Zegt de naam Nobby Stiles jou nog iets? Hij stierf vorig jaar aan prostaatkanker en dementie, maar hij is vooral gekend als de beenharde middenvelder van Manchester United die voor de wedstrijd zijn vals gebit in de kleedkamer liet om er als toothless tiger keihard in te vliegen en te tackelen. Juist onder en op, maar vaak over de rand. Een verschrikkelijke boeman waar je niet graag tegen speelde. En toch bleek Stiles een familieman en een devote katholiek die zelfs op de dag van de finale van de WK in 1966 naar de mis ging. Onmogelijk om te weten wat in Stiles’ hoofd omging, maar vermoedelijk stapte de man toch niet het veld op met de bedoeling om de fysieke integriteit van een tegenspeler in gevaar te brengen.
Hedendaagse interpretatie
Stiles’ carrière speelde zich haast helemaal af in de jaren zestig en de afstand in tijd is een slechte raadgever bij het ophalen van herinneringen, maar ik vraag mij af hoe we de tackles van Nobby nu zouden interpreteren. En hoe ex-topvoetballers dit zouden doen.
Een lange inleiding om de huidige discussie rond tackles en het al dan niet opzettelijk karakter daarvan nog eens ter sprake te brengen. Aanleiding daartoe zijn de uitspraken van Vincent Kompany na de uitsluiting van Lawrence en het commentaar van Gert Verheyen in het Nieuwsblad en daarna nog in Extra Time.
Persoonlijk vind ik Verheyen één van de beste voetbalanalisten. Hij slaagt er telkens weer in om op heldere en bevattelijke wijze spelpatronen en tactiek aan de modale burger uit te leggen. Hij ziet – als vroegere topvoetballer – de dingen beter dan de meesten. En dat is ook normaal, want hij heeft het allemaal aan den lijve ervaren en hij is absoluut intelligent. Maar met zijn analyse over de tackles van Vanaken, De Ridder en nu ook Lawrence gaat hij volgens mij volledig uit de bocht en in de mist. Door een denkfout. Reglementen en de interpretatie daarvan kun je namelijk niet benaderen zoals het spelletje zelf.
Een beetje door rood
Je kunt niet maar een beetje een fout maken, die daardoor plots geen fout meer zou zijn. Net zoals je niet zomaar een beetje door het rood licht kan rijden. Het mag dan nog kloppen dat de reglementen in een aantal gevallen op zijn zachtst gezegd voor discussie vatbaar zijn. En zelfs soms onlogisch. Maar het zijn en het blijven wel de reglementen. Om even terug te grijpen naar het verkeer. Persoonlijk ben ik het niet met alle regels eens, maar dat betekent daarom niet dat ik ze mag overtreden. En al zeker niet “een beetje” door rood rijden.
Gert Verheyen maakt een vergelijking met profwielrenners. Hij vindt van wel, maar ik vind het absoluut geen goed idee dat uitsluitend (top)wielrenners de reglementen zouden bepalen, want dat zou een vrijgeleide zijn tot cowboygedrag en nog meer ongelukken in de sprint. Of zelfs tot de herinvoering van ongebreideld dopinggebruik. Natuurlijk lopen zoals altijd vergelijkingen altijd ergens mank. Maar net daarom wil ook ik wel een blik vergelijkingen opentrekken.
Je hoeft niet per se een kok te zijn, om een maaltijd goed (of slecht) te vinden. Je hoeft absoluut niet een garagist te zijn om met een auto te rijden. Of omgekeerd, het is niet omdat je Engels of Nederlands spreekt, dat je het ook kunt onderwijzen. En als afsluiter, het is niet omdat je een goeie ex-topvoetballer was, dat je daarom een goeie trainer zou zijn. En voor alle duidelijkheid, deze laatste stelling slaat echt niet op Gert Verheyen, want ik vond hem wel een goeie en vooral eerlijke trainer. Neen, ik heb andere voorbeelden in mijn hoofd.
Fysieke integriteit op één
Dus, terug naar de realiteit. Het kan echt niet dat je de fysieke integriteit van een andere speler in gevaar brengt. Nu niet en nooit. De reglementering rond handspel in het doelgebied mag voor mij op de schop, maar de regels in verband van tackelen met gestrekt been zijn terecht en zouden eerder zelfs mogen worden aangescherpt, zodat er geen discussie meer mogelijk is. Alle ex-voetballers ten spijt.
Axel Witsel, Claudio “Gadaffi” Gentile, Ivan Desloover, Andoni Goikoetxea, Mario Bertini, René Vandereycken, Vinnie Jones, Ron “Chopper” Harris, Sergio Ramos, Diego Costa, Diego Simeone en Harald Schuhmacher. Een mooi rijtje is dat. En uiteraard niet exhaustief. Maar wel een rijtje dat bij iedere voetballiefhebber een belletje zal doen rinkelen. Want bij sommige namen uit dit lijstje denkt iedereen onmiddellijk ook aan Marcin Wasilewski, Juan Lozano, Diego Maradona, Wilfried Van Moer of Patrick Battiston.
Zouden al die voetballers het veld zijn opgestapt met de idee om de tegenstander verrot te stampen? Ik weet het niet en moet het antwoord schuldig blijven, maar ik vraag me af of Gert Verheyen een aantal van die “aanslagen” ook onder de categorie van toevallig mislukte tackles klasseert. Ik besef dat die vraag intellectueel misschien oneerlijk is, maar als je de regels oprekt, dan vervagen ook de grenzen en breek je benen. Hopelijk gebeurt dat niet. En ja, zelfs aan de toog van een voetbalkantine worden wel eens zinnige dingen gezegd. Alleen, dat kan nu even niet, wegens geen toog.
Break a leg? OK, maar dan alleen in het theater.