vrijdag, juni 28

Dansen op het graf

Pinterest LinkedIn Tumblr +

De Pro League viert vanavond feest. Wat er te vieren valt, is onduidelijk. Een kampioen die door driekwart van het land betwist wordt, omdat niet Club Brugge maar Union dit seizoen de meeste punten behaalde en er arbitrale machinaties verondersteld worden achter het afgekeurde doelpunt van Cercle in de slotfase van de laatste match. Een topploeg (Standard) die op omvallen staat en een profclub die net failliet is gegaan. Dat het feest plaats heeft op een paar kilometer van de begraafplaats van die club maakt het behoorlijk schrijnend. Dansen op het graf van KV Oostende in het megalomane casino (!) van voetbalhater Jean-Marie Dedecker. De Pro League kan dat.

Vorige week geraakte bekend dat KV Oostende zo goed als failliet is. Mogelijk ook het einde voor de jeugdafdeling en hoe dan ook een drama voor duizenden fans. Niet-voetballiefhebbers beseffen en begrijpen niet wat een club voor supporters betekent. Op de familie na is er voor hen niets belangrijker in de wereld en vaak is de volgorde andersom.

Daarmee houdt de ellende niet op. Wat met Standard, nu de Amerikaanse eigenaars door het gerecht vervolgd worden? En komt het goed met het pas gepromoveerde Beerschot? De Chinezen komen niet, maar de Saudi’s willen doorgaan. Maar hoe ernstig moeten de ‘sportswashers’ genomen worden? In Engeland wordt door velen gehoopt dat de nieuwe regering straks verbiedt dat staten eigenaar van een club zijn.

Buitenlandse eigenaars hoeven in principe geen probleem te vormen, maar een club waar je geen enkele emotionele band mee hebt, neem je slechts om twee redenen over: om er sportief of financieel beter van te worden. Sportief beter worden, betekent dat je niet-EU-spelers hier goedkoper kan laten groeien dan in welke andere (deftige) competitie ook. Financieel beter worden kan alleen als je jarenlang fors investeert in jeugdspelers. Maar die verhuizen bijna altijd op vroege leeftijd naar een van onze topclubs en … die zijn (op Standard na) nog in Belgische handen. Bovendien vergt het vele jaren geduld om te oogsten.

Buitenlandse eigenaars zijn bijna altijd een oplossing op (heel) korte termijn, maar een gigantisch probleem op langere termijn. Vroeg of laat houdt de belangstelling van zo’n eigenaar, die vaak in meerdere landen een ploeg heeft, op. Al te vaak loopt het fataal af met een ploeg met een buitenlandse ‘redder’. Zie ook Vitesse in Nederland.

Aap

777 Partners, de Amerikanen die Standard kochten, kregen in Engeland geen toestemming om Everton over te nemen. Bij ons wordt er vooraf nauwelijks wat onderzocht. Iedere aap met een hoge hoed die beweert veel geld te hebben, kan een club kopen. Die buitenlanders (maar soms ook Belgen) hebben de kloof met de supporters van hun ploeg alleen maar vergroot. Daardoor krijg je situaties zoals onlangs bij Beerschot en vooral bij Standard, waar twee weekends terug zelfs verhinderd werd dat er gevoetbald werd.

Dergelijke zaken zal je niet tegenkomen in Duitsland. In het modelvoetballand zijn de meerderheid van de aandelen van een club in de handen van de supporters. Dat betekent niet dat zij de club leiden, wel dat ze over een aantal zaken moeten geraadpleegd worden. De fans voelen zich op die manier betrokken bij de gang van zaken en zullen niet (in ieder geval minder snel) in opstand komen tegen de clubleiding. Bovendien hebben ze dan geijkte kanalen om dat te doen, zonder de competitie of zelfs de club te ontregelen.

De 50+1-regel hier nu nog invoeren, lijkt niet haalbaar. Er moeten echter middelen bestaan om de aanhang ook zonder aandelen meer en beter bij hun club te betrekken. Op die manier krijgen ze het gevoel medeverantwoordelijk te zijn voor de goede gang van zaken. Als ze zich dan alsnog misdragen, kan je – zoals in Frankrijk – punten aftrekken. Dat is het laatste wat een supporter wil en wat zijn club koste wat het kost wil voorkomen. Er zal dan ook veel meer werk gemaakt worden van de opvolging van de fans. Helaas, supporters worden genegeerd. Behalve het laagje crapuul dat geweld gebruikt.

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply