stadion het decor vormt voor drie groepswedstrijden, krijgt de wind minder vrije toegang tot het stadion.
Volksclub
Naast Franco zit Vicente Calderón, de fiere voorzitter van Atlético. Voor hij voorzitter werd van Atlético was hij zowel lid van Atlético als van Real Madrid. In 1964, toen Atlético in financieel zwaar water zat en het ook sportief voor geen meter liep, werd hij tot voorzitter verkozen. Zijn eerste grote realisatie was de bouw van het nieuwe stadion dat al een jaar eerder (14 juli 1971) officieel naar hem werd genoemd. Calderón zou de volksclub naast financiële stabiliteit ook sportieve hoogtes bezorgen. Hij bouwde niet enkel een stadion maar ook een nieuw sterrenelftal dat onder zijn voorzitterschap vier titels en drie bekers won. Met als kers op de taart winst in het Wereldkampioenschap voor clubs in 1975 dat toen sportief hoger stond aangeschreven dan nu.
Calderón beef voorzitter van Atlético tot aan zijn dood op 24 maart 1987. Hij werd opgevolgd door de al even flamboyante als malafide bouwondernemer Jesus Gil y Gil.
Ongelikte beer
Onder zijn bewind wordt het stadion verder aangepast en de capaciteit teruggebracht naar 55.000 plaatsen. Op 4 maart 1992 maak ik kennis met deze sfeervolle betonnen kuip aan de rand van het water en ook met de ongelikte beer, Jesus Gil y Gil. Atlético neemt het in de heenwedstrijd van de kwartfinale van de Europabeker voor Bekerhouders op tegen Club Brugge. Terwijl mijn geluidsman op een nogal ongelukkig gekozen plaats in de gang zijn apparatuur afregelt, slaat plots een klapdeur open. Drie heren komen met forse tred onze richting uit. Niets en niemand ontziend banen ze zich een weg door de catacomben van het stadion. De geluidsman kan op het nippertje zijn apparatuur in veiligheid brengen. De doortocht van Gil en zijn lijfwachten is indrukwekkend, maar stijlloos. De man die met miljarden goochelt, een hoofdrol speelt in tal van bouwfraudedossiers en daarvoor ook een tijdlang achter de tralies belandt, is jarenlang het weinig benijdenswaardige uithangbord van de club die er nochtans om bekend staat een echte volksclub te zijn. Gil is al lang niet meer van het volk maar hij laat zijn publiek wel smullen van de talrijke vedetten die er de revue passeren.
Futre en Schuster
Van op mijn commentaarpositie in het midden van de hoofdtribune ben ik getuige van een zinderende pot voetbal. Het stadion vult zich langzaam en de gigantische rood witte strepen van de drie aan elkaar gebouwde tribunes verdwijnen gaandeweg onder de binnenstromende toeschouwers. Met 38.000 hebben de ‘colchoneros’ – de matrassenmakers, zoals de Atlético-sympathisanten worden genoemd – het stadion met z’n houten zitbanken ingepalmd. Calderón siddert en beeft, maar ontploft op het halfuur wanneer Bernd Schuster een vrijschop voorbij Verlinden in doel knalt. Nog geen minuut later legt Claude Verspaille het stadion meteen weer het zwijgen op. Een voorzet wordt van op rechts doorgekopt en Verspaille verlengt in doel. Door een goal van Luc Beyens gaat de Belgische bekerwinnaar zelfs met een 1-2 voorsprong de rust in.
Een verrassing van formaat lijkt in de maak. Na de pauze buigt Atlético de achterstand in minder dan kwartier echter om in een 3-2 voorsprong. Bij de 3-2 van de Portugese sterspeler Paulo Futre storten de fans achter het doel van Dany Verlinden zich op z’n Engels naar beneden. In de Manzanares klotst het water hoog tegen de oevers aan.
Ondanks de 3-2 zege overleven de matrassenmakers de kwartfinales niet. De mooiste jaren moeten dan nog komen. Zo wordt 1996 een absoluut topjaar, wanneer titel- en bekerwinst worden gevierd.
Simeone doet oude tijden op Calderón herleven
Vier jaar later degradeert Atlético naar de tweede klasse. “Dos años en el infierno”, (twee jaar in de hel) omschrijven de fans hun gekrenkte trots. Niemand die dan kan voorspellen dat Atlético na zijn terugkeer op het hoogste niveau opnieuw zou aanknopen met zijn status van weleer en het vuur aan de schenen zou leggen van stadsrivaal Real en het al even oppermachtige FC Barcelona. De oude tijden in het immer sfeervolle Vicente Calderón keren onder de Argentijnse coach Diego Simeone helemaal terug.
Woensdag 9 april 2014. Terugwedstrijd in de kwartfinale van de Champions League, Atlético Madrid –FC Barcelona. Vicente Calderon baadt in een heerlijke lentezon. De zitjes op de onderste ring waren nog nooit zo blauw, de rood-witte strepen op de bovenste ring zelden zo scherp afgetekend. Atlético mag dan als volksclub door het leven gaan, de tegenstelling met het aristocratische Real gaat niet altijd op. Het lidmaatschap bij Atlético was lange tijd duurder dan bij de Koninklijke, waar ze dubbel zoveel socio’s telden. Maar de ligging in een arbeidersdistrict met veel industrie bezorgt de club wel het etiket van volksclub.
Vandaag straalt Vicente Calderón autoriteit, grandeur en macht uit en maakt het zich op voor een nieuwe, zinderende avond. Na de winst in de Europa League in 2010 en 2012 is de ploeg nog in de running voor de allerhoogste trofee. Atlético verdedigt een 1-1 gelijkspel uit de heenwedstrijd tegen FC Barcelona, waar het op de laatste speeldag van La Liga zijn tiende landstitel uit de geschiedenis zou veroveren.
Vicente Calderón is tegen het uur van de aftrap volgelopen met 53.592 toeschouwers. Howard Webb, de nummer één onder de Europese referees, fluit de match op gang. Na amper vijf minuten veert het stadion op als Koke het enige doelpunt van de wedstrijd maakt. De thuisploeg treft nog drie keer het doelhout. Messi en co zijn die avond besluiteloos voor doel of stuiten op een superdoelman, Thibaut Courtois.
Terug naar de bron
Manzanares houdt zijn adem in maar Atlético houdt stand en kwalificeert zich voor het eerst in veertig jaar voor de halve finale van Europacup I. De ontlading is enorm. In de halve finale zal Chelsea zijn tanden stuk bijten op Atlético, dat enkele dagen na het behalen van de titel de finale zal spelen tegen Real.
De 4-1 nederlaag in de finale die pas helemaal op het einde van de verlengingen tot stand komt, blijft niet al te lang nazinderen. Atlético heeft zijn verloren gewaande status teruggewonnen en wordt zowel in La Liga als in Europa opnieuw een gevreesde tegenstander. En het Estadio Vicente Calderón een even gevreesde verplaatsing als in zijn vorige hoogdagen.
Maar helaas niet voor lang. Drie jaar later verhuist Atlético naar het Wanda Metropolitanostadion in het noorden van de stad. Terug naar de bron.