woensdag, november 20

Carl Hoefkens: de nieuwe coach van Club Brugge

Pinterest LinkedIn Tumblr +

CARL HOEFKENS, DE SPELER: ‘SAMEN ZINGEN MET BLUE ARMY GAF ME EEN BOOST’

Van 2009 tot 2013. Goed voor 166 wedstrijden in het eerste elftal van Club Brugge. Een keer tweede, twee keer derde, een keer vierde. Mocht Carl Hoefkens in een andere tijd geboren zijn, pakweg anderhalf decennium eerder, hij zou gemaakt geweest zijn om cultspeler te worden bij Club Brugge. Eén die er vrijwel zijn hele carrière zou hebben vertoefd. Ook nu bereikte hij al een status van hoge populariteit. 

Sommige fans keken kritisch naar mijn komst, met de diehards klikte het meteen

Club flirtte al langer met mij. Marc Degryse probeerde me in 2005 te overtuigen. Ik zat toen bij Stoke City en deelde de ambitie van de club: promotie naar de Premier League. Dat lukte uiteindelijk, zij het via West Bromwich Albion. In 2009 liep mijn contract af en zag Club de kans schoon om me een nieuw bod te doen. Dat was het juiste moment voor mij. Ik was net de dertig gepasseerd en viel ook door blessures uit de boot in Engeland. Mijn conditie liet ook te wensen over en physical coach Jan Van Winckel voorspelde een aanpassingsperiode van drie maanden om fit te worden. Aanvankelijk lag ik bij de Clubfans niet in de bovenste schuif. Het was niet van ganser harte voor hen, zullen we maar zeggen. Ik schatte dat niet als een probleem in. Aanvaarden de fans mij niet, dan is motivatie mijn drijfveer. Zo steekt mijn karakter in elkaar. Zet ik me ergens achter, dan is het eindresultaat allesbepalend voor mij. Daar dient alles voor te wijken. Zo kijk ik naar het voetbal. Coach Adrie Koster gaf me snel vertrouwen en ik paste ook in zijn pure en aanvallende filosofie. We speelden het beste voetbal van België en hadden een uitstekend elftal. Standard – met het jonge middenveldtrio Witsel – Fellaini – Defour – stak er net bovenuit. De fans zagen me snel in mijn ware gedaante: die van een winnaar. En ik vereenzelvigde me ook met diehard-supporters. Mensen voor wie Club op de eerste plaats komt in het leven. Met hen klikte het van het eerste moment. Dan voel je je thuis en groei je als voetballer.

Medespelers onafhankelijk van elkaar beoordelen

Tijdens het tweede seizoen werd ik aanvoerder. Ik was van in het begin een leider in de kleedkamer, ook bij Club. Zonder dat echt naar voor te schuiven. Het is niet omdat je denkt dat je een leider bent, dat dit ook zo is. Daarmee wordt men immers geboren. Door het goede voorbeeld te geven en te weten dat je verschillende karakters ook onafhankelijk van elkaar hoort te beoordelen en aan te pakken. Onze Marokkaanse aanvaller Dirar stak anders in elkaar dan onze Poolse verdediger Klukowski. Ik besteedde daar niet doelbewust aandacht aan, maar het zat wel in mij. Ik voelde dat aan. Het gebeurde als vanzelf.

We are Bruges, super Bruges, we are wonderful

We bogen ons toen over de vraag hoe we de band tussen fans en spelers konden vergroten. Wat konden wij daar als groep aan verbeteren? Hoe maken we de supporters gelukkig? Ik sprak met de mensen van Blue Army en zocht hen zelfs thuis op en vroeg hen naar voorstellen. Ze brachten een liedje aan. Ik zou het als aanvoerder na de wedstrijd voorzingen en de fans zouden dan invallen. Ik was echter zo met de match bezig, dat ik een deel van de tekst vergat. En ik zong: ‘We are Bruges, super Bruges, we are wonderful’. En dat sloeg aan, dat bleef hangen en is uiteindelijk nooit meer verdwenen. Ik zag daar het ongelooflijke nut van in om op die wijze een samenhorigheidsgevoel op te roepen. De diehards, die ook met 2500 mensen tot in Eupen je achterna trekken, moet je koesteren. We hebben daar het eerste zaadje van het succes gepland. Wie is belangrijk als fan? Wie komt altijd? Wie is geen successupporter? Dat geeft toch een boost aan de speler. Ik was er niet honderd procent mee bezig, maar zag er wel het nut van in.

 

Zonder titel of beker bij Club, dat blijft tot vandaag een frustratie

Eentje om te blijven koesteren? De 4-2 zege tegen Anderlecht onder Adrie Koster. We speelden hen van het kastje naar de muur. Het leven gaat echter te snel om stil te staan bij topmomenten. Ik onderzocht vooral de slechte prestaties om te bij mezelf te onderzoeken wat er beter moest. Ik wilde altijd alles in het werk stellen om mezelf te verbeteren. Daarom besloot ik om niet of weinig te genieten van de successen. Ik ga daarom bezig zijn met de toekomst. Ik beschouwde dat nooit als een gemis, maar stel vandaag wel vast dat ik daar te snel aan voorbij ben gegaan. Die vier seizoenen betekenden veel voor mij. Ik beschouw ze als een hele mooie tijd, ondanks het feit dat we geen trofeeën haalden. Dat blijft wel een gigantische frustratie voor mij. Dat zei ik destijds al in de media. Ik hoopte echt de titel terug te brengen naar Brugge, maar we botsten op Standard en Anderlecht.

Toch blijft er die genoegdoening over de band met de fans. Ze zaten daar al jaren te wachten en we brachten hen dichter bij de spelers en dus bij Club. Dat beschouw ik toch ook als een verdienste.

Uit Bluvn Goan. De sterkhouders en straffe verhalen van de Club – Raf Willems – Uitgeverij Lannoo, 288 pag. – verschenen in november 2021

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply