Weinig clubs kennen zo’n bijzondere geschiedenis, zo’n aparte identiteit als SC Heerenveen. Het is de trots van Friesland, de provincie met eigen tradities en een eigen taal, ook op Google Translate. Zo wordt bijvoorbeeld voor elke thuiswedstrijd van de voetbalclub het Friese volkslied gespeeld en massaal meegezongen. Het is ook een club die herkenbaar is aan illustere voornamen als Abe, Foppe en Riemer, iconen in de nu honderdjarige clubhistorie.
De sympathie voor Heerenveen houdt niet op bij de grenzen van Friesland. De club is nooit kampioen van Nederland geworden, maar de waardering strekt zich uit over het hele land. Deze maand werd uitvoerig stilgestaan bij het jubileum. In tal van programma’s op radio en tv kreeg het honderdjarig bestaan aandacht, en in menig geval kwam daarbij het lijvige jubileumboek volop aandacht, 672 pagina’s dik, vijf kilo zwaar. 100 Jaar SC Heerenveen, een imposante ‘stoeptegel’.
Over SC Heerenveen valt zoveel te vertellen dat het boek moeiteloos gevuld kon worden met kleurrijke verhalen, vanuit het amateur-tijdperk tot de Champions League. Langs een rode draad dribbelt Abe Lenstra door het boek. Ruud van Nistelrooij en Klaas-Jan Huntelaar hebben weliswaar hun eerste Eredivisie-doelpunten voor Heerenveen gemaakt, ze blijven in de schaduw van Abe Lenstra.
IDOOL ABE LENSTRA
Abe Lenstra (1920-1985) was het eerste grote publieksidool in het Nederlandse voetbal. Vier maanden na de oprichting van Heerenveen kwam hij ter wereld in Heerenveen. Zijn interlandcarrière reikte, met ‘slechts’ 47 interlands, van 1940 tot 1959. Pas toen Heerenveen na de invoering van betaald voetbal de zaken niet professioneel genoeg aanpakte, volgens Lenstra, koos hij in 1955 voor Sportclub Enschede, een voorganger van FC Twente. Eerder had Lenstra veel lucratievere aanbiedingen afgeslagen van AC Milan, Fiorentina, Nîmes, Toulouse, Lille, Roubaix, Nice, Bordeaux Arsenal, Huddersfield Town en Rot Weiss Essen.
Van zijn 47 interlands speelde Lenstra er 16 in de halfjaarlijkse derby tegen België. Als hij er niet bij was, lag dat meestal aan een conflict waarin Abe weer eens was verwikkeld. Trouw aan zijn volksaard als Fries ging Lenstra vaak koppig zijn eigen gang en hield hij vast aan eigen opvattingen. Met hem viel niet zomaar te sollen, van rechtsbuiten naar linksbuiten. In het aloude stopperspilsysteem voelde Abe zich op zijn best als binnenspeler, links of rechts, dat maakte hem niet uit. Maar hij pikte het niet als de keuzecommissie van de KNVB, verantwoordelijk voor de opstelling, zijn voorkeur negeerde.
NATIONALE BEKENDHEID
De sympathie van het voetbalpubliek voor hem ging nooit verloren. Lenstra was de eerste sporter die gekozen werd tot sporter van het jaar, twee jaar op rij, in 1951 en 1952. Een nationale Bekendheid. Een voorbeeld: Toen hij in 1948 autopech kreeg, bracht de politie hem naar het Feyenoord-stadion. Daar speelde het Nederlands elftal in een volle Kuip een oefenwedstrijd tegen Wolverhampton Wanderers, de nummer 5 van Engeland. De 60.000 toeschouwers hadden uitgekeken naar Abe. Op het moment dat Lenstra zeven minuten na de aftrap langs de lijn verscheen, leefde het publiek massaal op. ‘Abe, Abe’ galmde het. Linksbuiten Mick Clavan kreeg een seintje dat hij moest uitvallen waarna het idool bij elke touch van de bal de toeschouwers in vervoering bracht.
Een yell bleek daarmee geboren. Jarenlang nog klonk het door de stadions. Zelfs lang na zijn afscheid bleef ‘Abe, Abe’ schetteren in de stadions, als een protestkreet wanneer het met Oranje weer eens misliep op het veld.
Een officieel afscheid kreeg Lenstra nooit. Geruisloos verdween hij uit Oranje nadat op 38-jarige leeftijd zijn laatste interland gespeeld bleek. Op 4 september 1985 zou hij alsnog worden geëerd, vooraf aan de eerste én enige interland van Oranje ooit gespeeld in Heerenveen. Twee dagen voor de vriendschappelijke interland tegen Bulgarije werd Lenstra, 64 jaar, getroffen door een hersenbloeding, die fataal bleek. Het programmablad kreeg in allerijl een inlegvel met een In Memoriam. De wedstrijd begon met een indrukwekkende minuut stilte. Maar Abe raakte nooit in de vergetelheid.
VAN 1-5 NAAR 6-5 TEGEN AJAX
Heerenveen speelde destijds nog in het oude sportparkje waar het in de jaren veertig en vijftig grote triomfen had beleefd. Negen keer op rij werden de Friezen kampioen van het noorden, van 1941 tot 1950. Maar geen enkele keer lukte het Heerenveen om in de kampioenscompetitie met de andere regionale kampioenen de landstitel te grijpen. Een gedenkwaardig hoogtepunt in die reeks blijft de thuiswedstrijd in 1950 tegen Ajax waarin een achterstand van 1-5 werd omgezet in een overwinning met 6-5: vanzelfsprekend met een hoofdrol voor Abe Lenstra.
Toen Heerenveen begin jaren negentig van de vorige eeuw na een periode in mineur zich weer gesetteld voelde op het hoogste niveau, werd besloten een nieuw stadion te bouwen. Het stadion kreeg de naam van Abe Lenstra en biedt nu plaats aan ruim 27.000 toeschouwers; bijna groot genoeg om alle 32.000 inwoners van Heerenveen te herbergen.
SCHAATSEN
De bouw van een nieuw stadion paste bij de groeiende populariteit van de voetbalclub en het enthousiasme voor sportprestaties in Friesland. Want Heerenveen is ook het epicentrum van internationale schaatswedstrijden, met altijd een vol schaatsstadion als er weer om titels gestreden wordt. De voetbalclub heeft er geen last van.
Friesland is ook de provincie van de Elfstedentocht, een schaatstocht over 200 kilometer natuurijs met een rijke historie, die in 1997 voor het laatst gereden kon worden. De hunkering naar een nieuwe tocht laait elk jaar, bij elk graadje vorst, opnieuw op. Heerenveen maakt geen deel uit van de elf steden waarlangs geschaatst wordt. Het heeft niet eens stadsrechten.
CHAMPIONS LEAGUE
In het nieuwe stadion bereikte Heerenveen, in 2000, wel de groepsfase van de Champions League en speelde het diverse jaren Europees voetbal. De laatste jaren heeft Heerenveen zich internationaal niet meer kunnen doen gelden. Maar de positie in de Eredivisie kwam nooit in gevaar.
De talenten in Friesland liggen niet voor het oprapen, nieuwe Abe’s zijn niet opgestaan. Eerder dan de meeste andere Nederlandse clubs zocht Heerenveen daarom de weg naar Scandinavië en landen als Roemenië. Dankzij het scouting-oog van oud-voorzitter Riemer van der Velde en de langjarige coaching van Foppe de Haan groeide Heerenveen toch uit tot een stabiele subtopper.
De laatste jaren brengt Heerenveen meestal door in de middenmoot. Het Abe Lenstra-stadion vertoont daardoor vaker grote lege plekken. Heerenveen is door de jaren heen zo verwend geraakt, ook met het winnen van de KNVB Beker in 2009, dat teleurstellingen moeilijker worden verdragen. Dat resulteerde in interne ruzies, met het gaan en komen van directeuren, bestuurders en trainers. Zo werd in 2009, nog geen drie maanden na de triomf met de beker, Trond Sollied ontslagen als coach.
FRIESE TRAINER
Sinds vorig jaar heeft Heerenveen met Johnny Jansen een rasechte Fries als trainer aan het stuur staan, iemand die al zijn leven lang aan de club is verbonden. Als voetballer maakte hij geen naam, maar met de clubliefde, sympathie en spontaniteit die Jansen uitstraalt, hoopt Heerenveen nu een streep door het recente verleden te gaan halen. Met Abe, Foppe en Riemer als eeuwige inspiratiebronnen.
TWITTER: @hmees
9 reacties
Pingback: สล็อตเว็บตรง
Pingback: บอลยูโร 2024
Pingback: ติดตั้งโซลาเซลล์
Pingback: Water Heater Installation Plumbers Near Me
Pingback: blote tieten
Pingback: iTune gift card
Pingback: Bilad Alrafidain
Pingback: ติดเน็ต ais
Pingback: รถรับส่งสนามบินในญี่ปุ่น